Plan: | Hart van Hoograven Zuid |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPBPHARTVHOOGRAVEN-0601 |
Het Verdrag van Malta regelt de omgang met het Europees archeologisch erfgoed. Nederland ondertekende dit verdrag van de Raad voor Europa in 1992. In 2007 heeft Nederland het verdrag uitgewerkt in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Uitgangspunt van de wet is om:
De Archeologische Waardenkaart van de gemeente Utrecht geeft inzicht in de ligging van beschermde rijksmonumenten en de gebieden waarvoor een archeologische waarde of verwachting geldt. De raad van de gemeente Utrecht heeft op 17 december 2009 besloten om het beschermen van de archeologische waarden te regelen in de Verordening op de archeologische monumentenzorg. Deze verordening geldt vanaf 22 december 2009. Bescherming via een verordening is zeer efficiënt. De verordening biedt namelijk ineens aan het hele grondgebied van de gemeente de nodige bescherming. Bovendien is de verordening makkelijk actueel te houden. In de op de gemeentelijke archeologische waardenkaart aangeduide gebieden waar een vergunningsverplichting geldt zijn toekomstige initiatiefnemers tot bodemverstorende activiteiten verplicht om eventuele archeologische resten uit het verleden op te sporen en zo nodig veilig te stellen. Hierna zal een archeologievergunning worden afgegeven.
Deel van de Archeologische waardenkaart
Het plangebied ligt in het gebied dat op de Archeologische Waardenkaart, behorend bij de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg, gedeeltelijk is aangewezen als 'gebied van archeologische verwachting'. Het gebied heeft een archeologische verwachting, omdat uit recent booronderzoek is gebleken dat in de nabijheid sprake was van de Romeinse Limesweg (gebied met de rode kleur), de noordelijke grens van het Romeinse rijk. Het plangebied ligt op de Houten Stroomgordel. Voor de archeologische verwachting geldt dat hier resten van oude bewoning in de bodem aanwezig kunnen zijn, mogelijk uit de Vroege Bronstijd, Ijzertijd, Romeinse tijd en de Vroege Middeleeuwen. De kans op een nederzetting met grafveld is zeer aannemelijk. De gemeente adviseert een booronderzoek in het hele plangebied om vast te stellen of er sprake is van archeologische resten in de bodem. Op grond van de resultaten van dit booronderzoek kan de gemeente dan een beslissing nemen ten aanzien van eventuele vervolgstappen. Het gebied kan worden vrijgegeven, als blijkt dat er geen resten aanwezig zijn of er moet een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven of een opgraving worden uitgevoerd.
Het uitgevoerde inventariserend veldonderzoek (zie Bijlage 7) heeft geen archeologische indicatoren opgeleverd evenmin aanwijzingen voor de aanwezigheid van een stroomrug in de ondergrond. Op basis van deze bevindingen kan het plan worden vrijgegeven voor verdere ontwikkeling en is nader archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Indien tijdens de werkzaamheden voor de bouw van het complex alsnog archeologische resten worden aangetroffen, moet daarvan per ommegaande melding worden gedaan aan de gemeente en moeten de werkzaamheden worden gestaakt.
Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan.