Plan: | Domplein schatkamer, Binnenstad |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPDOMPLEINSCHATKAM-0601 |
Naast het project Schatkamer II is in de ontwikkelingsvisie ook het herinrichten van het Domplein als belangrijk project benoemt. In opdracht van Stichting Domplein is onderzoek gedaan naar ambities en mogelijkheden om tot een nieuw plein inrichting te komen. Het Programma van Essenties Domplein beschrijft de mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Het herinrichten en beheren van het openbare Domplein is echter een verantwoordelijkheid van de gemeente. Het Programma van Essenties Domplein zal als kader voor verdere uitwerking van het Domplein aan de gemeente worden aangeboden.
Het Domplein ligt geografisch op het schakelpunt van het kern winkelgebied, museumkwartier en universiteitskwartier en andere delen van de binnenstad maar in praktijk is dit nauwelijks merkbaar en functioneert het niet als zodanig.
De stromen op het Domplein bestaan in de huidige situatie voornamelijk uit doorgaande bewegingen. Hierdoor komen mensen niet of nauwelijks met elkaar in contact. Er is geen sprake van een podium. Mensen passeren het Domplein zonder bewust kennis te nemen van de ontmoeting van verschillende stromen of de lading van de plek. Dat ligt enerzijds aan de inrichting van doorgaande straten, anderzijds aan het gebrek aan aanleidingen om elkaar te ontmoeten of te verblijven.
De beleving van het podium wordt versterkt door de aanwezigheid van de grote spelers aan het plein die de thema's religie, wetenschap, kunst en cultuur vertegenwoordigen. De gebouwen staan allen aan het Domplein maar de bijbehorende functies komen niet genoeg tot uiting om betekenis te geven aan de openbare ruimte
De pleinen in Utrecht onderscheiden zich weinig van elkaar in hun programmering van evenementen. Voor een herkenbare signatuur van een plein is het belangrijk dat ook de programmering van evenementen aansluit bij de identiteit van het plein. Op het Domplein komt wel programmering voor die past bij de identiteit van het plein maar het is nog onvoldoende onderscheidend ten opzichte van de overige pleinen om van een herkenbare programmering te spreken. Daarnaast komen er ook evenementen voor die daar juist afbreuk aan doen, zoals bijvoorbeeld een Koninginnedagfeest.
Het Domplein behoort tot het 30 km/uur verblijfsgebied in de binnenstad; de verblijfsfunctie prevaleert hier boven de verkeersfunctie; het Domplein is 'gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, met uitzondering van lijnbussen (lijn 2) en ontheffinghouders'.
De verkeersinrichting van het Domplein is in overeenstemming met de functie: alle rijverkeer maakt gebruik van de rijbaan, voetgangers maken gebruik van verhoogde trottoirs.
Op het Domplein bevinden zich haltes voor het openbaar vervoer en een voor touringcars. De laatste wordt uitsluitend gebruikt voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers. Touringcarparkeerplaatsen bevinden zich aan de randen van het centrumgebied. Op het Domplein bevindt zich tevens een taxistandplaats.
Het 'publiekscentrum': (toegang) zal zodanig gesitueerd worden dat de huidige functionaliteiten niet worden belemmerd. Dit betreft zowel het gebruik van de huidige (= toekomstige) rijloper, die Domstraat, Voetiusstraat, Servetstraat, torenpassage, Wed en Korte Nieuwstraat verbindt, als het gebruik van logische looproutes tussen de toegangen tot het plein over de trottoirs en van/naar de onderscheiden stand- en halteplaatsen.
Uitzichtbelemmering bij de hoeken van de rijloper dienen voorkomen te worden, zowel die t.g.v de (toegangs)constructie als die ten gevolge van mogelijke wachtrijen van bezoekers.
De toegang tot de 'publiekscentra' zal zo logisch mogelijk aansluiten op de bestaande looproutes over het plein; hierdoor wordt bereikt dat het oversteken van de rijbaan geconcentreerd plaatsvindt, wat verkeersveiliger is. Hierbij is ook aandacht voor rolstoeltoegankelijkheid van de oversteekplaatsen.
Er dient voorkomen te worden dat de toegang (tevens) gebruikt wordt als plaats om fietsen tegen te stallen. De realisatie van extra fietsparkeergelegenheid is daarom gewenst, gelet op het aantal te verwachten bezoekers en het bevorderen van deze vervoerswijze bij bezoeken aan de historische (bestemmingen in de) stad. Bezoekers zullen zowel met het openbaar vervoer, per touringcar als met de eigen auto, de fiets of te voet vanaf het Centraal Station (in de toekomst ook vanaf station Vaartse Rijn) komen.
Een verdeling van het totaal over de verschillende doelgroepen, zoals aangegeven door Hospitality Consultants, lijkt aannemelijk. Per rondleiding zullen er maximaal 20 personen deelnemen. De aanwezigheid van dergelijke (geconcentreerde) aantallen personen op het Domplein ondersteunt het verblijfskarakter van het plein en tast de verkeersveiligheid op het plein niet aan mits voldaan wordt aan bovengenoemde voorwaarden.
De verankering van het Domplein en enkele vergelijkbare pleinen in de binnenstad (Janskerkhof, Mariaplaats en Klaaskerkhof) is niet heel sterk. Dit komt doordat er geen nadrukkelijke keuze wordt gemaakt voor het gebruik. Hierdoor ontstaat een verrommeling door een teveel aan functies. Daarnaast is de bereikbaarheid van het Domplein met openbaar vervoer minder sterk in vergelijking met andere belangrijke locaties in de stad. Het stedelijk weefsel is niet eenvoudig aan te passen. Een herziening in het openbaar vervoersplan is mogelijk maar moet op de schaal van de hele stad bekeken worden. Deze vraagstukken kunnen dus niet op het niveau van het Domplein opgelost worden. Alle mogelijkheden die wel binnen het kader van het Domplein liggen moeten dus alle ruimte krijgen.
