direct naar inhoud van 2.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Oudwijkerveldstraat 120, Oudwijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPOUDWIJKERVELDSTR-0601

2.2 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Utrecht 2015 – 2030
In de Structuurvisie is het ruimtelijk kader van de stad vastgelegd. Het plangebied valt binnen “de binnentuin”. De doelstelling binnen de binnentuin is het creëren van een veilige en leefbare omgeving, het bijdragen aan de sociale vitaliteit van de stad en het zorgdragen voor geborgenheid in een stedelijk milieu. De opgave voor de binnentuinen ligt vooral in het onderhouden, vernieuwen en versterken van de kenmerkende structuren in de wijk.

Welstandsnota Utrecht 'De schoonheid van Utrecht (2004)
In de Welstandsnota Utrecht is geformuleerd op welke wijze het welstandsbeleid van de gemeente Utrecht uitgevoerd zal worden. Dit betreft de welstandstoetsing van vergunningplichtige bouwwerken en toetsing op basis van de loketcriteria. De welstandnota geeft richtlijnen voor het toetsen van bouwaanvragen aan welstand in aanvulling op het bestemmingsplan.

De Welstandsnota kent drie beleidsniveaus: 'Open' (verandering of handhaving is mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur), 'Respect' (essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd) en 'Behoud' (behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en het versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard). Het bestemmingsplangebied wordt gekarakteriseerd als 'Open'.

Parkeernota 2003 'Parkeren, een kwestie van kiezen' en partiële herijking parkeernormen, 2008
In de Parkeernota ('Parkeren, een kwestie van kiezen', 2003 en herijking, 2008) worden de kaders van het parkeernormenbeleid van de stad neergelegd. De parkeernormen gelden als voorwaarde voor het verstrekken van een omgevingsvergunning voor het bouwen en geven aan hoeveel parkeerplaatsen aangelegd moeten worden als een gebouw wordt gebouwd, uitgebreid of verbouwd voor een andere functie.
Het uitgangspunt is dat, rekening houdend met de kenmerken van de locatie en functie, het parkeren op eigen terrein opgelost dient te worden, bij voorkeur ondergronds. De parkeernormen hebben een bandbreedte om optimale flexibiliteit en maatwerk te bieden bij de realisatie van bouwplannen. In de planbeschrijving in hoofdstuk 4 wordt aangegeven hoe is omgegaan met deze uitgangspunten.

Bomenbeleid Utrecht 2009-2030 (2009)
Eén van de belangrijkste doelen van het Utrechtse bomenbeleid is een samenhangende bomenstructuur voor de stad te verbeteren en te ontwikkelen, gebaseerd op cultuurhistorische, ruimtelijke en ecologische uitgangspunten en milieu. Voor 2030 zet de gemeente in op het behoud en de ontwikkeling van de bomenstructuur. Dit zal gebeuren door twee beleidsdoelstellingen:

  • Waar mogelijk ontbrekende bomen in de bomenstructuur aanvullen om zo een samenhangende structuur te creëren.
  • De bomenstructuur verder verbeteren door extra zorg aan beheer en onderhoud te besteden.


Sinds 1 januari 2007 kennen alle gemeentelijke ruimtelijke plannen in de stad een bomenparagraaf. De bomenparagraaf biedt vanaf het begin en in alle fasen van een planproces de mogelijkheid een belangenafweging te maken over de gevolgen van een ruimtelijk plan voor bomen.

Waterplan Utrecht
Zes waterpartners, bestaande uit de Hoogheemraadschappen De Stichtse Rijnlanden en Amstel, Gooi en Vecht, Hydron Midden-Nederland, de provincie Utrecht, Rijkswaterstaat Utrecht en de gemeente Utrecht hebben het Waterplan Utrecht opgesteld. Het Waterplan Utrecht omvat een lange termijn visie tot 2030 en een uitvoeringsprogramma voor de periode 2004-2008.

Met het opstellen van het Waterplan Utrecht hebben de waterpartners afgesproken te streven naar een watersysteem voor de toekomst, dat aansluit bij de natuurlijke omstandigheden op en om Utrechts grondgebied. Om dit te bereiken is afgesproken te werken aan het terugdringen van de verontreiniging van het oppervlaktewater, stroomafwaartse gebieden niet te veel belasten met overtollig water uit Utrecht (afwenteling), veranderde waarden van het water voor de stad beter benutten (transport, toerisme, recreatie en natuur, woon- en werkomgeving) en door hechtere samenwerking meer resultaat voor hetzelfde geld. Dit is vertaald in tien ambities voor een duurzamer watersysteem voor Utrecht in 2030. Met de ambities wordt invulling gegeven aan de trits 'vasthouden, bergen, afvoeren' en aan de trits 'schoonhouden, scheiden en zuiveren'.

Dit beleid wordt voor ruimtelijke ontwikkelingen vertaald naar een watertoets welke voor dit plan is terug te vinden in de bijlagen en paragraaf 5.9.

Gemeentelijk Rioleringsplan
In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) zijn maatregelen vastgelegd om lozingen vanuit het riool terug te dringen. Eén van de maatregelen betreft de aanleg van bergbezinkbassins (BBB's). Een bergbezinkbassin zorgt voor een grotere inhoud van de riolering. Daarnaast wordt in het bassin een deel van het vuil afgevangen waardoor het overstortende water schoner wordt. Dit voorkomt stank en vissterfte in de ontvangende watergang. Naast de aanleg van de BBB's gaat de gemeente Utrecht ook andere maatregelen nemen om te voldoen aan het Rijksbeleid, zoals het vergroten van delen van de riolering en het afkoppelen van hemelwater.

Welzijn- en gezondheidsbeleid
Om de situatie voor dak- en thuislozen te verbeteren heeft Utrecht zich de afgelopen periode gericht op een verbetering van het zorgaanbod en de leefsituatie van (dreigend) daklozen en een afname van de criminaliteit en overlast door deze groep. Er werd in G4 verband (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) en met het Rijk vanaf 2006 samengewerkt onder de naam Plan van aanpak Maatschappelijk Opvang. In 2010 is gestart met de 2e fase van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang, gericht op preventie en herstel.
Voor Utrecht betekent dit dat alle dak- en thuislozen en degenen die dat dreigen te worden een persoonlijk trajectplan krijgen, gericht op wonen, zorg, inkomen en dagbesteding. Er wordt daarbij gestreefd naar passende huisvestingsmogelijkheden en voldoende voorzieningen voor patiënten met een dubbele diagnose (psychiatrie en verslaving).
Ook goede preventie van dakloosheid is een onderdeel van het beleid. Kwetsbare mensen mogen niet meer uit huis worden gezet zonder alternatief en mensen krijgen meer steun om hun financiële huishouding op orde te kunnen krijgen en te houden.
Samen met het Zorgkantoor Agis, de organisaties van de geestelijke gezondheidszorg (Altrecht, Abrona, Centrum Maliebaan en de Stichting Beschermende Woonvormen) en de maatschappelijke opvang (Leger des Heils en Stichting De Tussenvoorziening) is in Utrecht een keten van zorg- en opvangvoorzieningen gebouwd om (verslaafde) dakloze mensen een menswaardiger bestaan te bieden. Ook politie, justitie en de Utrechtse woningcorporaties hebben zich bij deze samenwerking aangesloten. De hostels, het Groene Sticht en het zorgcentrum zijn voorbeelden van deze samenwerking. De zichtbare resultaten voor de stad zijn de overlastvermindering in Hoog Catharijne en in en om het Stationsgebied.