direct naar inhoud van 5.9 Water
Plan: Hotel en Manege, Voordorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHOTELENMANEGE-0601

5.9 Water

Algemeen
De Watertoets is een proces met als doel de waterbeheerders in vroeg stadium in een planvormingsproces te betrekken. De Watertoets zelf is geen product, maar een proces. De resultaten van de Watertoets worden verwoord in een waterparagraaf. De Watertoets is wettelijk verplicht voor een bestemmingsplan.

De gemeente heeft de zorg voor de inzameling en het transport van afvalwater, het inzamelen en verwerken van overtollig hemelwater en het voorkomen van structurele grondwateroverlast. Het actuele beleid hiervoor is ten eerste vastgelegd in het Gemeentelijk afval-, hemel - en grondwaterplan 2007 - 2010, waarin is bepaald dat extra verharding gecompenseerd moet worden en hemelwater lokaal verwerkt. De ontwerpeisen zijn vastgelegd in het Handboek Inrichting Openbare ruimte, onderdeel riolen, riool gemalen en drainage (2005). Een belangrijke doelstelling is om bij sloop- nieuwbouw projecten al het hemelwater binnen het plangebied te verwerken, als binnen of aan de rand van het plangebied oppervlaktewater of een goed doorlatende bodem aanwezig is.

Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft de zorg voor het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater in het plangebied. Het beleid en de regels voor het oppervlaktewater zijn vastgelegd in diverse wetten en verordeningen. De belangrijkste verordening is de keur.

Hemelwater
Met het realiseren van de nieuwe ontwikkeling is het streven geweest om een betere balans te krijgen in het totale bebouwd/ verharde oppervlak en het onverhard/ groene oppervlak. Het bebouwd oppervlak zal door de nieuwbouw toenemen, maar in totaal neemt het verhard oppervlak ten opzichte van de huidige situatie af met zo'n 75 m². Hierbij is het parkeerterrein meegerekend.

Door de toename van het onverharde deel en toepassing van half verhardingen kan het regenwater beter in de grond infiltreren. In de uitwerking van het bouwplan wordt onderzocht of hemelwater van de daken op het terrein kan worden geïnfiltreerd of langer vastgehouden door toepassing van sedumdakafwerking. Het hemelwater dat niet geïnfiltreerd kan worden zal op het omliggende oppervlaktewater geloosd worden.

Op het terrein wordt naast de manege een hotel gerealiseerd. Hiervoor wordt de losse rijhal en de paardenstallen/betonnen terrein afwerking gesloopt.
De rijhal achter de boerderij wordt vervangen door een nieuwe rijhal.
Daarnaast wordt het parkeerterrein aan de voorzijde opnieuw ingericht, waarbij een groot gedeelte van de gesloten bestrating vervangen door een “open verharding”.

Totaal oppervlak van de terreinen is 10.732 m2
Het totale bebouwd en verhard terrein oppervlak oude situatie is 5559 m2
Het totale bebouwd en verhard terrein oppervlak nieuwe situatie wordt 5151 m2
Een afname van 408 m2.

Het aanpassen van het parkeerterrein met de “open verharding” en de herinrichting van het terrein zorgen voor meer groen/onverhard terrein
Door het verkleinen van de buitenbak met 1862 m2 en de herinrichting van een groot deel van het terrein komt ten goede van grasland/groen.
Hierdoor zal naast een veel meer groene uitstraling en het terrein oppervlak voor water infiltratie toenemen van 5172 m2 tot 5580 m2.

Op het terrein worden wadi’s aangelegd om het hemelwater dat van de daken komt beter te laten infiltreren in de bodem. Langs de sloot aan de zijde van het terrein wordt een strook van ca.5 meter aangehouden voor een groene oever inrichting.

Conclusie
Bij het opstellen van het advies ‘toetst’ het waterschap of het plan aan de criteria voor de waterhuishouding voldoet. Als algemeen criterium voor ruimtelijke plannen geldt dat minimaal het stand-still moet worden gehanteerd, hetgeen inhoudt dat de waterhuishouding niet mag verslechteren. In dit geval gaat het om een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan, waarbij het verharde oppervlakte zal afnemen ten opzichte van de huidige situatie. Verwacht wordt dat hierdoor een positief water advies zal worden verkregen van de waterbeheerder.

5.9.1 Verslaglegging van gevoerd overleg gemeente - waterbeheerder

Bij brief van 21 april 2011, kenmerk 423413 heeft het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden positief geadviseerd over het plan. Het voldoet namelijk aan de belangrijkste minimale voorwaarde: “het standstill beginsel”. Dit beginsel houdt in dat door het plan geen verslechtering van de waterhuishouding mag ontstaan.