direct naar inhoud van 4.8 Water
Plan: Oudwijkerdwarsstraat, Oudwijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPOUDWIJKERDWARSST-0601

4.8 Water


Kader
In het algemeen is het beleid van het Rijk, de provincie Utrecht, de gemeente Utrecht en het waterschap HDSR gericht op een duurzaam en robuust waterbeheer. Bij ruimtelijke ontwikkelingen worden (indien doelmatig) de waterkwaliteitstrits 'gescheiden inzamelen-gescheiden afvoeren-gescheiden verwerken' en de waterkwantiteitstrits 'water vasthouden-bergen-vertraagd afvoeren' gehanteerd. Dit beleid is per overheidsniveau in de onderstaande beleidsdocumenten verankerd:

  • Rijksbeleid: Nationaal Waterplan 2009-2015, Vijfde Nota RO, WB21, NBW, Waterwet, etc;
  • Provinciaal beleid: Nota Planbeoordeling, Provinciaal Waterplan Utrecht 2010-1015, Beleidsplan Milieu en Water, Streekplan, etc;
  • Gemeentelijk beleid: Gemeentelijk afval-, hemel- en grondwaterplan 2007-2010;
  • Waterschapsbeleid: Waterbeheerplan 2010-2015, Beleidsregels 2010 Keur 2009, Keur.


De gemeente heeft de zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater, het inzamelen en verwerken van overtollig hemelwater en het voorkomen van structurele grondwateroverlast. Het actuele beleid hiervoor is vastgelegd in het Gemeentelijk afval-, hemel- en grondwaterplan 2007-2010 en binnenkort in het Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2014. De ontwerpeisen zijn opgenomen in het Handboek Inrichting Openbare Ruimte, onderdeel riolen, rioolgemalen en drainage (versie juni 2005). Daarnaast stelt de gemeente eisen aan het ontwerp van watergangen waarvan zij eigenaar of beheerder is of wordt.

Het waterschap het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft de zorg voor het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater in het plangebied. Het beleid en de regels van het waterschap zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. De belangrijkste verordening is de keur.

Plangebied

Oppervlaktewater
In of nabij het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Het meest dichtbij gelegen oppervlaktewater betreft de Minstroom (ten zuiden van de Oudwijkerdwarsstraat) en de stadsgracht (ten oosten voorbij de Maliesingel).

De wijk Oudwijk ligt in het beheergebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), dit waterschap is verantwoordelijk voor het functionele en reguliere kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater. Bij toename van verhard, afvoerend oppervlak in het plangebied door ruimtelijke ontwikkelingen, dient conform het beleid van gemeente en waterschap extra berging worden gerealiseerd als compensatie voor de toegenomen belasting van het oppervlaktewater.

Om onnodige vervuiling van afstromend hemelwater te voorkomen, stelt HDSR eisen aan de kwaliteit en de behandeling van het afstromend oppervlak: minimale toepassing van uitloogbare materialen zoals zink, koper en lood en geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.

Waterkeringen
Het plangebied cq. de ontwikkeling grenst niet aan een regionale of primaire waterkering of waterregulerende kunstwerken.

Grondwater

Bodemgesteldheid
Van het plangebied zijn geen boringen of sonderingen bekend waaruit de grondslag kan worden afgeleidt. Het plangebied bevindt zich op een geulafzetting of oeverafzetting op geulafzetting. De verwachting is dat de ondergrond voornamelijk uit goed doorlaatbaar en infiltreerbaar zand bestaat.

1WVP

Het langjarig grondwaterregime in de diepere ondergrond wordt gereguleerd door de grondwaterstroming in het eerste watervoerend pakket (1WVP). De gemeente Utrecht beschikt sinds 1962 over een peilbuizenmeetnet. De meeste peilbuizen staan met het meetfilter in het eerste watervoerend pakket op circa 7 meter beneden maaiveld. Sinds 2002 worden de grondwaterstanden automatisch opgeslagen door dataloggers die tweemaal per dag het grondwaterpeil registreren. Het doel van het meetnet is om informatie over de stijghoogten en stromingsrichting van het grondwater te verkrijgen.

De gemiddelde, langjarig karakteristiek grondwaterstanden van het eerste watervoerend pakket (1WVP) zijn afgeleid uit de dichtstbijzijnde peilbuizen en vastgelegd in de Grondwatercontourkaart Utrecht (Wareco, 26-03- 2008). Op basis van deze kaart wordt voor het plangebied de volgende gemiddelde grondwaterstanden verondersteld: droge periode = NAP +0.4 m, natte periode = NAP +0.7 m en gemiddeld = NAP +0.5 m. De grondwaterstroming is noordwestelijk gericht.

