Plan: | Heycop zone, Vleuterweide |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPHEYCOPZONEVLEUT-0601 |
In de Structuurvisie Utrecht 2015-2030 wordt de gewenste toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen van de stad Utrecht beschreven, aan de hand van drie perspectieven: De Markt, het Podium en de Binnentuin.
Op de Heycopzone is het ontwikkelingsperspectief 'De Binnentuin' van toepassing, waarbij het onderdeel uitmaakt van de groenstructuur. De opgave voor dit ontwikkelingsperspectief ligt vooral in het onderhouden, vernieuwen en versterken van de kenmerkende wijkstructuren. De woonfunctie domineert. Maatvoering en wijkkenmerken zijn hierbij leidend.
Voor het westelijk deel van het stadsgewest Utrecht is een Masterplan opgesteld, waarmee aan de ontwikkeling van Leidsche Rijn richting is gegeven. Het Masterplan is erop gericht Leidsche Rijn te ontwikkelen tot een stedelijk gebied met het doel een bijdrage te leveren aan de oplossing van de grote woningnood in de regio Utrecht Bij het opstellen van het Masterplan Leidsche Rijn is als leidraad voor het hele plangebied gekozen voor drie sturende begrippen; compactheid, duurzaamheid en identiteit.
Het programma voor Leidsche Rijn omvat 30.000 woningen, 30.000 arbeidsplaatsen in kantoren en bedrijven en 289 ha voor voorzieningen, zoals winkels, scholen, gezondheidscentra, buurthuizen, sportvoorzieningen en openbare groenvoorzieningen.
Sinds de vaststelling van het Masterplan is een aantal keer een actualisatie gemaakt, waarvan de Actualisatie Ontwikkelingsvisie Leidsche Rijn 2003 de meest recente is voor het gehele gebied. Hierin is sterk voortgeborduurd op het oorspronkelijke gedachtegoed uit het Masterplan. Voor belangrijke plandelen zijn inmiddels, binnen de kaders van Ontwikkelingsvisie, afzonderlijke Stedenbouwkundige Programma's van Eisen (SPvE's) en Stedenbouwkundige Plannen (SP's) vastgesteld. Ook voor de zes woongebieden in Vleuterweide.
In het Groenstructuurplan Utrecht staat wat Utrecht wil bereiken met groen in en om de stad. Het geeft in hoofdlijnen de gebruiksfunctie, de bestemming, de beeldende rol, de ecologische betekenis en het onderhoudskarakter van de groenvoorzieningen in de stad aan. Dit kunnen bestaande voorzieningen zijn of voorzieningen die nog ontwikkeld gaan worden. Het streven is voldoende stedelijk groen in alle wijken en verbindingen met grote recreatiegebieden rondom de bebouwde kom. Er is een overzicht opgenomen van de onderdelen die voor 2030 moeten worden aangepakt om het streefbeeld te realiseren. De gemeente wil o.a. het groen in de wijken versterken en de groene recreatieve verbindingen verbeteren. De Heycopzone maakt onderdeel uit van een van de wenselijke groene verbindingen op de visiekaart 2030. Deze noord-zuidverbinding verbindt de Leidsche Rijn aan het groengebied Haarzuilens. Een groene verbinding heeft zowel een ecologische betekenis,als recreatief en cultuurhistorisch.
Met het opstellen van het Waterplan Utrecht is afgesproken te streven naar een watersysteem dat aansluit bij de natuurlijke omstandigheden op en om Utrechts grondgebied. Het hoofddoel van het waterplan is dat het beheer van het watersysteem en de waterketen samenhangend, doelmatig, voor de burger inzichtelijk is en tevens is gericht op verschillende vormen van menselijk gebruik en natuur. In dit gebied (samen met Haarzuilens) geldt volgens het waterplan nog een knelpunt dat kan worden opgelost. Deze opgave is meegenomen in het Landinrichtingsplan Haarzuilens. Zodra deze maatregelen zijn genomen geldt er geen wateropgave meer. In paragraaf 5.10 is aangegeven hoe dat is aangepakt.
