HOV om de Zuid

3.2 Tracédelen

Binnen het HOV-tracé worden de volgende tracédelen onderscheiden (zie figuur 3.1). Deze tracédelen zijn verdeeld op basis van stedelijke en landschappelijke gebieden zoals benoemd zijn in de Structuurvisie Utrecht 2015-2030;

• tracédeel S: Adema van Scheltemabaan;
• tracédeel A1: Vaartsestraat-Pelikaanstraat;
• tracédeel A2: Begraafplaatsen tot sportvelden Maarschalkerweerd-zuid;
• tracédeel A3: Sportvelden Maarschalkerweerd-zuid tot Laan van Maarschalkerweerd;
• tracédeel B1: Koningsweg tot A27;
• tracédeel B2: A27 tot Uithof;
• tracédeel U: Uithof (universiteit, ziekenhuizen).

De tracédelen S en U vallen buiten dit bestemmingsplan. Deze delen worden planologisch geregeld in andere bestemmingsplannen en worden derhalve niet besproken in dit hoofdstuk.

3.2.1 Tracédeel A1: Vaartsestraat-Pelikaanstraat

3.2.1.1 Bestaande situatie

De gebieden waar dit tracédeel doorheen loopt, is in de Structuurvisie benoemd als 'gemengd' stedelijk, woongebied. Vanaf de Adema van Scheltemabaan tot aan de kruising met de Laan van Soestbergen is sprake van een stedelijke woonomgeving. Zowel aan de Vaartsestraat als de Pelikaanstraat is sprake van woonbebouwing aan één zijde van de straat. De straten hebben een stedelijk karakter, met parkeerplaatsen aan weerszijden, aparte trottoirs en bomen. Door de aanwezigheid van het spoortalud hebben de straten een groen karakter, hoewel het talud wordt afgeschermd met een hekwerk.

3.2.1.2 Toekomstige situatie

Vanaf de Adema van Scheltemabaan tot aan de Algemene begraafplaats Soestbergen wordt de trambaan hoog in het talud tegen het spoor aangelegd. Deze hoge ligging is onder andere nodig om de Bleekstraat en de Vaartsche Rijn ongelijkvloers te kruisen en het ruimtebeslag op straatniveau in de Vaartsestraat en de Pelikaanstraat zo beperkt mogelijk te houden. Bovendien kan door deze situering een zo groot mogelijke afstand tot de woningen worden aangehouden. Boven de Vaartsche Rijn wordt een gecombineerde halte voor de trein en de trambaan gerealiseerd en zal daarmee een functie als overstapstation krijgen. Het treindeel van het station Vaartsche Rijn is opgenomen in het tracébesluit.

Het spoortalud zal deels onder de trambaan doorlopen met halverwege een beperkte grondkerende voorziening. Het gaat om voorzieningen om de veilige beschikbaarheid en berijdbaarheid van de spoorbaan te kunnen garanderen. Dit geldt voor vrijwel het gehele deel van A1. Ter hoogte van de Pelikaanstraat zal tussen het talud/kerende voorziening en de gevel aan de straatzijde de mogelijkheid voor de bouw van bergingen opgenomen.

Het tracé ligt direct tegen de bestaande straatinrichting, waardoor parkeerplaatsen en bomen moeten wijken. Ter hoogte van de Vaartsche Rijn (Westerkade) bevindt zich binnen het tracé het pand van een voormalige verffabriek. In dit pand zijn onder andere woningen en een restaurant gevestigd. Dit pand zal worden gesloopt.

Op de Adema van Scheltemabaan rijdt de tram samen met de stadslijnen 8 en 13 en de streeklijnen naar Bunnik/Wijk bij Duurstede. Ter hoogte van de Vaartsestraat zal de tram en de bus gescheiden worden, waarbij de tram op het HOV-viaduct gaat rijden en de bussen op de busbaan bij de Vaartsestraat.

3.2.1.3 Ruimtelijke inpassing

Halte Vaartsche Rijn

Bij het ontwerp van de halte Vaartsche Rijn is uitgegaan van drie uitgangspunten:

• de halte krijgt een functie als poort naar de binnenstad: behalve een plek om in en uit te stappen ook een plek om de binnenstad binnen te komen of te verlaten;
• de hoofdentree van de halte komt aan de zijde van de door te trekken Oosterkade;
• de halte krijgt een functie als transfer- en verblijfsgebied.

De uitgangspunten zijn vertaald in een ontwerp, dat wat betreft de HOV-halte bestaat uit twee zijperrons van 80 m lengte, deels voorzien van een overkapping. De bouwhoogte hiervan is maximaal 9 m. De toegangstrappen sluiten aan op de door te trekken Oosterkade. Deze toegangen worden gemarkeerd door poorten, waarbij ook de benodigde lift is opgenomen. Aan de noordzijde komt een extra trap naar de Westerkade, waardoor een voetgangersverbinding ontstaat over de Vaartsche Rijn. De Westerkade is ook voor autoverkeer beschikbaar.

De poortfunctie van de halte is uitgewerkt door de entrees aan de Oosterkade als poort uit te werken. Deze poort is maximaal 11 m boven maaiveld.

De halte Vaartsche Rijn wordt ontwikkeld als knooppunt, dat de aangrenzende wijken middels attractieve langzaamverkeersverbindingen onder het spoor door, verbindt. Dit wordt enerzijds bereikt door de publieke functie van de halte zelf en het beperkt toevoegen van commerciële functies onder de trambaan, anderzijds door een kwalitatieve hoogwaardige vormgeving en inrichting van de halte en de directe omgeving.

Hiertoe kan op de hoek bij de halte Vaartsche Rijn maximaal 200 m² bvo aan detailhandel, dienstverlening en horeca worden gerealiseerd. Deze functie heeft aan de Oosterkade een positieve invloed op de vermindering van de barrièrewerking en de vergroting van de sociale veiligheid. De onderzijde van het viaduct is ongeveer gelijk aan de hoogte van het nieuwe spoorviaduct, waardoor een sociaalveilige doorgang onder de spoorbundel tot stand komt. De doorgang is vooral sociaal veilig vanwege het overzicht, de grote breedte en de aanwezigheid van functies in de zijwanden.

Parkeergarage Vaartsche Rijn

In het ontwerp van de halte Vaartsche Rijn is een parkeergarage van circa 210 parkeerplaatsen opgenomen onder de spoorbaan en (gedeeltelijk) de HOV-baan, tussen de Oosterkade en de Albatrosstraat. Ook is in het ontwerp een beheerdersruimte voor de parkeergarage opgenomen en zijn de in-en uitritten opgenomen. De ontsluiting van de parkeergarage is gelegen aan de Baden Powellweg, die hiervoor in beperkte mate aangepast moet worden. De parkeervoorziening is bedoeld voor omwonenden en bedrijven in de omgeving, voor parkeerbehoefte van de zuidelijke oude binnenstad en voor de toekomstige ontwikkeling Rotsoord. De oppervlakte van de parkeergarage is ongeveer 6500m2, inclusief de ruimte onder de HOV-baan. In de totale ruimte onder de sporen en de HOV-baan zijn maximaal 240 parkeerplaatsen mogelijk. In de consultatie in de periode van juli t/m december 2007 op het ruimtelijk ontwerp voor de station Vaartsche Rijn is ingesproken op de parkeergarage onder het station. Als gevolg daarvan is het aantal parkeerplaatsen beperkt tot circa 210 om ruimte te scheppen onder de HOV-baan voor de bergingen voor bewoners. Reden voor het opnemen van deze wijzigingsbevoegdheid is dat het ontwerp van de parkeergarage nog niet geheel is uitgewerkt. Ook zijn nog niet alle milieuonderzoeken gereed die nodig zijn voor een definitieve bestemming.

Geluidschermen

Langs de hooggelegen trambaan wordt aan beide zijden van de trambaan een geluidsscherm aangebracht. Om de hoogte zoveel mogelijk te beperken wordt dit geluidsscherm niet gecombineerd met een geluidsscherm voor de spoorlijn. Spoor en tram krijgen dus eigen schermen. De hoogte van het geluidsscherm voor de tram blijft beperkt tot 1,2 m ten opzichte van de bovenzijde van de trambaan en zullen ter plaatse van de halte worden uitgevoerd met transparant materiaal.

Pelikaanstraat en Vaartsestraat

Gezien de relatief korte afstand tussen de trambaan en de bestaande bebouwing aan de Pelikaanstraat en de Vaartsestraat is de kwaliteit van de leefomgeving een belangrijk punt. De stedenbouwkundige visie is er daarom op gericht om de trambaan en de sporenbundel waar mogelijk te integreren. Bij de ruimtelijke inpassing en vormgeving is het uitgangspunt het profiel van de trambaan zo smal mogelijk te maken en zo dicht mogelijk op de spoorbaan te realiseren. De trambaan zal op een afstand van variërend 9 tot 15 m van de bestaande woonbebouwing worden gerealiseerd. Het geluidsscherm is geïntegreerd in de keermuur die al voorzien was. Het HOV-viaduct wordt daardoor niet hoger door het geluidsscherm.

Door de komst van de trambaan verandert het straatbeeld van de Pelikaanstraat en in mindere mate ook de Vaartsestraat. In de Pelikaanstraat maken de bestaande bomenrijen en het spoortalud plaats voor een gevel onder de trambaan. Deze gevel komt ook terug in de Vaartsestraat. Deze gevel heeft, inclusief het 1,2 m hoge geluidsscherm langs de trambaan, een hoogte van maximaal circa 6,5 m boven straatniveau. De bestaande woningen zijn in het algemeen 2 tot 3 lagen hoog. Dit gecombineerd met de afstand van circa 9 tot 15 m tussen de woningen en de trambaan, zal het beeld ontstaan van een stedelijke woonstraat. Het is geen ruim profiel, maar in een stedelijk gebied als Utrecht is een dergelijk profiel niet ongebruikelijk. Onder de trambaan komt ruimte voor bergingen voor bewoners van aangrenzende woningen.

Om te voorkomen dat de gevels in de Vaartsestraat en Pelikaanstraat de lengterichting van de trambaan te veel benadrukken, worden in de bakstenen gevels, kaders met een breedtemaat van circa 4,5 m aangebracht. Deze verdeling komt min of meer overeen met de gevelindeling van de bestaande woningen aan de overzijde van de straat. Om een verdere verticale geleding te verkrijgen, krijgen de kaders op bijzondere plekken, zoals bij straathoeken en dwarsstraten, een grotere hoogte. Binnen de kaders zijn verschillende gevelinvullingen mogelijk. Bij de herinrichting van de Pelikaanstraat zullen de bewoners worden gevraagd mee te denken.

In het collegeprogramma 2006-2010 is het tracé van de HOV herbevestigd. Daarbij is tevens vastgelegd dat de bewoners van de Pelikaanstraat gecompenseerd zouden worden. In juni 2008 heeft het college besloten als compensatie bergingen onder de HOV-baan aan te bieden. Daarover is nog overleg met de bewoners van de Pelikaanstraat. Deze bergingen worden met dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt.

Bezonning

De HOV om de Zuid komt in de Vaartsestraat en Pelikaanstraat te liggen tussen de spoorbaan en de bestaande (woon)bebouwing. Met een bezonningsstudie is onderzocht welke invloed de bouw van de HOV-baan heeft voor de bezonning of schaduwhinder op de bestaande bebouwing.

Er bestaan geen landelijk wettelijk vastgelegde normen en eisen waaraan het plan HOV Om de Zuid ten aanzien van bezonning voor de bebouwing moet voldoen. De optredende effecten op de bezonning in het plangebied kunnen in navolging van de Raad van State worden getoetst aan de TNO-normen voor bezonning. De TNO-norm is: minimaal 2 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode van 19 februari – 21 oktober (gedurende 8 maanden ) in midden vensterbank binnenkant raam. TNO heeft ook een 'maximale-urennorm' beschreven: ten minste 3 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode 21 januari – 22 november (gedurende 10 maanden) in midden vensterbank binnenkant raam. In het onderzoek is aan beide normen getoetst.

Conclusie

Door de realisatie van de HOV-baan in de Spoorzone zal, vergeleken met de bestaande situatie, schaduwhinder op een aantal bestaande woningen in met name de Pelikaanstraat en Vaartsestraat ontstaan.

Voor alle woningen aan de HOV-lijn wordt ruimschoots aan de minimale TNO-norm. Het merendeel voldoet niet aan de maximale urenTNO-norm.

In het algemeen kan worden gesteld dat qua schaduwwerking sprake is van een situatie die vergelijkbaar of beter is dan de situatie in een stedelijke woonstraat. Omdat bovendien voldaan wordt aan de TNO-norm, en gezien het grote maatschappelijke belang van de HOV-baan, kan worden geconcludeerd dat schaduwwerking geen belemmering vormt voor deze ontwikkeling.

Parkeerplaatsen

Als gevolg van de aanleg van de trambaan vervalt in de Vaartsestraat en de Pelikaanstraat een aantal parkeerplaatsen:

• Vaartsestraat: 5 parkeerplaatsen;
• Pelikaanstraat: westelijk deel 17 parkeerplaatsen;
• Pelikaanstraat: oostelijk deel 11 parkeerplaatsen.

De plaatsen worden in de Pelikaanstraat en de Vaartsestraat zelf teruggebracht. In overleg met de bewoners zal worden bekeken op welke manier deze plaatsen kunnen worden teruggebracht.

3.2.2 Tracédeel A2: Begraafplaatsen tot sportvelden Maarschalkerweerd-zuid

3.2.2.1 Bestaande situatie

De gebieden waar dit tracédeel doorheen loopt, is in de Structuurvisie benoemd als 'stedelijke groenstructuur'. Het gebied heeft deze kwalificatie doordat hier twee monumentale begraafplaatsen en verdedigingswerken in een groene setting liggen. De begraafplaatsen Soestbergen en Kovelswade zijn rijksmonumenten en hebben een groene uitstraling door de aanwezige bomen. De strook tussen de begraafplaatsen en het spoor is op dit moment ingericht als groenstrook. Tegen oostzijde van de Waterlinieweg liggen de Lunetten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Voorbij deze forten ligt het open schootsveld, dat van oorsprong nauwelijks is bebouwd. Dit schootsveld is geen rijksmonument. Langs een deel van de HOV-baan ligt buiten het bestemmingsplangebied de Oosterspoorbaan, deze is spoorlijn is in gebruik voor het spoorwegmuseum.

3.2.2.2 Toekomstige situatie

Ook hier geldt dat het nieuwe tracé zoveel mogelijk tegen de spoorlijn wordt aangelegd. Vanaf de Laan van Soestbergen zakt het tracé weer naar het maaiveld en ligt het in de strook tussen de aanwezige monumentale begraafplaatsen en de spoorlijn Utrecht-Centraal Station-Lunetten. Voorbij begraafplaats Kovelswade kruist het tracé de Waterlinieweg. Direct voorbij de Waterlinieweg kruist de trambaan, samen met de spoorbaan Utrecht–Arnhem, de fortgracht tussen Lunet II en Lunet III. De trambaan volgt vanaf de Lunetten het spoor Utrecht-Arnhem. Ter hoogte van de Oud Wulverbroekwetering buigt het tracé noordwaarts af richting de Koningsweg. Ten oosten van de Lunetten doorsnijdt het tracé percelen die in particulier eigendom zijn. Deze percelen hebben een gevarieerd gebruik. Vanaf de kruising met de Oud Wulverbroekwetering loopt het tracé over het oostelijke deel van het huidige sportcomplex in de richting van de Laan van Maarschalkerweerd.