Invloed ontwikkeling
De ontwikkeling omvat geen (half)verdiepte bouwlagen als parkeergarages of kelders. Het plangebied ligt buiten de contourgrens van een beschermings- en aandachtsgebied van een drinkwaterwingebied. De ontwikkeling heeft geen invloed op het langjarig grondwaterregime.

Ontwateringsdiepte en drooglegging
De aansluiting met de Bloesemstraat (achterpad) bevind zich globaal op NAP +2.50 m, de rijbaan van de Oudwijkerdwarsstraat (voorzijde) ligt globaal op NAP +2.25/+2.35 m.

De drooglegging, het niveauverschil tussen het laagste maaiveld (globaal NAP +2.25 m) en het peilgebied van de Minstroom / stadsgracht (streefpeil NAP +0.6 m) bedraagt circa 1,65 m. Hoewel deze waarde voldoet aan de formele droogleggingseis van de gemeente Utrecht van 1,0 m is de drooglegging niet representatief voor de geohydrologische situatie vanwege de forse afstand tot het dichtstbijzijnde oppervlaktewater.

De ontwateringsdiepte, het niveauverschil tussen maaiveld (NAP +2.25 m) en de hoogste grondwaterstand (NAP +0.7 m) bedraagt circa 1,55 m. Een ontwateringsdiepte van 1,55 m voldoet ruimschoots aan de formele minimale ontwateringsdiepte van 0,7 m die de gemeente Utrecht voor bebouwd stedelijk gebied hanteert.

Bestaande en toekomstige situatie Riolering

Stelseltype
De wijk Oudwijk is voorzien van een gemengd stelsel. De rijbanen, verhardingen en aangrenzende bebouwing van de Bloesemstraat en Oudwijkerdwarsstraat zijn aangesloten op het gemengd riool dat het ingezamelde afvalwater uiteindelijk naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Zandpad transporteert.

Riolering
In de Bloesemstraat bevindt zich een gemengd riool BT Ø300 mm (b.o.b. NAP +0.80 m) met een uitlegger PVC Ø200 met ontstoppingsput op 0.8 m –mv diepte. Het gemengd riool in de Oudwijkerdwarsstraat is 300\450 mm groot (b.o.b. NAP +0.23/+0.27 m).

Afvoerend oppervlak
Conform het gemeentelijk en waterschapsbeleid dient het hemelwater bij sloop-nieuwbouw ontwikkelingen lokaal worden verwerkt waarbij aan de kwantiteits- en kwaliteitstrits wordt voldaan. Het doel van dit beleid is om de oorspronkelijke, voorstedelijke waterhuishouding zoveel mogelijk te benaderen en de bestaande riolering en zuivering zo min mogelijk te belasten met schoon hemelwater.

In de huidige situatie is het plangebied grotendeels verhard. Het perceel omvat relatief veel bebouwing en nagenoeg het gehele binnenterrein is verhard. Het binnenterrein is voorzien van elementenverharding, het pad naar de Bloesemstraat is halfverhard met onverharde stroken. Het merendeel van het ontvangend hemelwater wordt in de bestaande situatie naar het gemengd stelsel afgevoerd. Het is niet bekend of het afvalwater gemengd (met een gemengde binnenriolering) of gescheiden wordt aangeboden.

In de toekomstige situatie wordt het binnenterrein ingericht met tuintjes en verhardingen (paden en terrassen). De bestaande verhardingen worden afgekoppeld van het gemengd riool. Het hemelwater dat op het toekomstige binnenterrein valt, infiltreert via het groen en de voegen van de verharding in de bodem. Om de afwatering van het binnenterrein en de ontwatering van de ondergrond te waarborgen, dient een (ondergrondse) infiltratievoorziening te worden aangelegd. Vanwege het ontbreken van nabijgelegen oppervlaktewater of een hemelwaterstelsel, dient de (nood) overloopvoorziening van de infiltratievoorziening aangesloten te worden op het gemengd riool.

Het plan voorziet in het handhaven van de bebouwing. De platte daken die naar het binnenterrein afstromen, dienen indien mogelijk ook aangesloten te worden op de infiltratievoorziening. De daken die op de riolering in de Oudwijkerdwarsstraat) lozen, blijven aangesloten op het gemengd stelsel.

Op basis van het inrichtingsplan neemt het verhard, afvoerend oppervlak door de aanleg van twee perkjes op het binnenterrein met circa 155 m2 af.

