Plan: | Catharijnesingel |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPCATHARIJNESINGEL-0601 |
Door de jaren heen zijn er voor het Stationsgebied en omgeving, waar het plangebied Catharijnesingel onderdeel van uitmaakt, talloze bodemonderzoeken uitgevoerd. Het zou de leesbaarheid van deze toelichting niet ten goede komen wanneer al deze onderzoeken aan de orde zouden komen. Bovendien zijn die onderzoeken uitgevoerd voor grotere plangebieden dan uitsluitend Catharijnesingel. Hierdoor ontstaat onduidelijkheid over de toepasbaarheid van de conclusies voor dit specifieke bestemmingsplan. Deze paragraaf is een beknopte weergave van de meest essentiële informatie op het gebied van bodem voor het plangebied Catharijnesingel. Voor de volledige bodemonderzoeken wordt verwezen naar de bijlagen. Het gaat hier om de volgende onderzoeken:
- Verkennend bodemonderzoek Stationsgebied, IBU, 4 mei 2006;
- Verkennend milieukundig bodemonderzoek 'Catharijnesingel', Wiertsema & Partners, 15 november 2006;
- Verkennend bodemonderzoek, Geofox-Lexmond, 19 juni 2007;
- Nader Bodemonderzoek Catharijnebaan Utrecht, POS Deelgebied 2.4, TAUW, 6 april 2009.
Op voorhand is 1 kanttekening op zijn plaats. Voor het plangebied Catharijnesingel is het namelijk niet mogelijk geweest om ter plaatse van de betonbakken waarin de Catharijnebaan verzonken ligt een bodemonderzoek uit te voeren. Het peil van het grondwater lag hoger dan het niveau van de tunnelbakken waardoor betonboringen ter plaatse niet mogelijk waren.
Op basis van de hiervoor genoemde onderzoeken is gebleken dat de bodem van het plangebied Catharijnesingel niet vrij is van verontreinigingen. Het dempingsmateriaal dat gebruikt is bevat vanaf maaiveld tot ca. 5 meter beneden het maaiveld diepte allerlei bijmengingen. Het gaat hierbij om puin en grondgeworden slib. Deze sliblaag is aanwezig tussen de 3 en 5 meter onder het maaiveld en is licht tot sterk verontreinigd met diverse immobiele stoffen, met name lood en zink. De overige gronden, zoals de ophooglaag, is licht tot matig verontreinigd en kan gezien worden als hergebruiksgrond.
Gelet op de Wet op Bodembescherming (wbb) kan op basis van de verscheidene bodemonderzoeken gesteld worden dat er voor het plangebied sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging voor:
1. de grondverontreiniging met minerale olie/PAK;
2. de grondverontreiniging met arseen-in-veen en
3. het grondgeworden slib.
Deze gevallen zijn saneringsplichtig. Het betreft hier 'immobiele' verontreinigingen. Afhankelijk van de omvang van de verontreinigingen dienen ze te worden gesaneerd en/of tijdelijke te worden uitgeplaatst door middel van een of meer BUS-meldingen óf in haar geheel door middel van een saneringsplan. Een gedeelte daarvan kan reeds ondervangen worden door de biowasmachine.
Voor grondwater geldt in haar algemeenheid dat het grondwater door verschillende zogenaamde puntbronnen onder Stationsgebied verontreinigd is geraakt met Vluchtige Organische geChloreerde koolwaterstoffen (VOCL). Onder het stadscentrum zijn in het verleden veel afzonderlijke verontreinigingsvlekken ontstaan. Deze vlekken allemaal apart saneren is ingewikkeld, duur en tijdrovend en heeft geen prioriteit gezien het lage risico voor de volksgezondheid. Toch is het een vervuiling die van nature niet in het grondwater thuis hoort. Daarom stelt de Wbb dat deze vlekken niet verplaatst mogen worden.
In het stationsgebied van Utrecht heeft de gemeente Utrecht in samenwerking met de partners een nieuwe, duurzame manier ontwikkeld om de grondwaterverontreiniging van het gebied als geheel aan te pakken. In deze gebiedsgerichte aanpak mogen de diverse verontreinigingen zelf wel bewegen, maar niet buiten dit gebied komen. Deze aanpak heet de Utrechtse Biowasmachine. Op 13 mei 2009 hebben de betrokken actoren een intentieverklaring gesloten waarin ze besluiten deze opgave gezamenlijk op te pakken.
Werking biowasmachine
Normaal gesproken is de beweging van grondwater traag: ongeveer 10 meter per jaar. Een gevolg van die beweging is een ongewenste verspreiding van de aanwezige verontreiniging. Bovendien betekent de trage beweging van het grondwater dat de natuurlijke biologische afbraak langzaam is. De biowasmachine zorgt voor een versnelling van de beweging van het grondwater. Deze beweging zorgt voor een gecontroleerde verspreiding van de verontreiniging en stimulering van de biologische afbraak. Het gebruik van duurzame warmtekoudeopslag-systemen voor de verwarming en koeling van gebouwen zorgt op lokale plaatsen voor een verwarming van de grond. Deze verwarming maakt dat de in de bodem aanwezige goede bacteriën hun werk als natuurlijke opruimers van de verontreiniging beter kunnen doen. Door daarnaast ook gericht biologische stoffen aan de grond toe te voegen, wordt het biologische afbraakproces nog verder gestimuleerd. Met andere woorden: schoner grondwater én duurzame energie. Het ministerie van VROM is enthousiast over deze innovatieve oplossing en beschouwt de Utrechtse aanpak als pilot voor soortgelijke locaties.
Het bestemmingsplan betreft een plan waarbij het plangebied juridisch-planologisch geschikt gemaakt gaat worden ten behoeve van verkeersdoeleinden, met een beperkte verblijfsfunctie. Op basis van vorenstaande informatie en met inachtneming van de gestelde voorwaarden (voor sanering) kan worden geconcludeerd dat de grond geschikt kan worden verklaard voor het beoogde gebruik.
Ten aanzien van de gronden onder de betonbakken van de Catharijnebaan waar geen onderzoek heeft plaats kunnen vinden zal ten tijde van het verwijderen van de bakken een onderzoek uitgevoerd moeten worden. Op basis daarvan kan bepaald worden wat de kwaliteit van de betreffende gronden is en op welke wijze er mee omgegaan dient te worden.