direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen - 2
Plan: Parkwijk, Langerak
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPPARKWIJKLANGERAK-0401

Artikel 19 Wonen - 2

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen al dan niet in combinatie met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats': tevens voor woonwagens;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een (half)verdiepte parkeergarage;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling': tevens voor zorg woningen met begeleiding;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang': een onderdoorgang;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke voor van wonen - wonen-werken': tevens voor woon-werkwoningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca-cat b': tevens voor een horecavoorziening in de categoerie b van de Lijst van Horeca-activititeiten;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf': tevens voor een kinderdagverblijf;
  • i. de bij deze bestemming behorende tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' tenminste één parkeerplaats per woning in stand moet worden gehouden.
19.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende voorwaarden:

19.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag tot 100% worden bebouwd, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' dienen de woningen als twee-aaneen te worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden;
  • e. de goothoogte ter plaaste van de aanduiding 'maximum goothoogte', mag niet worden overschreden;
  • f. de bestaande kapvorm of afdekking moet worden gehandhaafd;
  • g. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde onder a, c en d mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'kap' is een dakopbouw in de vorm van een kap toegestaan, waarbij de maximale bouwhoogte 10m bedraagt;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is een onderdoorgang toegestaan;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag een extra bouwlaag in de vorm van een dakopbouw worden gebouwd, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
      • de dakopbouw dient 3 meter terug te liggen ten opzichte van de achtergevel. De dakopbouw heeft een breedte van 5 meter en een lengte van 6 meter, of
      • de dakopbouw moet 2,5 meter terugliggen ten opzichte van de achtergevel. De dakopbouw heeft een breedte van 3 meter en een lengte van 7 meter;
      • de hoogte van de dakopbouw mag maximaal 3 meter bedragen;
      • de dakopbouw wordt plat afgedekt;
      • het is toegestaan een dakterras te bouwen, aansluitend aan en uitsluitend in combinatie met de dakopbouw. Een dakterras boven op de dakopbouw is niet toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' mag een extra bouwlaag in de vorm van een dakopbouw worden gebouwd, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
      • de dakopbouw dient terugliggend te worden uitgevoerd ten opzichte van de onderliggende bouwlaag;
      • de dakopbouw moet plat te worden afgedekt;
      • de hoogte van de dakopbouw mag maximaal 3 meter bedragen;
      • het is toegestaan een dakterras te bouwen, aansluitend aan de dakopbouw. Een dakterras boven op de dakopbouw is niet toegestaan;
  • l. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -3' mag een extra bouwlaag in de vorm van een dakopbouw worden gebouwd, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
      • de dakopbouw dient aan de voorzijde van de woning 3,5 meter terug te liggen ten opzichte van de onderliggende bouwlaag;
      • de hoogte van de dakopbouw mag maximaal 3 meter bedragen;
      • het is toegestaan een dakterras te bouwen, aansluitend aan en uitsluitend in combinatie met de dakopbouw. Een dakterras boven op de dakopbouw is niet toegestaan.
  • m. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -4' mag een extra bouwlaag in de vorm van een dakopbouw worden gebouwd, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
      • de dakopbouw dient aan de voor- en/of achterzijde van de woning 2 meter terug te liggen ten opzichte van de onderliggende bouwlaag;
      • de hoogte van de dakopbouw mag maximaal 3 meter bedragen;
      • het is toegestaan een dakterras te bouwen, aansluitend aan en uitsluitend in combinatie met de dakopbouw. Een dakterras boven op de dakopbouw is niet toegestaan.
  • n. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 5' mag een extra bouwlaag in de vorm van een dakopbouw worden gebouwd, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
      • de dakopbouw dient aan de voor- en achterzijde van de woning 1,5 meter terug te liggen ten opzichte van de onderliggende bouwlaag;
      • de hoogte van de dakopbouw mag maximaal 3 meter bedragen;
      • het is toegestaan een dakterras te bouwen, aansluitend aan en uitsluitend in combinatie met de dakopbouw. Een dakterras boven op de dakopbouw is niet toegestaan.
  • o. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -6' mag een extra bouwlaag in de vorm van een dakopbouw worden gebouwd, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
      • de dakopbouw dient aan de voorzijde en ten opzichte van de zijgevel van de woning 1,5 meter terug te liggen ten opzichte van de onderliggende bouwlaag;
      • de hoogte van de dakopbouw mag maximaal 3 meter bedragen;
      • het is toegestaan een dakterras te bouwen, aansluitend aan en uitsluitend in combinatie met de dakopbouw. Een dakterras boven op de dakopbouw is niet toegestaan.
19.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;
  • c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 meter;
  • e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen, en indien het bijbehorend bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter bedragen;
  • f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;
  • g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300m2 of minder, mag maximaal 50% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
  • h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300m2 tot 1500m2, mag maximaal10% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
  • i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan1500m2 , mag maximaal 5% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125m2 naast hetgeen is toegestan in de erfzone;
  • j. voor vrijstaande bijbehorende bouwwrken die worden afgedekt met een kap op percelen zoals bedoeld onder k, mag de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter bedragen;
  • k. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m j mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.
19.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. op de gronden die vóór en tot 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw of die gericht zijn naar de openbare weg of het groen zijn gelegen, mogen uitsluitend erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 1 meter worden gebouwd; de hoogte van de overige erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • b. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.
19.2.4 Woonwagens
  • a. in geval van realisering van woonwagens zijn deze uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats', waarbij woonwagens uitsluitend zijn toegestaan binnen het aangegeven bouwvlak en waarbij tenminste één parkeerplaats per woonwagen op eigen terrein gerealiseerd dient te worden;
  • b. het aantal woonwagens mag niet meer bedragen dan 3;
  • c. de goothoogte van een woonwagen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter;
  • d. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bijbehorend bouwwerk bij een woonwagen mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' mag per standplaats niet meer dan 60% worden bebouwd, inclusief sanitaire voorzieningen, bijbehorende bouwwerken, met een maximum per standplaats van 135m².
19.3 Specifieke gebruiksregels
19.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
  • b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend;
  • c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen milieuvergunning is vereist;
  • d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.
19.3.2 Woon-werk woningen

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen werken' zijn woon-werk woningen toegestaan, waarbij de volgende functie zijn toegelaten en de volgende voorwaarden gelden:

  • a. in geval van een bedrijf, bedrijfsacticiteiten betreft het bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen milieuvergunning is vereist;
  • b. dientverlening;
  • c. kantoren;
  • d. maatschappelijke doeleinden;
  • e. detailhandel en horeca zijn uitsluitend toegestaan daar waar op de verbeelding een aanduiding 'detailhandel' of 'horeca' is aangegeven;
  • f. er is geen sprake van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.
19.3.3 Bed & breakfast

De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de woning in gebruik houdt voor wonen.

19.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 19.3.1 onder c en lid 17.3.2 onder a voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van Bedrijven functiemenging , indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven functiemenging.