Plan: | Tennisbanen Iduna, Voorveldsepolder |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPTENNISINDUNAVOOR-0601 |
De kernkwaliteiten van de stad Utrecht zijn uitgewerkt in de perspectieven de Markt, het Podium en de Binnentuinen. De Voorveldse Polder maakt in de structuurvisie Utrecht 2015-2030 onderdeel uit van zowel het 'Podiumperspectief' als het 'Binnentuinenperspectief'. Deze ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven zijn gekoppeld aan de kernkwaliteiten van Utrecht. Het podiumperspectief is gerelateerd aan de kernkwaliteit van Utrecht als ontmoetingsplaats voor winkelen, cultuur, onderwijs en recreatie. Dit perspectief levert een bijdrage aan Utrecht als ontmoetingsstad door ruimte te geven aan functies die mensen aantrekken. De Voorveldse Polder als recreatiegebied heeft ook die functie. Het binnentuinenperspectief is gerelateerd aan de kernkwaliteit van Utrecht als grote stad met kleinschaligheid en sociale cohesie in de wijken. De Voorveldse Polder is een voorziening die hoort bij de nabijgelegen woonwijken en die deze wijken een specifieke identiteit kan geven.
In het Podiumperspectief is de Voorveldse Polder aangeduid als stedelijk groen. Op de bijbehorende kaart zijn fort De Bilt en ook de route die dit fort via een langzaam verkeersnetwerk verbindt met de andere forten aangeduid als Hollandse Waterlinie. De robuuste groenstructuur aan de oostkant van de stad bestaat uit drie groene wiggen (de Vechtzone, Maarschalkerweerd / Kromme Rijn en de Voorveldse Polder) die gehandhaafd en herkenbaar moeten blijven.
In het Binnentuinenperspectief is de Voorveldse Polder aangeduid als groenstructuur. De opgave voor de binnentuinen is het onderhouden, vernieuwen en versterken van de kenmerkende structuren binnen een wijk. Soms is dat een park, soms is dat een waterloop. Voor de Binnentuinen is geen omvangrijke programmatische opgave nodig of gewenst. Het programma is primair gericht op kwaliteitsverbetering.
In het ontwikkelingsbeeld voor 2015 is de Voorveldse Polder aangeduid als stedelijke groenstructuur. De stedelijke groenstructuur bestaat uit parken, begrensde complexen en groene verbindingen. De gebieden worden intensief gebruikt ten behoeve van stedelijke recreatie en hebben ook een belangrijke ecologische functie. Er zijn veel vrij toegankelijke groene ruimten om te wandelen, fietsen, zonnen, picknicken en te voetballen. Ze zijn goed ingepast in een stedelijke omgeving en kunnen andere stedelijke functies (bebouwing) herbergen. Deze zijn echter altijd beperkt in omvang en ondergeschikt, dan wel ondersteunend aan, de groene functie en herkenbaarheid van het gebied als groene eenheid. De stedelijke groengebieden zijn zo veel mogelijk autoluw en worden doorsneden door langzaam verkeerroutes.
Relatie met het plangebied
Volgens het 'Podiumperspectief' dient de Voorveldse Polder gehandhaafd en herkenbaar te blijven. De uitbreiding van het tennispark Iduna' tast de robuuste groenstructuur niet aan.
Volgens het 'Binnentuinenperspectief' is de opgave voor de Voorveldse Polder kwaliteitsverbetering. De bestaande kwaliteiten (waterloop rondom het tennispark) blijven gehandhaafd ook na de beoogde uitbreiding. Er is hier noch sprake van een verbetering noch van een verslechtering van de situatie.
De ontwikkeling past geheel in het hierboven geschetste ontwikkelingsbeeld voor 2015.
Het Groenstructuurplan heeft tot doel het behoud en de ontwikkeling van de kwaliteiten van het stedelijk groen. Ook in het Groenstructuurplan is de Voorveldse Polder aangeduid als stedelijk groen. Het verbinden van de woonwijken in de stad met de recreatie- en natuurgebieden rondom de stad heeft in het plan en programma prioriteit. De Voorveldse Polder is een belangrijke schakel in de route van de stad naar het buitengebied, voor zowel mens als dier.
Relatie met het plangebied
De uitbreidingsplannen zorgen niet voor veranderingen in de belangrijke schakel tussen stad en buitengebied voor mens en dier, die de Voorveldse Polder biedt en zijn dus conform het groenstructuurplan. Overigens zal na het verleggen van de watergang de oever natuurvriendelijk worden aangelegd.
Een van de belangrijkste doelen van het Utrechtse bomenbeleid is een samenhangende bomenstructuur voor de stad te verbeteren en te ontwikkelen, gebaseerd op cultuurhistorische, ruimtelijke en ecologische uitgangspunten en milieu. Voor de periode tot 2030 zet de gemeente in op behoud en ontwikkeling van de bomenstructuur, middels twee beleidsdoelstellingen:
De Voorveldse Polder is in de Nota Bomenbeleid aangeduid als groot groengebied.
