Plan: | De Trip, Tolsteeg Rotsoord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPDETRIPTOLSTEEG-0601 |
Uit de ‘Wet luchtkwaliteit’ (hoofdstuk 5 titel 2 van de Wet milieubeheer) volgt dat als de bijdrage van een voorgenomen ontwikkeling aan de luchtkwaliteit ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt, de voorgenomen ontwikkeling zondermeer inpasbaar is vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit. In de algemene maatregel van bestuur ‘Niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ (Besluit NIBM) en de Ministeriële Regeling ‘Niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Vanaf 1 augustus 2009 is het begrip 'niet in betekenende mate' gedefinieerd als 3 % van de jaargemiddelde grenswaarden voor NO2 en PM10. Dit komt neer op een bijdrage van 1,2 µg/m3 voor beide componenten.
Op 14 maart 2013 is door onderzoeksbureau TAUW het effect van dit bestemmingsplan op de luchtkwaliteit onderzocht (Bijlage 6). Allereerst is in de Notitie van TAUW gekeken of ter plaatse van het Plan De Trip, Tolsteeg wordt voldaan aan de grenswaarden. Dat blijkt zowel in het jaar 2011 als het jaar 2015 het geval te zijn, waarbij is getoetst aan de (toekomstige) grenswaarden.
Effect op de luchtkwaliteit
Vervolgens is het effect van het plan op de luchtkwaliteit berekend op basis van de verkeersaantrekkende werking van het plan. De onderbouwing van de verkeersaantrekkende werking is in de notitie van TAUW gegeven. Met de NIBM-tool is het effect op de luchtkwaliteit bepaald. De bijdrage van de verkeersaantrekkende werking aan de luchtkwaliteit is berekend met de NIBM-tool van Infomil. De NIBM-tool berekent het effect op de luchtkwaliteit van de voorgenomen ontwikkeling in een worstcase situatie. De bijdrage van het plan aan de jaargemiddelde concentratie NO2 is 0,2 µg/m3 en 0,1 µg/m3 aan de jaargemiddelde concentratiePM10. Het plan draagt aldus in Niet In betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.
In het uitgevoerde luchtkwaliteitsonderzoek is tevens beoordeeld of wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer. Daarbij is gebruik gemaakt van de Monitoringstool 2012, waarin verkeersgegevens zijn opgenomen uit het verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.2. Op 1 november 2013 treedt het nieuwe verkeersmodel VRU 3.1 in werking.
De mogelijk gewijzigde verkeersprognoses kunnen in de berekeningen voor de luchtkwaliteit leiden tot significante effecten voor in procedure zijnde plannen. Er is door de Afdeling Expertise Milieu (Sector Mobiliteit en Milieu) een analyse uitgevoerd om te beoordelen of er plannen zijn waar mogelijk significante effecten voor de luchtkwaliteit optreden die tot overschrijdingen van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit zullen leiden Voor het onderhavige bestemmingsplan treden dergelijke significante effecten niet op.
Ook is in het uitgevoerde luchtkwaliteitsonderzoek vastgesteld dat het plan in Niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Deze conclusie blijft onverkort van toepassing en verandert niet als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe verkeersmodel VRU 3.1.
Het effect op de luchtkwaliteit van de realisatie van maximaal 275 woningen, kantoorruimte, kleinschalige horeca en bedrijvigheid is beoordeeld. Op basis van deze beoordeling kan worden geconcludeerd dat de luchtkwaliteit momenteel, maar ook na realisering van de ontwikkelingen in het onderhavige plan voldoet aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer, zodat voldaan wordt aan artikel 5.16 lid 1a van de Wm. Ook kan worden geconcludeerd dat voldaan wordt aan artikel 5.16 lid 1c van de Wm, hetgeen inhoudt dat de ontwikkelingen Niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.