direct naar inhoud van 5.14 Duurzaamheid
Plan: Van Sijpesteijnkade, Westflank Noord-HOV, Stationsgebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPVSIJPWESTHOVSTAT-0601

5.14 Duurzaamheid

5.14.1 Kader

De gemeente Utrecht heeft in haar milieubeleidsplan (MBP) op energiegebied een duidelijke ambitie vastgelegd. In het MBP en in het Programma Utrechtse Energie is opgenomen dat Utrecht in 2030 klimaatneutraal is. Ontwikkel- en herstructureringslocaties bieden kansen om een bijdrage te leveren aan de realisatie van deze ambitie. De inzet van maatregelen om de CO2-uitstoot vergaand te verminderen gaat in de volgorde: energiebehoefte verminderen, inzet van duurzame bronnen en, tenslotte, een zo efficiënt mogelijke omzetting van primaire energie in warmte en kracht. Die klimaatambities betekenen een fors lagere energieprestatie.

Onder duurzame ontwikkeling wordt een ontwikkeling verstaan die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Dit houdt in dat het streven is naar een evenwicht tussen de 3 P's: People (sociale component), Planet (ecologie en milieu) en Profit (economie). Voor gebruikers levert duurzaamheid een hoog kwalitatieve leefomgeving door verhoging comfort, veiligheid en gezondheid. Het levert tevens kostenbesparing op én het is goed voor het milieu.

De duurzaamheidsambities zijn onder andere beschreven in de Intentieverklaring “Het Utrechtse Stationsgebied geeft duurzame energie” (13 mei 2009) en de Intentieverklaring bodem, warmte/koude opslag (wko) en biowasmachine (13 mei 2009). Duurzaamheid is daarin naast economie, bereikbaarheid en leefbaarheid een doelstelling van het Utrechtse Stationsgebied geworden. Met deze algemene intentieverklaring is getekend voor een duurzame ontwikkeling van het Stationsgebied. In de catalogus staan vijf projecten en twintig projectvoorstellen voor duurzame ontwikkeling. De ondertekenaars zijn naast minister Cramer, provincie en gemeente Utrecht, Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, Corio, ProRail, NS en SenterNovem.

5.14.2 Plansituatie

Voor het onderhavige plangebied zijn de volgende thema's van belang:

  • Het gebruik van natuurlijke energiebronnen zoals Warmte Koude Opwekking door middel van bronnen in de grond.
  • Geohydrologie: als er dieper dan 8 meter moet worden gebouwd, dan is dit aspect voor het bestemmingsplan relevant.
  • Duurzame gebiedsontwikkeling
  • Duurzaam bouwen en energiebesparing:

Voor duurzaam bouwen wil de gemeente een voorbeeldfunctie door een welbewuste keuze van gebouwen met een gebouwen met een lage milieubelasting door aandacht voor materiaal gebruik, energie en waterverbruik en mobiliteit. Specifiek voor woningbouw geldt beleid (integrale woningkwaliteit dd. 26 maart 2006) waarin bepalingen zijn opgenomen voor de toepassing van hout met FSC keur en het tegengaan van verontreiniging van grondwater.

Voorts kunnen relevante milieugegevens onder andere worden ontleend aan de (aanvullende) milieueffectrapportage. Een verdere beoordeling van energie en de overige milieuaspecten kan aan de orde komen bij verlening van de omgevingsvergunning conform de regels uit het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (BARIM) en het toezicht op de naleving van deze regels.

5.14.3 Conclusie

Dit plan levert waar mogelijk een bijdrage aan de gemeentelijk ambitie op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing.