Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Vliegbasis Soesterberg NMM
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0342.WPLG0001-0401

Toelichting

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De Vliegbasis Soesterberg is een gebied met een rijke geschiedenis, unieke cultuurhistorische waarden en specifieke natuurwaarden gelegen in de gemeenten Soest en Zeist.
 
Omdat de oorspronkelijke militaire functie sinds 2008 is komen te vervallen hebben de Provincie Utrecht, de gemeente Soest, de gemeente Zeist en Defensie gezamenlijk de planvorming opgepakt om te komen tot een passende herbestemming van het gebied. Om te komen tot herontwikkeling is er een intensief proces opgezet van overleggen, werkateliers en informatiebijeenkomsten.
 
Dit intensieve proces heeft geleid tot een bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg'. Dit bestemmingsplan is op 21 juni 2012 vastgesteld en op 19 juni 2013 onherroepelijk geworden.
 
Het terrein van de vliegbasis herbergt unieke natuurwaarden, daarnaast maakt het gebied onderdeel uit van de EHS. Bij de herinrichting van de vliegbasis heeft het behoud en versterken van de aanwezige natuurwaarden dan ook centraal gestaan.
De vliegbasis wordt ook gedeeltelijk opengesteld voor recreatie. Een van de belangrijkste recreatieve voorzieningen wordt het museumkwartier. Hierin komen het Nationaal Defensiemuseum en het informatiecentrum voor de Utrechtse Heuvelrug.
 
Het plan voor het nationaal Defensiemuseum (verder Nationaal Militair Museum) is uitgewerkt en reeds in uitvoering genomen. In het bestemmingsplan ‘Vliegbasis Soesterberg’ is een geaccidenteerd evenemententerrein voorzien binnen het Museumkwartier. Tijdens de uitwerking van het plan voor het Nationaal Militair Museum is gebleken dat de gewenste locatie voor het geaccidenteerde evenemententerrein voor deel buiten de begrenzing van de bestemming Cultuur en ontspanning is gelegen. Middels een beperkte wijziging van de bestemmingsgrenzen (vergroting) komt dit terrein binnen de bestemming Cultuur en ontspanning te liggen. