Plan: | Koningsweg 104-106-108 Aurora, Lodewijk Napoleonplantsoen e.o. |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPKONINGSAURORA-0601 |
Luchtkwaliteit heeft betrekking op luchtverontreiniging door gasvormige stoffen en verontreiniging van de lucht met stof, door met name verkeer. De luchtkwaliteit beïnvloedt in belangrijke mate de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Wegverkeer is samen met de hoge achtergrondconcentratie in Utrecht, in belangrijke mate van invloed op de luchtkwaliteit. In november 2007 is de wijziging van de Wet milieubeheer met betrekking tot luchtkwaliteit in werking getreden. Deze wetswijziging staat bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. Deze wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005.
Artikel 5.16 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) geeft een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarbij luchtkwaliteitseisen een directe rol spelen, zoals bij bestemmingsplannen. Een bestemmingsplan kan worden vastgesteld indien:
Voor kleinere ruimtelijke ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft InfoMil insamenwerking met het ministerie van VROM (thans Infrastructuur en Milieu), een rekenprogramma ontwikkeld. Daarmee kan op een vrij eenvoudige wijze worden bepaald of een plan niet in betekende mate (NIBM) bijdraagt aan de luchtverontreiniging.
De berekeningen zijn uitgevoerd met het rekenprogramma (rekentool) uit 2011.
Om te bepalen of het plan bijdraagt aan de luchtverontreiniging dient de verkeersaantrekkende werking van het plan te worden bepaald. In het plangebied worden 62 studentenwoningen en 6 starterswoningen gerealiseerd. Voor nieuwe woningen is het gebruikelijk om uit te gaan van 5 voertuigbewegingen per woning per etmaal. In casu gaat het dan om maximmaal 340 voertuigbewegingen.
Het autogebruik voor studentenwoningen ligt echter significant lager dan voor standaard woningen. In de CROW publicatie Verkeersgeneratie Voorzieningen, kengetallen gemotoriseerd verkeer, wordt er van uitgegaan dat slechts 7% van de studenten gebruik maakt van een auto om naar school te gaan. Het meerendeel gebruikt de fiets of het openbaar vervoer. De verkeersaantrekking van 340 motorvoertuigen is derhalve een ruime overschatting.
Uitgaande van de verkeersaantrekkende werking van 340 motorvoertuigen volgt uit berekeningen dat de toename in de jaargemiddelde concentratie maximaal 0,23 ug/m³ voor NO2 en 0,09 ug/m³ voor PM10. Dat wil zeggen dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging in de omgeving. De resultaten zijn bijgevoegd in de bijlagen.
Nu met de 'worst case benadering' reeds ruimschoots wordt voldaan aan de NIBM regeling is het niet aannemlijk dat het plan in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreinining van de omgeving. Luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering voor dit plan.