Om de spoorbaan en het wisselcomplex gelegen ten zuiden van de HOV-baan te bereiken, is in de Maarschalkerweerd voorzien in een bereikbaarheidsweg, die aansluit op de Koningsweg. Een tweede bereikbaarheidsweg kruist de HOV-baan vanaf het Oude Houtense pad en is voor onderhoud en calamiteiten. De bereikbaarheidswegen zijn opgenomen in het tracébesluit voor het spoor.

Het bestemmingsplan bevat een wijzigingsbevoegdheid om een ongelijkvloerse kruising van de tram over de Oosterspoorbaan aan te leggen.

3.2.2.3 Ruimtelijke inpassing

Begraafplaatsen

Bij begraafplaats Kovelswade liggen de graven op afstand van de HOV-baan en is aanpassing van de baanbreedte niet nodig. Bij Soestbergen liggen de graven dichter bij de HOV-baan. Ter bescherming van de begraafplaats Soestbergen is hier de trambaan versmald door de baan op een kunstwerk aan te leggen. Door deze constructie wordt de oppervlakte- en grondwaterhuishouding zo min mogelijk verstoord, waardoor de bestaande bomen zoveel mogelijk worden gespaard. Over de gehele lengte van de begraafplaats wordt als afscheiding van de trambaan een muur geplaatst van circa 1,2 m hoog. De hoogte van deze muur moet zorgen voor intimiteit op de begraafplaats enerzijds en zicht naar buiten anderzijds. Ook moet vanuit de tram zicht op de begraafplaats mogelijk blijven. De muur staat buiten de grenzen van de begraafplaats.

Ter hoogte van de begraafplaats Kovelswade ligt de trambaan grotendeels buiten de grenzen van de begraafplaats, met uitzondering van een smalle strook ( 0 tot 3 meter) van circa 200 m lengte. Deze strook is nu ingericht als groene afscherming met bomen en hogere begroeiing. In de buurt van deze strook zijn geen graven aanwezig. De herinrichting zal zorgvuldig worden uitgevoerd met beplanting. Hier geldt het behoud van het groene en meer besloten karakter als uitgangspunt. Vanwege de beschikbare ruime is een afscheiding tussen de trambaan en begraafplaats met beplantingen goed inpasbaar.

In paragraaf 4.10 wordt nader ingegaan op de inpassing van de trambaan in relatie tot de monumentale begraafplaatsen.

Kruising Oosterspoorbaan

De HOV Om de Zuid kruist de huidige Oosterspoorbaan. Op verzoek van de gemeente heeft de Minister van V&W op 31 maart 2008 ingestemd met het uitvoeren van een planstudie voor deze kruising. Als gevolg van het spoorproject VleuGel is de verbinding Oosterspoorbaan richting Den Bosch reeds vervallen. In het afgelopen jaar heeft de gemeente Utrecht, in overleg met ProRail en het BRU, middels een quickscan de saneringsplanstudie en de gelijkvloerse variant van de trein-tramkruising voorbereid. Uit het oogpunt van aanlegkosten, exploitatie, veiligheid en inpassing van de tram blijkt een gelijkvloerse kruising echter niet wenselijk. De gemeente acht opheffing van de Oosterspoorbaan de meest wenselijke oplossing, waarbij de tram door kan rijden zonder dat het een spoorbaan hoeft te kruisen. Uit de quickscan blijkt dat er goede alternatieven zijn voor de huidige spoorfuncties op de Oosterspoorbaan (goederenvervoer en pendeltrein naar het spoorwegmuseum). De gemeente heeft de minister van V&W september 2009 gevraagd de planstudie voor de opheffing van de Oosterspoorbaan te starten, met het verzoek hierover medio 2010 een besluit te nemen. De gemeente heeft dan ook goede hoop dat de minister tot een besluit tot opheffing zal komen. Indien de minister niet (tijdig) positief besluit, biedt het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid om een ongelijkvloerse kruising van de tram over de Oosterspoorbaan aan te leggen. Burgemeester en wethouders van Utrecht zullen deze wijzigingsbevoegdheid slechts toepassen indien de ongelijkvloerse kruising voldoet aan eisen van milieu en goede ruimtelijke inpassing.

