direct naar inhoud van 2.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Hoek Paranadreef-Kaap Hoorndreef, Overvecht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHOEKPARKAAPHOORN-0601

2.2 Gemeentelijk beleid

2.2.1 Structuurvisie Utrecht 2015-2030 (2004)

Voor de stad Utrecht is op 1 juli 2004 de Structuurvisie Utrecht 2015-2030 vastgesteld. In de structuurvisie zijn de gewenste toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen van de stad Utrecht beschreven. Daarbij wordt uitgegaan van drie kernkwaliteiten van de stad, die in de structuurvisie zijn uitgewerkt in drie perspectieven: De Markt, Het Podium en De Binnentuin. Op Overvecht is het ontwikkelingsperspectief 'De Binnentuin' van toepassing. De opgave voor het ontwikkelingsperspectief 'de Binnentuin' van Utrecht ligt vooral in het onderhouden, vernieuwen en versterken van de kenmerkende wijkstructuren. De woonfunctie domineert met een mogelijkheid van kleinschalige functiemenging. Maatvoering en wijkkenmerken zijn hierbij leidend. Er is een basispakket aan voorzieningen nodig. De herstructureringsaanpak van de naoorlogse wijken omvat naast fysieke ingrepen in woningen, investeringen in voorzieningen, scholen, ruimte voor cultuur ('broedplaatsen') en een aantrekkelijke woonomgeving. Bij de uitvoering van het programma 'Utrecht Vernieuwt', dat is opgesteld voor de vijf aandachtswijken in Utrecht, zijn 'versnelling' en 'maatwerk' de sleutelwoorden.

2.2.2 Welstandsnota (2004)

In de Welstandsnota Utrecht van juli 2004, getiteld "De schoonheid van Utrecht", is geformuleerd op welke wijze het welstandsbeleid van de gemeente Utrecht uitgevoerd zal worden. Dit betreft vanzelfsprekend de welstandstoetsing van vergunningplichtige bouwwerken en toetsing op basis van de loketcriteria.
Voor het plangebied geldt een 'open' welstandsbeleidsniveau. Dat betekent dat er sprake is van een vrije en open oriëntatie op het bestaande bebouwingsbeeld, er ruimte is voor vernieuwing is en bij gedeeltelijke veranderingen van de structuur wordt aangesloten op de bestaande omgeving.

2.2.3 Woonbeleid

In de Visie Wonen 2030 en daarop volgend de Woonvisie 2009-2019 zijn kaders geschetst van het woonbeleid van de gemeente Utrecht op de lange termijn. In het Actieprogramma Wonen is de kwantitatieve woningbouwopgave geformuleerd. Uit zowel woningbehoefte-onderzoeken in het kader van de Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 als de woonvisies is gebleken dat nieuwbouw in de stad zich vooral moet richten op het realiseren van 'centrumstedelijke' en 'dorpsrand/landelijke' woonmilieus. Diversiteit in het aanbod is daarbij van belang, zodat het voor alle doelgroepen mogelijk is om een passende woning te vinden. De hoofdkoers is gericht op de verdere uitbouw van Utrecht als aantrekkelijke woonplaats. Dit bestemmingsplan levert een bijdrage aan deze doelstellingen.

2.2.4 Verkeers- en vervoersbeleid

Het Gemeentelijk Verkeers- en vervoerbeleid is hoofdzakelijk weergegeven in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) Utrecht 2005-2020 (2005). Daarnaast zijn specifieke aspecten, zoals parkeren, in afzonderlijke nota's uitgewerkt.

Het GVVP heeft als uitgangspunt dat Utrecht groeit. De mobiliteit groeit mee, maar Utrecht wil een aantrekkelijke en vitale stad blijven, waar mensen prettig kunnen wonen, recreëren, ondernemen en werken. Om een goede balans tussen bereikbaarheid, veiligheid en leefmilieu te realiseren worden de economisch belangrijke gebieden, de kerngebieden, via een aantal verkeersassen goed bereikbaar gemaakt. In de overige gebieden (de verblijfsgebieden) en rond de overige verkeersassen krijgen veiligheid en leefmilieu prioriteit.

Het Wijkverkeersplan Overvecht uit 2004 legt de hoofdstructuur voor auto's in 2020 vast. Overvecht is overwegend een verblijfsgebied. De RING Utrecht, de Franciscusdreef en de Einsteindreef maken deel uit van de Hoofdstructuur auto 2020. Voor Overvecht Noord is een wijkontsluitingsweg (50 km/u) gedacht in de vorm van een ring. De Paranadreef is een onderdeel van deze ring. Het plangebied ligt aan de ring op de hoek van de Paranadreef en Kaap Hoorndreef. De wijkontsluitingsweg valt buiten deze planontwikkeling. Voorstellen voor herinrichting van het wegprofiel van deze ring worden niet beperkt door nieuwbouw op de betreffende ontwikkelingslocatie.

De parkeerbehoefte voor het bestemmingsplangebied is bepaald op grond van de parkeernormen, die zijn vastgelegd in de partiële herijking Parkeernormen 2008. Uitgangspunt is dat, rekening houdend met de kenmerken van de locatie, functie en woningtypologie, het parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost. De parkeernormen zijn gegeven met een bandbreedte teneinde optimale flexibiliteit en maatwerk te bieden bij het realiseren van bouwplannen. In paragraaf 3.2.4 wordt hier nader op ingegaan.

2.2.5 Groen en waterbeleid

Het groen- en waterbeleid is te herleiden uit het Groenstructuurplan Utrecht (2007), het Bomenbeleid Utrecht (2009) en het Waterplan Utrecht (2004). Eén van de kansrijke onderdelen voor de ontwikkeling van de groenstructuur in de stad is het versterken van het groen in de naoorlogse wijken en het versterken van verbindingen en nader ontwikkelen van groene verbindingen, ook naar het buitengebied toe. In de Visie Stedelijk Groenstructuur Utrecht 2030 is voor dit plangebied van belang dat bestaande elementen van de stedelijke groenstructuur worden beschermd. De randvoorwaarde is dat het groene karakter, de kwaliteiten en het gebruik van groen wordt behouden of verbeterd. De bomenstructuur komt grotendeels overeen met deze stedelijke groenstructuur.

Eén van de belangrijkste doelen van het Utrechtse bomenbeleid is een samenhangende bomenstructuur voor de stad te verbeteren en te ontwikkelen, gebaseerd op cultuurhistorische, ruimtelijke en ecologische uitgangspunten en milieu. Voor de periode tot 2030 zet de gemeente in op behoud en ontwikkeling van de bomenstructuur. In het plangebied zijn geen bomen aanwezig. Derhalve wordt in dit bestemmingsplan geen bomenparagraaf opgenomen.

Het waterbeleid is gericht op de ontwikkeling van een watersysteem voor de toekomst, dat aansluit bij de natuurlijke omstandigheden op en om Utrechts grondgebied. In Overvecht is een pilotproject 'Scheiden van waterkwaliteiten' opgestart. In 4.10 is voor dit bestemmingsplan het kader en de watertoets opgenomen.

De milieubeleidskaders die gelden voor het plangebied, worden per milieuonderdeel beschreven in Hoofdstuk 4 Onderzoek en Randvoorwaarden.

2.2.6 Archeologiebeleid

Het gemeentelijk archeologiebeleid heeft tot doel bij te dragen aan de historische beeldvorming over Utrecht en zijn bewoners. Om dit doel optimaal te verwezenlijken vervult de gemeentelijke archeologische dienst een actieve rol. In het gemeentelijk archeologiebeleid wordt afhankelijk van de archeologische waarde, danwel de archeologische verwachtingswaarde zowel naar boven als naar beneden afgeweken van de algemene vrijstelling voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek.

In de op de gemeentelijke archeologische waardenkaart aangeduide gebieden waar een onderzoeksverplichting geldt, zal van toekomstige initiatiefnemers tot bodemverstorende activiteiten een inspanning gevraagd kunnen worden om resten uit het verleden op te sporen en zo nodig veilig te stellen. Binnen deze gebieden gelden voor bepaalde ingrepen en activiteiten een aantal vrijstellingen. In paragraaf 4.11 is weergegeven hoe er met de archeologische waarden in het plangebied wordt omgegaan.

2.2.7 Ruimtelijke visie Overvecht 2004-2020 (2005)

De Ruimtelijke visie Overvecht 2004-2020 biedt het ruimtelijk-programmatisch kader voor alle 'fysieke' vernieuwingsplannen in de wijk. Bij de aanpak van een deelgebied of een project kunnen aan de hand van de visie randvoorwaarden en eisen worden geformuleerd waaraan de plannen moeten voldoen.

In de Ruimtelijke Visie als nadere uitwerking van de Structuurvisie maakt het plangebied onderdeel uit van het centrale deel van Overvecht, dat als Centrum Stedelijk Woonmilieu is gedefinieerd vanwege de centrale ligging en de goede bereikbaarheid. Het gaat in deze gebieden om wonen in eengezinswoningen en gestapelde woningen met voorzieningen op loopafstand. De plint van de bebouwing langs de hoofdwegen wordt gevuld met publieke functies die betekenis hebben op het schaalniveau van de wijk en de stad. Het bestemmingsplan is in lijn met de Ruimtelijke visie Overvecht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPHOEKPARKAAPHOORN-0601_0003.png"

Afbeelding 3: Uitsnede Ruimtelijke visie Overvecht 2004, het plangebied ligt in het rood aangegeven gebied

2.2.8 Wijkactieplan Overvecht

In het kader van 'Utrecht Vernieuwt' is voor de wijk Overvecht een Wijkactieplan (2007) opgesteld.

Om de effectiviteit van de stedelijke vernieuwing in Overvecht te vergroten wordt de focus van de aanpak gelegd op maatregelen die het meest cruciaal zijn voor het realiseren van een trendbreuk in Overvecht. De focus voor dit plan ligt op kinderen tot 12 jaar en hun ouders, omdat de groep kinderen tot 12 jaar als cruciaal wordt gezien voor de toekomst van de wijk. Daarnaast zet de gemeente in op de uitvoering van een integrale vernieuwingsaanpak van twee grote deelgebieden in de wijk in combinatie met een activeringsprogramma en een gerichte interventie op de leefbaarheid van kwetsbare locaties buiten die deelgebieden. Ook richt het beleid zich op meer differentiatie in het woningaanbod en meer variatie in bevolkingssamenstelling.

2.2.9 Stedenbouwkunding programma van eisen 2011

In het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) is vastgelegd onder welke randvoorwaarden de initiatiefnemer mag bouwen. De randvoorwaarden hebben betrekking op de functie, bebouwing en openbare ruimte. Het bestemmingsplan legt vast wat in het SPVE is opgenomen.