Plan: | De Berekuil |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPBEREKUIL-0601 |
Uit de voorgaande hoofdstukken blijkt, dat er op zich geen belemmeringen voor het gebruik van het plangebied als camping zijn. Een nieuwe bestemmingsregeling voor dit gebied wordt in grote mate bepaald door de bestaande situatie, de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan 'Voordorp-Voorveldse Polder' (10 november 2004) en afspraken uit het verleden tussen de gemeente en de exploitant van de camping. Zowel de exploitant van de camping als de gemeente hebben aangegeven dat de uitspraak van de Raad van State voldoende aanknopingspunten biedt voor een nieuwe bestemmingsregeling en dat de conclusies van de Raad van State gedeeld worden.
Belangrijkste conclusie die getrokken kan worden uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak, is dat de wijze van bestemmen van de camping weliswaar niet onjuist was, maar dat in de planvoorschriften verwezen werd naar de feitelijke situatie van de centrale voorzieningen op de camping zonder dat kan worden beschikt over een deugdelijke inventarisatie. Dit acht de Afdeling in strijd met de rechtszekerheid. Daarnaast zijn van het overgangsrecht ook bouwwerken die met vergunning zijn gebouwd alsmede vergunningvrije bouwwerken uitgezonderd. Dit acht de Afdeling in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Tenslotte is het wegbestemmen van steigers en vlonders op en boven het water zonder dat de vraag of de aanwezigheid ervan uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is beantwoord, in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel geoordeeld.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State is in deze toelichting een inventarisatiekaart toegevoegd, waarop is aangegeven wat de huidige oppervlakte is van de toeristische standplaatsen, de diverse centrale voorzieningen en de twee dienstwoningen.
De netto oppervlakte van het toeristisch kamperen blijkt momenteel 1,3 ha te bedragen. In het verleden werd een strikt minimum gehanteerd van 1,8 ha (zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4). De Afdeling bestuursrechtspaak heeft dit aanvaardbaar genoemd, maar gaf daarbij aan, dat uit "een inventarisatie zal moeten blijken dat die getallen de feitelijk bestaande situatie weerspiegelen" (zie paragraaf 1.5). In dat licht is het strikte minimum van 1,8 ha moeilijk vol te houden. Inmiddels is de gemeente daarom van mening dat het strikte minimum voor toeristisch kamperen daarom 1,3 ha dient te bedragen. Dit is overigens, zoals al gesteld, een netto-maat, dus exclusief de bij deze functie behorende voorzieningen als wegen, centrale voorzieningen en parkeerplaatsen. Als deze voorzieningen opgeteld worden bij de 1,3 ha komt de bruto-maat ongeveer overeen met 1,8 ha.