Kruising Waterlinieweg

Onder het viaduct van de Waterlinieweg zal een deel van de opslagruimte die nu nog in gebruik is bij de Monumentenwacht, worden verwijderd om plaats te bieden voor de trambaan. Bij de onderdoorgang van de Waterlinieweg wordt rekening gehouden met een ecologische verbinding tussen de begraafplaatsen en Maarschalkerweerd. De ecologische verbinding bestaat onder de Waterlinieweg uit een onverharde strook grond met enige begroeiing en oude boomstammen. Indien gewenst kan hier in de toekomst een recreatieve verbinding worden gerealiseerd tussen de begraafplaats en de Lunetten.

Kruising fortgracht Lunetten

Bij Lunet II gaat de trambaan met een brug over de verbindende fortgracht, die onderdeel vormt van het rijksmonument. Ter plaatse van deze gevoelige kruising is aan het tracé extra aandacht gegeven; de extra doorsnijding dient het monument uiteraard zoveel mogelijk te ontzien. Ten behoeve van de wandelroute "rondje Forten" wordt een voetgangersbrug aangelegd, die tegen de HOV-brug wordt aangebouwd. Het ontwerp met een brug sluit aan op de monumentale omgeving, hierbij wordt de continuïteit en de beleving van de fortgracht tussen de Lunetten zoveel mogelijk behouden. In paragraaf 4.10 is nader ingegaan op de inpassing van de trambaan bij dit monument.

Maarschalkerweerd-Zuid

Ten oosten van de Waterlinieweg voegt de trambaan zich in zijn vormgeving naar het open landschap. Vanwege de historische landschappelijke openheid is er voor gekozen om in het gebied Maarschalkerweerd langs de trambaan geen bomenrijen aan te planten en geen lichtmasten te plaatsen om vleermuizen niet te verstoren. Deze inrichting is in overeenstemming met het natuurlijke/ecologische gebruik van het gebied; met name nieuwe bomenrijen zouden bestaande migratieroutes voor vleermuizen kunnen verstoren, terwijl lichtmasten de jaaggebieden van deze dieren zouden verstoren. Om vleermuizen de gelegenheid te geven om de trambaan te kunnen kruisen, komt in de bocht een zogeheten 'hop over'. Dit zijn boomgroepen aan weerszijden van de trambaan, waarlangs vleermuizen zich kunnen verplaatsen.

Onder de trambaan komen drie ecologische duikers, die aansluiten op de ecoduikers, die onder de spoorlijn worden aangelegd. Hierdoor blijft onder andere de ecologische verbindingszone langs de Wulverbroekerwetering gehandhaafd. Een aantal van de percelen in dit deel van Maarschalkerweerd is in particulier eigendom. De trambaan komt naast de bestaande spoorlijn te liggen en snijdt een strook van de percelen af. Op en langs het tracé staat op deze percelen een aantal opstallen. Deze zullen worden gesloopt. De komst van de trambaan heeft daardoor een impact op het huidige gebruik. Met de eigenaren en gebruikers van deze percelen wordt in overleg getreden over de aankoop van de gronden. Het streven is de bestaande functies zoveel mogelijk te behouden.

3.2.3 Tracédeel A3: Sportvelden Maarschalkerweerd-Zuid tot Koningsweg

3.2.3.1 Bestaande situatie

De gebieden waar dit tracédeel doorheen loopt, is in de Structuurvisie benoemd als 'stedelijke groenstructuur'. In de bestaande situatie liggen hier sportvelden van het sportpark Koningsweg.

3.2.3.2 Toekomstige situatie

Het tracé van de trambaan buigt vanaf de Oud Wulverbroekwetering met een bocht van de spoorweg af en gaat solitair richting de Koningsweg. De trambaan gaat hier over het Sportpark Koningsweg. Ter hoogte van de Koningsweg is een halte gesitueerd.

