direct naar inhoud van 4.5 Bodemkwaliteit
Plan: Hoek Paranadreef-Kaap Hoorndreef, Overvecht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHOEKPARKAAPHOORN-0601

4.5 Bodemkwaliteit

Kader
Het gemeentelijk bodembeleid gaat uit van de volgende algemene uitgangspunten uit de Wet bodembescherming:

  • Nieuwe bodemverontreiniging moet worden voorkomen. Als er toch bodemverontreiniging ontstaat, moet de bodem direct worden gesaneerd;
  • Gevallen van ernstige bodemverontreiniging moeten worden gesaneerd als er sprake is van milieuhygiënische risico's. Dit gebeurt functiegericht en kosteneffectief;
  • Nieuwbouw op ernstige bodemverontreiniging is niet toegestaan zonder saneringsmaatregelen;
  • Hergebruik van (schone of licht verontreinigde) grond kan bij onverdachte terreinen plaatsvinden op basis van de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan.

Plansituatie
Voor het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie 'Verkennend bodemonderzoek Paranadreef 259 te Utrecht', adviesburo Geofox-Lexmond, augustus 2011). Uit dit onderzoek blijken geen aanwijzingen dat op het terrein bodemverontreinigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Vermoedelijk was op het terrein een sloot aanwezig, die enkele tientallen jaren geleden gedempt is. Brandstoftanks zijn niet aanwezig of aanwezig geweest. Op het naastgelegen perceel, waar het nieuwe politiebureau is gebouwd, heeft in 1998 bodemonderzoek plaatsgevonden, waarbij lichte verontreinigingen zijn aangetoond aan PAK en minerale olie in de toplaag. In het nu uitgevoerde onderzoek zijn eveneens lichte verontreinigingen met PAK, kwik, lood, nikkel en PCB aangetroffen. Ook in het grondwater zijn lichte verontreinigingen aangetroffen met barium en dichloormethaan.

De bodemkwaliteit levert geen risico op voor de gezondheid of het milieu en is geschikt voor het beoogde gebruik. Gezien de aangetroffen lichte verontreinigingen moet rekening worden gehouden met extra kosten voor het eventueel afvoeren van grond. Aanvullend grondonderzoek moet hiervoor de nodige informatie geven.

In de nabijheid van het terrein zijn (diepere) grondwaterverontreinigingen aanwezig (Lauwerecht, Talmalaan). Als er voor de nieuwbouw grondwater wordt onttrokken, moet worden onderzocht of deze verontreinigingen zich bevinden in de invloedssfeer van de onttrekking. Als dit het geval is moet een saneringsplan worden opgesteld, met voldoende maatregelen om te voorkomen dat deze verontreinigingen zich verplaatsen.

Conclusie
Met in achtneming van bovenstaande voorwaarden vormt de bodem geen belemmering voor het plan.