Plan: | Galecopperbrug, Westraven |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPGALECOPPERBRUG-0601 |
Artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening geeft aan dat in het kader van de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde nieuwe functie. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe bestemmingen bij voorkeur op schone gronden worden gerealiseerd.
Het gemeentelijk bodembeleid gaat uit van de volgende algemene uitgangspunten:
Algemene bodemkwaliteit
Op basis van de bodemkwaliteitskaart van 2005 bevindt de Galecopperbrug zich op de grens van weiland, jonge woonwijk en industrie. Met uitzondering van het industriegebied is er weinig bedrijvigheid en de wijken zijn overwegend schoon tot licht verontreinigd. Ter plaatse van het industriegebied Westraven zijn verontreinigingen aanwezig met o.a. minerale olie in grond en grondwater. In Papendorp zuid zijn plaatselijk saneringen uitgevoerd om de bodem geschikt te maken voor een nieuwe functie.
Gezien de huidige en toekomstige functie van het plangebied (infrastructuur), wordt er vanuit gegaan dat de bodemkwaliteit voldoet aan de eisen die vanuit deze functie aan de bodem worden gesteld.
Vrijkomende grond brugpeilers
Bij de renovatie van de Galecopperbrug worden de aanlegfunderingen van de brugpijlers vergroot, daarbij komt grond vrij. Voor de renovatie zal een bodemonderzoek worden uitgevoerd. Uit dit onderzoek zal blijken of er ter plaatse van de grondwerkzaamheden sprake is van een bodemverontreiniging die moet worden gesaneerd en wat de geschiktheid is van de vrijkomende grond voor hergebruik.
Er zijn geen omvangrijke grondwaterverontreinigingen in de directe omgeving bekend die invloed kunnen hebben op de bouwwerkzaamheden.
Uit NGE-onderzoek (vooronderzoek conventionele explosieven Amsterdam-Rijnkanaal, 72389-VO-04, september 2008, Saricon B.V.) in de gehele ARK-zone blijkt het onderzoeksvak, direct naast Galecopperbrug gelegen, dat er op de landhoofden van de brug ter hoogte van de A12, en aan weerszijden van het kanaal ten noorden en zuiden van deze brug, gevechtsopstellingen geweest. Er zijn geen aanwijzingen dat er grondgevechten hebben plaatsgevonden, dat luchtaanvallen hebben plaatsgevonden, dat er mijnenvelden op de oevers hebben gelegen of dat er een naoorlogse dump van munitie heeft plaatsgevonden. Op basis van deze informatie en de vele werkzaamheden/grondverzet rond de Galecopperbrug sinds de Tweede Wereldoorlog wordt er in en om het werkterrein geen aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven verwacht.
Conclusie
Met in achtneming van de bovenstaande voorwaarden vorm de bodemkwaliteit geen belemmering voor het voorliggende bestemmingsplan.