3.2.3.3 Ruimtelijke inpassing

Sportpark Koningsweg

De trambaan loopt over het terrein van Sportpark Koningsweg. Een gevolg is dat een speelveld en een sportkantine moeten wijken en het sportpark moet worden heringericht. Een nieuwe sportkantine zal worden gerealiseerd op een locatie dichter bij de Koningsweg. Daarnaast wordt een bestaand trainingsveld opgewaardeerd tot een kunstgrasveld waarmee het vervallen speelveld wordt gecompenseerd. Inmiddels is hiervoor een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO (oud) gevolgd. De nieuwe locatie is positief bestemd in dit bestemmingsplan. De bebouwing van de sportkantine met kleedruimten krijgt een maximale oppervlakte van 350 m² en een maximale bouwhoogte van 4,5 m.

Parkeerterrein Koningsweg

Naast het sportpark, ten zuiden van de Koningsweg, ligt een openbaar parkeerterrein. Dit terrein wordt heringericht en uitgebreid. Het parkeerterrein groeit van circa 160 autoparkeerplaatsen naar circa 220 autoparkeerplaatsen (exclusief twee busparkeerplaatsen). Dit parkeerterrein is ook compensatie voor het verdwijnen van parkeerplaatsen op de Laan van Maarschalkerweerd. Het saldo parkeerplaatsen blijft gelijk.

Het parkeerterrein heeft een functie voor de aanliggende sportvelden (circa 65 plaatsen) en dient als compensatie voor de parkeerplaatsen die door de aanleg van de trambaan langs de Laan van Maarschalkerweerd verdwijnen. De parkeervakken worden in een waterdoorlatende verharding aangelegd.

Halte Koningsweg

Ten zuiden van de kruising Koningsweg - Laan van Maarschalkerweerd komt een halte voor de trambaan. Deze ligt in het verlengde van de Laan van Maarschalkerweerd. De bestaande bushalten voor de streekbussen langs de Koningsweg blijven gehandhaafd. De halte richting Bunnik wordt iets doorgeschoven naar het oosten (richting Bunnik).

Rijvereniging aan de Koningsweg 139b

Naast de trambaan, ter hoogte van de Koningsweg, is een rijvereniging met een aantal voorzieningen gesitueerd. De trambaan gaat over de (weide)gronden bij de rijvereniging. Het oppervlak van de weidegronden neemt hierdoor met circa 6.400 m² af.

3.2.4 Tracédeel B1: Koningsweg tot A27

3.2.4.1 Bestaande situatie

De gebieden waar dit tracédeel doorheen loopt, is in de Structuurvisie benoemd als stedelijk groenstructuur, gemengd stedelijk milieu en stedelijk- en groenstedelijk woonmilieu. In dit tracédeel ligt de Laan van Maarschalkerweerd, die te midden van sportvelden van de Koningsweg naar het kruispunt met de Weg tot de Wetenschap loopt. Aan dit kruispunt ligt onder meer het stadion Galgenwaard. De Weg tot de Wetenschap heeft een groene uitstraling en vormt hier de overgang van de stad naar het park.

3.2.4.2 Toekomstige situatie

Vanaf de kruising Koningsweg-Laan van Maarschalkerweerd volgt de trambaan de Laan van Maarschalkerweerd. Na de Herculesbrug en de Herculeslaan gaat het tracé via de Weg tot de Wetenschap richting de A27. De trambaan kruist hierbij de Platolaan en de Wim Sonneveldlaan. Ter hoogte van de Herculeslaan en de Platolaan zijn halten gesitueerd. Het tracé volgt het bestaande stedelijke netwerk met veel stedelijke recreatieve voorzieningen (sportvelden, Kromme Rijn, park en zwembad).

3.2.4.3 Ruimtelijke inpassing

Vanaf de Koningsweg loopt het tracé van de trambaan aan de westzijde van de Laan van Maarschalkerweerd. Na de Mythylweg kruist de trambaan de rijbaan en kruist de Kromme Rijn via een nieuwe brug, die ten oosten van de bestaande Herculesbrug wordt gerealiseerd. Onder de Herculesbrug wordt een tunnelbak aangelegd zodat het zogenaamde jaagpad onder de Herculesbrug gaat doorlopen. Tevens is een ecologische verbinding onder de brug voorzien.