Afkoppelen
Het plangebied is niet geschikt voor afkoppelen en aansluiting op een ander systeem vanwege het ontbreken van nabijgelegen oppervlaktewater of een hemelwaterstelsel. Door de forse ontwateringsdiepte en de zandige bodemgesteldheid is de locatie wel geschikt voor infiltratie. Bij de ontwikkeling worden dan ook de verhardingen van en indien mogelijk ook de daken aan het binnenplein afgekoppeld en geschikt gemaakt voor infiltratie van hemelwater. Bij de uitwerking van het ontwerp dient zoveel mogelijk hemelwater van afvoerend oppervlak duurzaam te worden verwerkt.

Wateropgave
In de bestaande situatie is er is geen sprake van een wateropgave in of rondom het plangebied. Op basis van het inrichtingsplan neemt het verhard, afvoerend oppervlak door de aanleg van twee perkjes op het binnenterrein, zoals reeds aangegeven, met circa 155 m2 af.

Systeemkeuze
Het principe van waterpasserende verharding in combinatie met een IT-riool (met overloopvoorziening) lijkt het meest kansrijk en wenselijk. Bij dit systeem infiltreert de meeste neerslag door de voegen van de waterpasserende verharding om vervolgens in het wegcunet te percoleren.

Bij hevige neerslag stroomt het overschot aan hemelwater oppervlakkig af naar de kolken en wordt het met een infiltratie-transportleiding (IT-riool) ingezameld, geborgen en geïnfiltreerd. Dit IT-riool dient tevens als drainageleiding van het wegcunet.

Om ook bij hevige buien de neerslag zonder wateroverlast te kunnen verwerken, moet een dergelijk systeem voorzien worden van een overstortvoorziening naar het gemengd stelsel. Het gemengd riool in de Bloesemstraat heeft voldoende afvoercapaciteit om de extra afvoer van hemelwater door deze ontwikkeling te kunnen verwerken.
Het ontwerp van waterpasserende verharding dient gericht te zijn op een robuuste systeemwerking en een optimaal beheer en onderhoud in de gebruiksfase. Het ontwerp dient te voldoen aan de ontwerpeisen van de gemeente Utrecht die zijn opgenomen in het vigerend Handboek Inrichting Openbare Ruimte (onderdeel riolen, rioolgemalen en drainage).

Het huishoudelijke afvalwater van de te realiseren woningen en appartementen dient onder vrijverval op de bestaande gemengd riolering te worden geloosd. Alle nieuwe woningen / appartementen dienen een aparte huisaansluiting te krijgen. Voor de aansluiting van de woningen op de openbare riolering is een aansluitvergunning vereist van de dienst Stadswerken.

Het plangebied grenst niet aan een rioolgemaal of aan een rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Watervergunning
De ontwikkeling omvat geen activiteiten of aspecten die in het kader van de Keur of de Watervergunning vergunningsplichtig zijn. Wellicht is er wel een melding nodig is voor de grondwateronttrekking bij de aanleg van het infiltratieriool.
De noodoverloopvoorziening van het infiltratieriool op het gemengde stelsel dient te worden voorzien van een terugslagklep, zodat er geen water vanuit het gemengde stelsel in het infiltratieriool kan stromen. Dit aspect zal te zijner tijd met de verlener van de aansluitingenvergunning/bouwaanvraag ter goedkeuring afgestemd moeten worden.

Het toepassen van uitlogende materialen (lood, koper, zink en bitumen) zonder KOMO-keurmerk is niet toegestaan.

Onttrekking en lozen van grondwater
Het plan voorziet in hergebruik van de bestaande bebouwing. Hierdoor is er geen sprake van onttrekking en lozing van grondwater tijdens de bouwfase of de gebruiksfase.

Conclusie
In de bestaande situatie is er is geen sprake van een wateropgave in of rondom het plangebied. Op basis van het inrichtingsplan neemt het verhard, afvoerend oppervlak door de aanleg van twee perkjes op het binnenterrein met circa 155 m2 af.

Het ontwerp van waterpasserende verharding dient gericht te zijn op een robuuste systeemwerking en een optimaal beheer en onderhoud in de gebruiksfase. Het ontwerp dient te voldoen aan de ontwerpeisen van de gemeente Utrecht die zijn opgenomen in het vigerend Handboek Inrichting Openbare Ruimte (onderdeel riolen, rioolgemalen en drainage).

De verhardingen van het binnenterrein en de aangrenzende daken worden afgekoppeld van het gemengd riool en aangesloten op een infiltratievoorziening met overloop naar het gemengd riool.

De ontwikkeling 'Oudwijkerdwarsstraat 74-76' heeft positieve gevolgen voor de waterhuishouding.