direct naar inhoud van 4.2 Ontwikkeling stationsgebied
Plan: Van Sijpesteijnkade, Westflank Noord-HOV, Stationsgebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPVSIJPWESTHOVSTAT-0601

4.2 Ontwikkeling stationsgebied

4.2.1 Ambities

In het Masterplan 2003 zijn de volgende ambities verwoord voor de herontwikkeling van het Stationsgebied.

Verbinden
Verbinden heeft in de eerste plaats betrekking op het verbeteren van de bereikbaarheid van het centrum van Utrecht, met name voor voetgangers en fietsers. Voor hen vormen het spoor, het Westplein en de Catharijnebaan een grote barrière tussen de oost- en de westzijde van de stad. Daardoor lijkt de afstand van de westzijde (Leidsche Rijn) tot het centrum lang. Straten en routes moeten werkelijk verbinden, doordat wijken directer op elkaar aansluiten en doordat bebouwing en functies de routes begeleiden. Grote bermen en open gebieden tussen verkeersstromen worden opgeheven. Door het 'gat te dichten' en de route aantrekkelijk te maken, wordt de afstand psychologisch korter. De oude stad en het Stationsgebied blijven ook voor het autoverkeer bereikbaar.

Verbinden heeft ook betrekking op het creëren van prettige overgangen tussen diverse deelgebieden. Daarnaast gaat het om het verbeteren van overgangen tussen de verschillende hoogteniveaus binnen het gebied. De herinrichting van Hoog Catharijne zorgt voor het optimaliseren van de verbinding tussen het station en de binnenstad op verschillende niveaus. De herinrichting zal de verbindingen van het stedelijk weefsel in en om het plangebied waar mogelijk versterken. Dit wordt bereikt door onderscheid te maken in de functionaliteit en identiteit van de openbare ruimte. Er wordt onderscheid gemaakt tussen primaire routes/verbindingen van en naar het station, naar de jaarbeurs en binnenstad. Secundaire verbindingen zijn meer gericht op ontsluiting van aanliggende functies. En bieden tevens de mogelijkheid voor een alternatieve route door de stad, met kansen voor het creeëren van verblijfskwaliteit.

Het plangebied ligt ingeklemd tussen vier belangrijke verbindingen, namelijk de nationale spoorverbinding van Utrecht richting het westen, de enorme reizigersstroom vanuit de OV Terminal richting het Jaarbeursplein en verder, de toekomstige hoogwaardige openbaarvervoersroute (HOV) langs de Mineurslaan over de Leidsche Rijn en de hoofdfietsverbinding vanuit westelijk Utrecht naar de binnenstad over de Van Sijpesteijnkade. Zeker niet onbelangrijk zijn de aantakking van de Noordertunnel op de omgeving, de toegang tot het emplacement, de bereikbaarheid van de VL post, de autotoegankelijkheid van de Mineurslaan en de looproute parallel aan het fietspad naar de binnenstad. Daar komt vanaf 2014 bij de ontsluiting voor fietsen en auto's van het in aanbouw zijnde Stadskantoor. Al deze verbindingen zijn onontbeerlijk. Daarnaast zal het plangebied ook moeten voorzien in haar eigen verbindingen met de omgeving.

De stedenbouwkundige studie uit 2005 voorziet in een route over het verhoogde Forumgebied. Deze noord-zuidroute is gedefinieerd als een belangrijke voetgangersverbinding die het Stationsplein West via de Van Sijpesteijnkade verbindt met de wijk Lombok. Volgens de huidige planvorming zijn er echter meer logische en aantrekkelijke routes vanuit Lombok voor de ontsluiting van het station en de OV Terminal. Zo komt er een nieuwe brugverbinding over de doorgetrokken Leidsche Rijn voor voetgangers en fietsers. In het verlengde hiervan is er in zuidelijke richting een directe verbinding via het Jaarbeursplein naar de trappen van het Stationsplein West en de daaronder gelegen fietsenstalling.