Het tracé wordt vervolgd langs de Weg tot de Wetenschap, waar de trambaan aan de zuidoostzijde van de huidige rijbaan ligt. Op dit tracédeel komt een dubbelzijdig (hoofdnet)fietspad van 5 m breed over de gehele lengte tot de Uithof naast de trambaan, langs het Kromme Rijn Park en het zwembad. Het bestaande fietspad ter hoogte van de Kromhout Kazerne komt te vervallen. Om een goede inpassing te garanderen, worden diverse verkeerskundige aanpassingen gerealiseerd en worden kruispunten van HOV en wegen verkeersveilig ontworpen.

Bereikbaarheid sportvelden voor voetgangers

Uitgangspunt is dat een veilige (voetgangers)oversteek wordt gerealiseerd. In het ontwerp is een mogelijke locatie opgenomen voor een voetgangersbrug met een maximale hoogte van 9 m. De definitieve locatie van de brug is afhankelijk van de uitbreidingsplannen van Kampong en kan ook op een andere locatie langs de laan van Maarschalkerweerd worden geplaatst. Het bestemmingsplan maakt deze brug mogelijk.

Parkeerterrein Kampong

De inrit van het parkeerterrein ligt naast de entree van sportvereniging Kampong. Deze ontsluiting geeft voldoende ruimte voor een veilige afwikkeling van het verkeer op de kruising Koningsweg. Ter compensatie van de parkeerplaatsen die langs de Laan van Maarschalkerweerd verdwijnen, wordt het aantal parkeerplaatsen op dit parkeerterrein uitgebreid van 140 naar 151 plaatsen. Overige vervangende parkeerruimte wordt op de nieuwe parkeerplaats aan de Koningsweg gerealiseerd.

Groen

Het tramtracé ligt in, en aan de rand van, grotere groengebieden (Kromme Rijnpark en omstreken). Deze gebieden verbinden het buitengebied en de stad. Bomen die bepalend zijn voor het karakter van het gebied worden zoveel mogelijk behouden of binnen het gebied verplant. Het behoud van grote bomen is ook in het belang voor het behoud van de vliegroutes van de vleermuizen. De Kromme Rijn is een aantrekkelijke recreatieve en ecologische route door de stad. Het ontwerp is dan ook gericht op het behoud hiervan.

3.2.5 Tracédeel B2: A27 tot De Uithof

3.2.5.1 Bestaande situatie

In de structuurvisie is dit tracédeel benoemd als Universiteit. In de bestaande situatie vormt dit deel van het plangebied de entree tot het universiteitsterrein De Uithof.

3.2.5.2 Toekomstige situatie

Vanaf het viaduct onder de A27 over de kruising Sorbonnelaan, komt de trambaan De Uithof binnen. Hier blijft de trambaan de Weg tot de Wetenschap volgen. Het tracé van de trambaan sluit aan op de busbaan in De Uithof. In het bestemingsplan De Uithof wordt de trambaan meegenomen via een wijzigingsbevoegdheid.

3.2.5.3 Ruimtelijke inpassing

De trambaan komt via de zuidelijke onderdoorgang op het kruisingsvlak Sorbonnelaan-Weg tot de Wetenschap. Hierna vervolgt de trambaan ten zuiden van de huidige (gesplitste) HOV-baan, zijn route naar het centrum van De Uithof.

Voor het ontwerp van dit tracédeel gelden de sociale veiligheid en de aansluiting op HOV De Uithof als uitgangspunt. Het fietspad loopt direct naast de trambaan, waardoor zowel de (sociale) veiligheid als de herkenbaarheid van de fietsroute verbetert. Vanaf het viaduct sluit het gestrekte profiel met een ruime bocht aan op de hoofdweg van De Uithof. De verbinding krijgt hiermee een logisch verloop.

In verband met de (sociale) veiligheid op De Uithof, komt er bij de entree naar De Uithof een zogenaamd fietspoolpunt. Het bestaande fietspoolpunt wordt verplaatst en is voorzien van een tegelvlak, hekwerk (standaard HOV), verlichting en een intercom voor noodoproepen.