Relatie met het plangebied
De samenhangende bomenstructuur binnen de stad Utrecht en binnen de Voorveldse Polder worden door de geplande uitbreiding van het tennispark niet aangetast.
In de Welstandsnota Utrecht is geformuleerd op welke wijze het welstandsbeleid van de gemeente Utrecht uitgevoerd zal worden. Dit betreft de welstandstoetsing van vergunningsplichtige bouwwerken en toetsing op basis van de loketcriteria.
De Welstandsnota kent drie beleidsniveaus: 'Open' (verandering of handhaving is mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur), 'Respect' (essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakterisitiek worden gerespecteerd) en 'Behoud' (behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en het versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard). Het bestemmingsplangebied is aangemerkt als 'Respect' gebied. Dit betekent:
Relatie met het plangebied
De beoogde uitbreiding heeft slechts betrekking op de aanleg van extra tennisvelden. Een relatie met de welstandsnota is daarom afwezig.
Met het Beleidsplan Sport 2007- 2010 geeft de gemeente een nieuwe impuls aan Utrecht als dynamische sportstad met breed sportaanbod in aantrekkelijke accommodaties en sportfaciliteiten, die kwalitatief in orde zijn en die goed bereikbaar en toegankelijk zijn. De gemeente wil garant staan voor een eigentijds en kwalitatief goed pakket aan sportvoorzieningen. Dit betekent:
Relatie met het plangebied
De uitbreiding van het tennispark past perfect in het sportbeleid van de gemeente.
Het Ontwikkelingskader Horeca Utrecht geeft aan hoe de gemeente Utrecht om wil gaan met de vestiging van horeca in de stad. De horeca die mogelijk wordt gemaakt in het bestemmingsplangebied, wordt in het Ontwikkelingskader aangemerkt als 'additionele horeca'.
Bij additionele horeca gaat het om horeca-activiteiten die ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie die ter plaatse is toegestaan, in dit geval de sportkantine, maatschappelijke voorzieningen en met sport samenhangende recreatieve voorzieningen. Het gaat er om dat:
Relatie met het plangebied
De additionele horeca, die binnen het bestemmingsplan wordt toegestaan, voldoet aan de voorwaarden, zoals vastgesteld in het Ontwikkelingskader Horeca Utrecht.
De parkeerbehoefte voor het bestemmingsplangebied wordt bepaald op grond van de parkeernormen, zoals vastgelegd in de nota Parkeernormen 2008. Uitgangspunt is dat, rekening houdend met de kenmerken van de locatie en functie, het parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost. Dit om te voorkomen dat parkeerproblemen worden afgewenteld op de openbare ruimte. De parkeernormen zijn gegeven met een bandbreedte, teneinde optimale flexibiliteit en maatwerk te bieden bij het realiseren van bouwplannen.
Relatie met het plangebied
Bij de uitbreiding van het tennispark is rekening gehouden met de normen uit het gemeentelijk parkeerbeleid.
Doel van de visie is het versterken van het huidige karakter en de ruimtelijke structuur van de Voorveldse Polder en het tegengaan van versnippering van het park. Zowel de recreatieve als de groene functie van het gebied blijft behouden en wordt verder uitgebouwd.
In het streefbeeld is rekening gehouden met een uitbreiding van het tennispark richting de Biltse Rading. Een uitbreiding van het aantal banen levert een positieve bijdrage aan het terugdringen van de wachtlijst. Bij een eventuele uitbreiding moet rekening gehouden worden met de ecologische verbinding ten noorden van het tennispark. Deze mag niet aan betekenis inboeten door de uitbreiding. Er moet daarom voldoende afstand bewaard worden tot de Biltse Rading. Afhankelijk van de nadere uitwerking van het ontwerp zijn twee of drie nieuwe banen mogelijk.
Relatie met het plangebied
Bij de uitwerking van de plannen is uiteindelijk gekozen voor een uitbreiding met 2 tennisbanen in noordelijke richting. Deze uitbreiding is zo gering, dat er geen sprake is van een aantasting van de bestaande ecologische verbinding ten noorden van het tennispark.
Op basis van de bodemkwaliteitskaart van 2011 is het plangebied ingedeeld als sport/recreatie in de functieklasse wonen. De gemiddelde achtergrondkwaliteit van de bovenste 50 cm op onverdachte locaties valt in de klasse wonen en de diepere bodemlaag in de klasse landbouw/natuur. Ook bij het toepassen van grond zal met deze twee klassen rekening gehouden moeten worden.
Relatie met het plangebied
Met het bovenstaande is rekening gehouden in dit bestemmingsplan. Verwezen wordt naar paragraaf 5.7 van deze toelichting
De voorgenomen ontwikkeling is in overeenstemming met de verschillende beleidskaders van rijk, provincie, regio en gemeente.