Herstellen
Herstellen betekent oude structuren terugbrengen, zoals water in de Catharijnesingel en de Leidsche Rijn. Herstellen betekent ook de leefbaarheid vergroten, de sociale veiligheid verhogen en het openbaar gebied betekenis geven. Het stationsgebied herbergt naast de publieke ruimte een complex netwerk van grootschalige ruimten die niet openbaar, maar wel voor publiek toegankelijk zijn (Station, Hoog Catharijne, Bibliotheek++, Jaarbeurs (plein), en straks het Forum op de Westflank Noord). Het eigendom en beheer, de openingstijden en toezicht en handhaving verschillen sterk bij deze ruimten. In het kader van de beheersbaarheid en veiligheid is een heldere begrenzing van publiek en privaat gebied gewenst.
Daarnaast is er in het Stationsgebied weinig uitwisseling tussen de activiteiten binnen de gebouwen en de publieke ruimte. Gebouwen in het Stationsgebied zijn vaak naar binnen gekeerd. Op de begane grond overheersen blinde gevels. Entrees, etalages en dergelijke zijn dun gezaaid. De gebruiker ervaart het gebied ook daardoor als onveilig en ontoegankelijk. Herstellen betekent hier ook: de gebouwen en functies een gezicht (voordeur, etalage, levendige gevel) geven aan de straat.
In het Stationsgebied is veel verkeersruimte voor doorgaand autoverkeer en openbaar vervoer. Hierbinnen is veel restruimte, maar deze leent zich niet voor verblijf. De situering is ongunstig en de inrichtings- en onderhoudskwaliteit is matig. Er is veel ongedefinieerde publieke ruimte met vage begrenzingen en een weinig sprekende identiteit.

Betekenis geven
De begrenzingen zijn thans niet helder. Wijken en gebieden functies en ruimtes, vloeien in elkaar over zonder dat de gebruiker begrijpt waar hij zich bevindt. Er is behoefte aan een eigen identiteit voor de verschillende gebieden in en rond het Stationsgebied. Voor sommige plekken geldt dat de bestaande identiteit wordt versterkt. Andere plekken krijgen een geheel nieuwe betekenis door vernieuwing (zoals het Jaarbeursterrein, de Westflank Noord, Catharijnesingel en Smakkelaarsveld). Een intensief programma draagt, samen met beeldbepalende gebouwen, bij aan de positionering van de deelgebieden. Door op enkele plekken herkenbaar openbaar gebied in te voegen kunnen stedelijke ruimten ontstaan die als markeringen werken. Zij dragen bij aan een goede interactie tussen de gebruikers.

4.2.2 Twee zones

De aanpak van het Stationsgebied is gebundeld in twee zones, te weten Centrumboulevard en Stadscorridor. De uitwerking van deze ambities verschilt per zone, maar samenhang is in beide gevallen het sleutelwoord. Het gaat daarbij om het versterken van het eigen karakter van de diverse deelgebieden in het Stationsgebied en het creëren van geleidelijke overgangen naar de bestaande stad. De verbeteringen sluiten aan bij de ontwikkelingen rondom het Jaarbeursterrein, het Stadskantoor, de OV-Terminal en de Catharijnesingel. Daarbij zijn de aansluitingen in evenwicht met goede, veilige fiets- en looproutes tussen stadsdelen onderling en naar de OV-Terminal.

De Centrumboulevard
De Centrumboulevard loopt van het Jaarbeursterrein tot Vredenburgplein en doorkruist hierbij het hart van het Jaarbeursterrein, de OV-Terminal en Nieuw Hoog Catharijne (Afbeelding 4.1). De Centrumboulevard is de aorta van het nieuwe Stationsgebied en is daarmee bepalend voor het succes. Een geslaagde aanpak van deze route is in staat om de beoogde transformatie gestalte te geven. Immers, deze transformatie bestaat uit het organiseren van een nieuwe dynamiek: de interactie tussen stedelijke functies, doelgroepen, stadsdelen, beleving en kennisomgevingen.

De Centrumboulevard wordt ingericht als een ruime looproute waaraan een reeks bestemmingen ligt, zoals de OV-Terminal, het stadskantoor, het winkelcentrum Hoog Catharijne en het Jaarbeurscomplex.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPVSIJPWESTHOVSTAT-0601_0009.png"

Afbeelding 4.1: Visie stadscorridor (rode pijl) en centrumboulevard (groene pijl)

De Stadscorridor
De Stadscorridor verbindt de westelijke en oostelijke delen van de stad met de historische binnenstad en loopt vanaf Leidsche Rijn via een zone tussen de Graadt van Roggenweg en de Leidsekade via het Westplein tot Vredenburg (Afbeelding 4.1). In het nieuwe westelijk stadsdeel Leidsche Rijn wonen in 2020 80.000 Utrechters die hun weg naar het centrum willen vinden. De ontwikkeling aan de Catharijnesingel zorgt letterlijk voor een aansluiting van het water uit de Leidsche Rijn op het stelsel van de binnenstad. Aan de oostzijde ontwikkelt De Uithof zich steeds meer tot kenniscentrum, waar zowel de Universiteit als de Hogeschool hun opleidingen bundelen en waar in toenemende mate woningen voor studenten gepland zijn. Beide gebieden worden steeds intensiever gebruikt en vereisen een goede verbinding met het centrum en de OV-Terminal.

