direct naar inhoud van 5.9 Flora en fauna
Plan: De Trip, Tolsteeg Rotsoord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPDETRIPTOLSTEEG-0601

5.9 Flora en fauna

Op grond van de Flora en Faunawet (2002) is het verboden beschermde planten te vernielen of te beschadigen, beschermde dieren te verstoren, verwonden of te doden. Daarnaast is het verboden rust- en verblijfplaatsen van beschermde diersoorten te beschadigen, weg te nemen of te vernielen. Ontheffing van deze regels is onder voorwaarde mogelijk voor onder andere bestemmingsplannen.

In mei 2012 heeft onderzoeksbureau Tauw onderzoek gedaan naar de consequenties van natuurwetgeving voor de beoogde herontwikkeling van het voormalige bedrijventerrein. Het onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een natuurtoets, waarbij literatuuronderzoek gecombineerd met een oriënterend veldbezoek, een globale effectanalyse van (strikt) beschermde flora en fauna in en nabij het plangebied oplevert. De wetgeving die van toepassing is, is de Flora- en faunawet.

Op basis van het onderzoek van mei 2012 en een update van 8 maart 2013 van Tauw (Bijlage 8 en Bijlage 9) zijn de volgende conclusies getrokken:

  • Op de kademuur in het plangebied zijn mogelijk beschermde planten aanwezig. Werkzaamheden aan deze kademuur vinden echter niet plaats. Negatieve effecten op beschermde flora treden niet op;
  • De beoogde werkzaamheden worden beschouwd als een voor algemene broedvogels verstorende activiteit. Om verstoring te voorkomen dient de start van de werkzaamheden in het plangebied plaats te vinden ruim vóór aanvang van het broedseizoen. Het broedseizoen loopt grofweg van half maart tot half juli, maar ook buiten het broedseizoen zijn in gebruik zijnde nesten en de functionele omgeving beschermd. Indien pas in het broedseizoen gestart kan worden met de werkzaamheden, dient het plangebied voorafgaand aan de werkzaamheden door een ter zake kundige gecontroleerd te worden op de aanwezigheid van in gebruik zijnde nesten. Wanneer er broedende vogels aanwezig zijn, dient gewacht te worden tot na het broedseizoen;
  • Negatieve effecten op overige soorten of soortgroepen worden met zekerheid uitgesloten;
  • Gedurende de werkzaamheden is voor alle in het plangebied aanwezige dier- en plantensoorten de zorgplicht van kracht. Er is geen ontheffing nodig voor de mogelijk aanwezige tabel 1-soorten.