Het huidige voetgangersgebied van Utrecht is compact. Rond het kern winkelgebied liggen straten met veel winkelprogramma, het uitloopgebied. Hoewel het Domplein centraal in de binnenstad ligt, valt het net buiten het aanloopgebied. Dat maakt dat het functioneert als de achterkant van het kern winkelgebied. Dit staat de beleving van een prettig verblijfsgebied in de weg.
De drie belangrijkste toegangen van het Domplein liggen in het verlengde van belangrijke binnenstad structuren. De inrichting van deze straten hebben niet de uitstraling van een toegang naar het centrum. Het is juist andersom. Door deze toegangen aantrekkelijk te maken voor voetgangers en er vrij zicht op het Domplein te realiseren kan dit de aanhechting van het Domplein op de omgeving verbeteren.
De nieuwe inrichting van het Domplein vraagt op structuur niveau van de stad en op gebiedsniveau om een goede verbinding met de stad. Het doel van dit plan is onder meer om de randvoorwaarden te scheppen om de positie van het Domplein in het stedelijk netwerk te verbeteren. Daarnaast zou het Domplein in zijn geheel onderdeel moeten worden van het voetgangersgebied van de Binnenstad. Tenslotte dienen de bestaande toegangen aantrekkelijker te worden gemaakt, waardoor deze bijdragen in de aantrekkingskracht van het Domplein. als geheel.
De toekomstige ondergrondse informatie centra onder het Domplein worden in eerste instantie ontsloten vanaf de openbare ruimte. Dit is een nieuw aspect op deze locatie. Van de huidige situatie kunnen we leren dat een overmaat aan verschillende objecten in de openbare ruimte de rust in het straatbeeld niet ten goede komt. Met de vormgeving van toegangen moet dan ook zorgvuldig omgegaan worden. De toegangen naar de ondergrondse centra vormen ook een kans op een focuspunt in de ruimte of een aanleiding voor een verbeelding van de schatkist.
De verharding op het Domplein past binnen het palet van de binnenstad. In het straatwerk liggen patronen van drie kerken, de enige verwijzing naar deze verdwenen gebouwen. Samen met het verhardingsontwerp zorgt dat voor een bonte aaneenschakeling van vlakken en kleuren. De markering van de kerken komt hierdoor als verbijzondering nauwelijks uit de verf.
De hoeveelheid aan kunstwerken en monumenten op het Domplein voelt logisch aan. Het past bij de waardigheid van de plek. Echter de herkomst, positie of betekenis van sommige werken dragen niet bij aan de betekenis van het Domplein. Jan van Nassau, Francois Villon en de Runensteen hebben relatie met het Domplein maar niet met de huidige positie op het plein. Deze kunnen ook, samen me andere kunstwerken op een andere positie in het ontwerp van het Domplein-gebied een plaats krijgen. Het verzetsmonument en Hugo Wstinc (pandhof) hebben wel een positie op het plein waar veel waarde aan wordt gehecht. Deze blijven staan op hun plek
Figuur 8. beeld van huidige inrichting Domplein
Op het niveau van het plein is de doelstelling van het plan het creëren van samenhangende ruimtes op het plein met een samenhangend gebruik dat in hoofdzaak gericht is op verblijf. Daarbij is een aandachtspunt om de her en der gestalde fietsen op het plein te weren door goed georganiseerde alternatieven te bieden voor het fiets parkeren. De verbinding tussen het ondergrondse bezoekerscentrum en de openbare ruimte op het plein zijn een integraal onderdeel van de nieuwe inrichting van het plein. De vloer van het Domplein geeft een subtiele abstracte weergave van de historische gelaagdheid van de plek. De bomen op het plein krijgen een positie waardoor ze op een positieve manier bijdragen aan de sfeer op en het verblijfsklimaat op het plein.
De kunstwerken en het straatmeubilair op het plein vormen een integraal onderdeel van het ontwerp van het plein en dragen bij aan de identiteit en de verblijfskwaliteit van de plek.
Aannemelijk is dat de ontvangst van bezoekersaantallen van circa 20 personen per rondleiding, behalve de uitbreiding van het aantal fietsparkeerplaatsen, geen bijzondere voorzieningen in de sfeer van parkeercapaciteit vergt. Bezoekers dienen, als onderdeel van de promotie van de publiekscentra, te worden gestimuleerd gebruik te maken van het openbaar vervoer en/of de fiets.
De Schatkamer betreft een ontwikkeling met een vloeroppervlak van minder dan 1000m². Daarmee is het een voorziening die, op basis van de nota Hereiking Parkeernormen valt onder de vrijstelling van de parkeernormen. Feitelijk is het ruimtelijk en financieel ook niet mogelijk voor deze voorzieningen een eigen parkeervoorziening te realiseren. Het is namelijk juist de bedoeling om het Domplein in zijn nieuwe vorm te betrekken bij het voetgangersgebied en het verblijfsklimaat van het plein aanzienlijk te verbeteren. Fysiek ontbreekt dan ook de ruimte voor het creëren van een parkeervoorzieningen en beleidsmatig past dat niet in het wensbeeld voor het plein. De voorziening zal daarom voor het parkeren gebruik maken van de bestaande parkeervoorzieningen van de binnenstad. Gezien de geringe omvang van de Schatkamer worden daarvan geen parkeerproblemen verwacht die niet opgevangen zouden kunnen worden in de bestaande parkeergarages in en om de Binnenstad.