Het Vredenburg, het Smakkelaarsveld, de strook rond het spoor, het Westplein en de Kop van Lombok worden met elkaar verbonden door kwaliteiten te herstellen en nieuwe betekenissen aan de diverse plekken te geven. Belangrijk is de keuze om bestaande sterke identiteiten hiervoor in te zetten. De Kop van Lombok wordt bij Lombok getrokken en het Vredenburg krijgt een sterke identiteit als toegangspoort vanuit de oude stad en als stadsplein. De dominante functies van de Stadscorridor zijn wonen, winkelen en cultuur. Publieke functies als het Muziekpaleis, het Stadskantoor, de bibliotheek en een moskee bevinden zich langs deze route. Zo wordt een stedelijke, eenduidige route gecreëerd gericht op de inwoners van Utrecht en met functies die primair de stadsbewoners nodig hebben. Het begeleiden van de route met deze nieuwe functies en woningen zorgt bovendien voor een grotere sociale veiligheid.

De route Leidseweg-Smakkelaarsveld-Vredenburg(noord) maakt onderdeel uit van de zogenaamde Stadscorridor; een zone met overwegend wonen, culturele voorzieningen en publieke functies, gekoppeld aan een comfortabele fiets- en voetgangersverbinding. De herinrichting van de diverse knooppunten zal tevens bijdragen aan het optimaliseren van de gewenste Stadscorridor.

4.2.3 Toekomstige structuur Stationsgebied West

De opgave zoals hierboven beschreven betekent op het niveau van het nieuwe Stationsgebied West dat de Leidsche Rijn hersteld als ‘natuurlijke barrière’ tussen Lombok en het Stationsgebied. De Stadscorridor en de Centrumboulevard zijn de hoofdassen van het Stationsgebied. De Graadt van Roggenweg en de Croeselaan ontsluiten het gebied aan weerszijden voor het autoverkeer, maar zijn ook belangrijke verbindingen voor langzaam verkeer. De Graadt van Roggenweg is bovendien voor het autoverkeer een belangrijke ontsluitingsroute naar de oude binnenstad.

In Lombok en het gebied tussen Croeselaan/Jaarbeursplein en de Catharijnesingel worden de historische patronen hersteld. Het gebied tussen de Graadt van Roggenweg en de Leidsche Rijn sluit aan op het patroon van Lombok, terwijl het Jaarbeursterrein grotendeels een patroon blijft volgen dat evenwijdig loopt aan het Merwedekanaal. Het bestaande kantoorgebouw en de Graadt van Roggenweg zijn bepalend voor de noordoostelijke begrenzing van het Jaarbeursterrein.

Aansluitend op de OV terminal, het in aanbouwzijnde Stadskantoor, de nieuw te bouwen kantoren en boven de huidige Mineurslaan komt tot een verhoogd maaiveld, waar de hoofdingangen van de omliggende gebouwen op aansluiten: het Forum. Op het nieuwe Jaarbeursplein komen de structuren van Lombok, het plan Moreelse en het Jaarbeursterrein samen. Het Jaarbeursplein plein vormt daarmee een soort sluitsteen van het Stationsgebied West.

Zonder verdere ingrepen zou het plein echter niet overeenkomen met de wens uit het Masterplan om publieke ruimtes niet te groot te maken en een goede verhouding te creëren tussen verkeers- en verblijfsruimtes, met duidelijke ruimtelijke begrenzingen en overgangen. Daarom is een nieuw gebouw opgenomen als scheiding tussen de verlengde Graadt van Roggenweg en het Jaarbeursplein. Zo ontstaat een Z-vormig, autovrij plein, waarvan de omvang zich goed verhoudt tot de omliggende bebouwing en dat groot genoeg is om ruimte te bieden aan forse evenementen (podiumfunctie). Het plein is onderdeel van een van de hoofdassen van het Stationsgebied (de Centrumboulevard) en takt aan alle zijden aan op het raster van de omliggende deelgebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPVSIJPWESTHOVSTAT-0601_0010.png"

Afbeelding 4.2 Toekomstige structuur Stationsgebied West