Plan: | Hart van Hoograven Zuid |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPBPHARTVHOOGRAVEN-0601 |
Het eerste hoofdstuk bevat de 'inleidende regels'. Ter voorkoming van onduidelijkheden over de interpretatie is in artikel 1 een aantal in de regels gehanteerde begrippen beschreven. Artikel 2 is vastgelegd op welke wijze de in het bestemmingsplan opgenomen maten moeten worden gemeten.
Hoofdstuk 2 vormt de eigenlijke kern van het bestemmingsplan op grond waarvan het project gerealiseerd kan worden.
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
Het in het plangebied aanwezige bestaande telefooncentrale van de voormalige PTT heeft de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' gekregen. Het betreft een gebouw dat niet herontwikkeld wordt en daarom als bestaand wordt bestemd.
De bestemming 'Gemengd' is van toepassing op de beide gebouwencomplexen. De bestemmingsvlakken worden begrensd door bouwvlakken, waarbinnen bebouwing mogelijk is. Met behulp van opeenvolgende maatvoeringsvlakken worden de maximale bouwhoogten vastgelegd. Verder beschrijft de bestemmingsregeling het functionele programma met woningen en maatschappelijke voorzieningen.
Deze bestemming is opgenomen voor het structureel groen aan de oostzijde van het plangebied.
Het gedeelte van het bestaande bedrijfsgebouw, die wordt gebruikt door een uitvaartcentrum, is bestemd voor 'Maatschappelijk'.
Artikel 7 Verkeer - Verblijfsgebied
De wegen hebben de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' gekregen. Daarbinnen zijn onder meer ook groenvoorzieningen en parkeerplaatsen mogelijk.
In hoofdstuk 3 zijn diverse algemene regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen.
Artikel 8 Antidubbeltelbepaling
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen van een bouwvergunning bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.
Dit artikel regelt onder meer de mogelijkheid voor (beperkte) overschrijdingen van bebouwingsgrenzen die op de kaart zijn aangegeven. Het gaat daarbij om toegangspartijen, vluchttrappen en dergelijke.
Artikel 10 Algemene gebruiksregels
De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Een algemeen gebruiksverbod hoeft derhalve niet meer in de planregels te worden opgenomen. Het is wel mogelijk om in het bestemmingsplan aan te geven wat onder verboden gebruik in ieder geval wordt verstaan. In dit artikel is opgenomen dat onder verboden gebruik wordt verstaan: onbebouwde gronden te gebruiken als staanplaats voor onderkomens als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan of als stortplaats voor puin en afvalstoffen.
Artikel 11 Algemene ontheffingsregels
Dit artikel regelt ontheffingsmogelijkheden voor het college van burgemeester en wethouders. Dit heeft primair tot doel enige flexibiliteit in de regels aan te brengen. Ze kunnen worden toegepast als er niet op grond van de bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al een ontheffing verleend kan worden. Het gaat dan om een afwijking van maten, afmetingen en percentages, het plaatsen van objecten van beeldende kunst, het realiseren van kleine nutsgebouwtjes en het plaatsen van zendmasten.
Artikel 12 Algemene procedureregels
In dit artikel is de procedure beschreven die doorlopen dient te worden bij het gebruik maken van een ontheffing van de regels.
De overgangs- en slotbepalingen van hoofdstuk 4 bevatten de onderstaande drie bepalingen.
In het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening (in werking 1 juli 2008) is overgangsrecht opgenomen dat in elk bestemmingsplan moet worden overgenomen. Indien de in het plan opgenomen regels. voor wat betreft gebruik of bebouwing, afwijken van een bestaande legale situatie, dan zijn daarop de overgangsbepalingen van toepassing. De overgangsbepaling heeft tot doel bestaande belangen te respecteren totdat realisering van de nieuwe regels plaatsvindt.
Voor bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, is bepaald dat deze gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijking niet wordt vergroot. Gehele vernieuwing is in principe uitgesloten, waaronder ook gefaseerde vernieuwing van een bouwwerk wordt verstaan. Het doel van het overgangsrecht is dat het bestaande bouwwerk in de bestaande staat in stand mag worden gehouden. Uitsluitend na het tenietgaan van het bouwwerk door een calamiteit, waarmee onder andere brand of extreme weersomstandigheden wordt bedoeld, is onder voorwaarden gehele vernieuwing toegestaan.
Vergunningplichtige bouwwerken die zonder vergunning zijn opgericht, kunnen door overgangsrecht niet gelegaliseerd worden. Bouwen zonder vergunning is immers een overtreding van de Woningwet die niet door een regeling in een bestemmingsplan ongedaan kan worden gemaakt.
Wel kan met een beroep op het overgangsrecht een aanvraag worden ingediend voor de verbouw van een illegaal bouwwerk. Om te voorkomen dat een dergelijke aanvraag moet worden gehonoreerd, is in de overgangsbepaling van dit plan opgenomen dat deze slechts van toepassing is op legale bouwwerken. Voor het gebruik dat onder het overgangsrecht valt, is bepaald dat dat gebruik mag worden voortgezet. Het gebruik mag eveneens worden gewijzigd, voor zover de afwijking ten opzichte van het toegestane gebruik niet vergroot wordt.
Hiervoor is reeds aangegeven dat illegale bouwwerken niet gelegaliseerd kunnen worden door overgangsrecht. Voor gebruik zou dat in principe wel mogelijk zijn. Echter de gemeente staat op het standpunt dat in beginsel handhavend wordt opgetreden tegen illegaal gebruik. Vanuit dit oogpunt is legalisering ongewenst. In de overgangsbepaling is daarom opgenomen dat het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, van het overgangsrecht is uitgesloten. Ook na het van kracht worden van dit plan kan dus nog met succes handhavend worden opgetreden tegen gebruik dat reeds in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan.
In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan, de citeertitel, omschreven.
Prostitutie
In het plangebied van dit bestemmingsplan zijn geen prostitutiebedrijven gevestigd met een vergunning op basis van de APV. Gezien het in Utrecht gehanteerde maximumstelsel zijn nieuwe prostitutiebedrijven niet toegestaan en zijn prostitutiebedrijven uitgesloten in de gebruiksbepaling en in de begripsbepaling "aan huis verbonden beroep en bedrijf". Gelet op het binnen de gemeente gehanteerde maximumstelsel betekent de regeling in dit bestemmingsplan geen algeheel verbod, maar wel een verbod op prostitutiebedrijven binnen dit plangebied.