direct naar inhoud van 4.6 Luchtkwaliteit
Plan: Busbaan Kruisvaart, Dichterswijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPBUSBAANKRUISVAAR-0601

4.6 Luchtkwaliteit


Wettelijk kader
Op 15 november 2007 is de Wet Luchtkwaliteit in werking getreden. De luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 titel 2 van de Wet milieubeheer (Wm). In artikel 5.16 Wm staat een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarbij luchtkwaliteitseisen een directe rol spelen. Het gaat om ruimtelijke besluiten en milieuvergunningen die direct gevolgen voor de luchtkwaliteit hebben en daardoor kunnen bijdragen aan overschrijding van een grenswaarde. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor de plannen:

  • 1. Er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarden;
  • 2. Een project leidt - al dan niet per saldo - niet bij tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • 3. Een project draagt "niet in betekende mate" (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging;
  • 4. Een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit).

Plangebied
In Nederland zijn de maatgevende luchtverontreinigende stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Overschrijdingen van grenswaarden van de andere stoffen komen in Nederland slechts in exceptionele gevallen voor. Het luchtkwaliteitsonderzoek (zie bijlage) richt zich derhalve op de toets van de concentraties fijn stof (PM10) en stikstofdioxide aan de grenswaarden. Het spooremplacement van het station Utrecht Centraal ligt direct langs de nieuwe busbaan. De dieseltreinen over het spooremplacement Utrecht Centraal leveren aan de rand van het emplacement een Niet in betekenende mate-bijdrage aan de concentraties NO2 en PM10. Dit is meegenomen in het uitgevoerde luchtonderzoek bij de toetsing aan de normen. De luchtkwaliteit langs de busbaan Kruisvaart, de Vondellaan en de Bleekstraat na aanleg en ingebruikname van de busbaan Kruisvaart voldoet zowel in tijdelijke als de uiteindelijke situatie aan de in de Wet milieubeheer gestelde normen voor NO2 en PM10. Daarbij is rekening gehouden met de invloed van het spooremplacement op de heersende concentraties.

Conclusie
Vanuit de Wet milieubeheer zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.