De bomenvisie (2009) heeft als doelstelling een samenhangende bomenstructuur voor de stad te ontwikkelen en verbeteren, gebaseerd op cultuurhistorische, ruimtelijke en ecologische uitgangspunten en milieu. Ook geeft de bomenvisie nadere regels hoe het college omgaat met bomen bij de ontwikkeling van de stad. Op de bomenstructuurkaart van Utrecht zijn de lanen en lijnen met betekenis voor cultuurhistorie, ruimtelijke beleving en ecologie samengevoegd tot de bomenstructuur van de stad. De herkenbaarheid van de structuur wordt sterker als de boomsoort en plantwijze zijn afgestemd op de aard van de lijn. De Heycopzone maakt onderdeel uit van een landschappelijke dijkstructuur.
Sinds 1 januari 2007 kennen alle gemeentelijke ruimtelijke plannen in de stad een bomenparagraaf. De bomenparagraaf biedt vanaf het begin en in alle fasen van een planproces de mogelijkheid een belangenafweging te maken over de gevolgen van een ruimtelijk plan voor bomen. Deze paragraaf is opgenomen in hoofdstuk 4.
Volgens de Archeologische Waarden Kaart van de Gemeente Utrecht is in de Heycopzone een archeologische verwachtingswaarde. In 5.11 wordt aangegeven hoe hier mee wordt omgegaan.
Er is in 1999 een beeldkwaliteitplan voor Vleuterweide opgesteld door het bureau Vollmer&partners (?). Het thema van Vleuterweide is “dorps wonen”. Drie uitgangspunten zijn hierbij van belang:
In het beeldkwaliteitplan is een kaart opgenomen met zichtlijnen op de kerktorens van Vleuten en Harmelen en de markante toren Den Ham. Daarnaast zijn zichtverbindingen gelegd vanaf de Europaweg tussen het centrum c.q. de plas bij het centrum en het Leidsche Rijn Park.
Het beeldkwaliteitsplan is nader uitgewerkt in de stedenbouwkundige deelplannen met inhoudelijke uitgangspunten en eisen voor de realisatoren en architecten.
In mei 2009 heeft de gemeenteraad de nota Speelruimte vastgesteld. Deze heeft als titel 'Geef jeugd de ruimte!'. Dit motto is de leidende gedachte van al het speelruimtebeleid in de gemeente. Bij speelruimte gaat het over jeugd van 0 tot 18 jaar oud. 'Spelen' is voor de groep van 12 tot 18 een term die misschien niet helemaal adequaat is. Voor hen zal het meer om ontmoeten gaan. Even goed is daar ook zowel fysieke als figuurlijke ruimte voor nodig. De nota geeft aan dat de visie op het spelen in nauwe samenwerking met alle betrokken partijen concreet uitgewerkt zal worden in tien wijkspeelruimteplannen voor de tien wijken van Utrecht.
In 2010 is een wijkspeelruimteplan voor de wijk Vleuten-de Meern opgesteld. Bij het opstellen van het plan is ook gebruik gemaakt van informatie van wat niet-professionals vinden van de speelruimte in de wijk, waar knelpunten zitten en waaraan behoefte is binnen de wijk. Op heel veel manieren is er contact gezocht met gebruikers en andere belanghebbenden bij speelruimte: jonge kinderen (tot 4 jaar) en hun ouders, kinderen in de basisschoolleeftijd, jongeren en andere wijkbewoners (met of zonder kinderen).
Belangrijke inhoudelijke bevindingen voor Vleuten-De Meern zijn:
Bovenstaande bevindingen zijn de opmaat voor concrete uitvoeringsrichtingen en maatregelen op verschillende termijnen (korte en langere termijn en dromen over toekomst) om de speelruimtesituatie in de wijk verder te verbeteren.
In september 2011 is na een participatieproces een definitief ontwerp gemaakt voor de Heycopzone zuid (Het hof van Vleuterweide, één op één stadslandschappen, september 2011). Het plan legt de inrichting van het gebied vast alsmede de situering van speelplaatsen voor de verschillende doelgroepen. Voor een beschrijving van het plan wordt verwezen naar hoofdstuk 4 en naar de bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan.