Plan: | Oudwijkerveldstraat 120, Oudwijk |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPOUDWIJKERVELDSTR-0601 |
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Besluit ruimtelijke ordening is voor dit ruimtelijke plan het digitale watertoetsproces doorlopen. De 'watertoets' is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is niet een toets achteraf maar een proces dat de gemeente en waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. De inzet daarbij is om in elk afzonderlijk plan met maatwerk het reeds bestaande waterhuishoudkundige en ruimtelijke beleid goed toe te passen en uit te voeren. Het watertoetsproces voor het project Leger des Heils Oudwijkerveldstraat Utrecht is op 22 augustus 2011 digitaal doorlopen via www.dewatertoets.nl. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is via deze weg door de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkeling op de hoogte gebracht van de plannen.
Uit de digitale analyse blijkt dat er geen grote waterbelangen zijn en volstaan kan worden met een standaard wateradvies van het waterschap. De ruimtelijke ontwikkeling voldoet aan de belangrijkste minimale voorwaarde: "het standstillbeginsel". Dit beginsel houdt in dat door het plan geen verslechtering van de waterhuishouding ontstaat. De ontwikkelingen die door het plan mogelijk worden gemaakt, hebben een geringe invloed op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. De automatisch gegenereerde standaard waterparagraaf van het Hoogheemraadschap is in de bijlagen opgenomen. Aangezien het om een geautomatiseerd bestand gaat, is hieronder een gemeentelijke weergave opgenomen.
Beleidskader
In het algemeen is het beleid van het Rijk, de provincie Utrecht, de gemeente Utrecht en het waterschap HDSR gericht op een duurzaam en robuust waterbeheer. Bij ruimtelijke ontwikkelingen worden (indien doelmatig) de waterkwaliteitstrits 'gescheiden inzamelen-gescheiden afvoeren-gescheiden verwerken' en de waterkwantiteitstrits 'water vasthouden-bergen-vertraagd afvoeren' gehanteerd. Dit beleid is per overheidsniveau in de onderstaande beleidsdocumenten verankerd:
[1] De gemeente heeft de zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater, het inzamelen en verwerken van overtollig hemelwater en het voorkomen van structurele grondwateroverlast. Het actuele beleid hiervoor is vastgelegd in het Gemeentelijk afval-, hemel- en grondwaterplan 2007-2010 en binnenkort in het Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2014. De ontwerpeisen zijn opgenomen in het Handboek Inrichting Openbare Ruimte, onderdeel riolen, rioolgemalen en drainage (versie juni 2005). Daarnaast stelt de gemeente eisen aan het ontwerp van watergangen waarvan zij eigenaar of beheerder is of wordt.
[2] Het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft de zorg voor het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater in het plangebied. Het beleid en de regels van het waterschap zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. De belangrijkste verordening is de keur.
Water in relatie tot de ruimtelijke ontwikkeling
De ruimtelijke ontwikkeling heeft weinig tot geen gevolgen voor het watersysteem:
Het HDSR heeft net als de gemeente voorkeur voor een duurzame omgang met hemelwater. Dat wil zeggen infiltreren in de bodem of afvoeren met een nieuw lokaal hemelwaterstelsel zodat het dakvlak afgekoppeld kan worden naar oppervlaktewater. Uitlogende materialen moeten bij voorkeur niet worden toegepast. Echter, door toepassing van uitlogende metalen in dit plan, dient hierbij volgens het HDSR ook een zuiverende voorziening te worden toegepast.
Ter plaatse infiltreren is voor een relatief klein perceel geen doelmatige oplossing. Het binnenterrein is relatief klein en behoorlijk vol ingericht. Een infiltratievoorziening zou niet goed beheer- en onderhoudbaar zijn.
De afstand tot aan de noordelijke watergang van het Wilheminalaan (de Koningssloot) bedraagt circa 100 meter. Vanwege de aanwezigheid van bomen en asfaltverhardingen, is de aanleg van een lokaal hemelwaterstelsel een weinig doelmatige oplossing. Zodra in de toekomst grootschalige, wijkbrede rioolvernieuwing aan de orde is, kan overwogen worden een nieuw en omvangrijk hemelwaterriool aan te leggen. In de wijk Oudwijk en de Oudwijkerveldstraat bevindt zich nu alleen een gemengd stelsel. Hierbij wordt dan zowel hemelwater als vuilwater door één buis naar de rioolwaterzuivering afgevoerd.
Gelet op het voorgaande is het voor dit plan voldoende om enkel het vuil- en hemelwater gescheiden aan te bieden op het gemengde systeem. Door het gescheiden aanleveren van hemel- en afvalwater kan in de toekomst makkelijk worden aangesloten op een nieuw gescheiden rioleringssysteem.
Conclusie
In de bestaande situatie is er is geen sprake van een wateropgave in of rondom het plangebied. Op basis van het plan neemt het verhard oppervlak af. Met inachtneming van het bovenstaande heeft het plan geen negatieve gevolgen voor de waterhuishouding.