direct naar inhoud van 4.6 Bodemkwaliteit
Plan: HOV om de Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHOVOMDEZUID-0601

4.6 Bodemkwaliteit

4.6.1 Toetsingskader

Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op een schone bodem gerealiseerd te worden. Voorafgaand aan een functiewijziging of herinrichting van een gebied, dient op basis van ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, namelijk het historisch bodemonderzoek, vastgesteld te worden of ter plaatse geen risico van bodemverontreiniging bestaat.

Naast preventie en het wegnemen van risico's, is het beleid van de gemeente erop gericht het 'standstill'-principe te hanteren, dat wil zeggen: de bodemkwaliteit mag in ieder geval niet verslechteren. Waar mogelijk wordt gestreefd naar verhoging van de kwaliteit ten aanzien van de woonbestemming.

4.6.2 Onderzoeksresultaten

Langs het tracé van de trambaan zijn verschillende bodemonderzoeken uitgevoerd. Een ervan is een verkennend bodemonderzoek. Uit dit onderzoek blijkt dat er binnen het plangebied een sterke verontreiniging met asbest is aangetroffen. Ook zijn plaatselijk overschrijdingen voor PAK aangetoond. Ter plaatse van de Westerkade is een verontreiniging met VOCL aangetroffen. En op het Oude Houtensepad is een matige tot sterke verontreiniging met koper. Daarnaast zijn er diverse lichte verontreinigingen aangetroffen die geen belemmering vormen voor de beoogde ontwikkeling.

Om de omvang van de verontreiniging van PAK en asbest te bepalen is een nader bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit nader bodemonderzoek blijkt dat de omvang van de plaatselijke verontreiniging van PAK zodanig klein is (hooguit 20 m³) dat er geen sprake is van ernstige bodemverontreiniging, daarentegen moet de grond wel worden gereinigd of gestort. Ter plaatse van de asbestverontreiniging wordt de grond niet geschikt geacht voor de beoogde bestemming. Voor deze verontreiniging wordt een saneringsplan voorzien.

Met betrekking tot de verontreiniging aan de Westerkade wordt geconcludeerd dat uit een recent uitgevoerd actualiserend en nader bodemonderzoek blijkt, dat de verontreiniging zich nauwelijks verplaatst en dat de concentraties dalen. Grondwatersanering van de VOCL-verontreiniging in deze buurt is in principe niet nodig. Echter, als een bronbemaling moet plaatsvinden, zal het grondwater gesaneerd moeten worden. Een en ander is nog afhankelijk van het VOCL-beleid dat de gemeente Utrecht momenteel ontwikkeld. Ter plaatse van Westerkade 37 (de voormalige verffabriek) zal bij de sloop van dit pand bodemsanering plaatsvinden, die is afgestemd op het te bouwen tramviaduct ter plaatse.

De verontreiniging ter plaatse van het Oude Houtensepad zal als onderdeel van de aanleg van de onderbouw worden gesaneerd door de aannemer. Deze zal met het BUS-melding het bevoegd gezag informeren over de sanering.

4.6.3 Conclusie

De conclusie is dat het plan niet wordt beperkt door het aspect bodemkwaliteit. Voor de verontreinigde locaties is een saneringsplan opgesteld, na sanering wordt de grond geschikt geacht voor de beoogde bestemmingen.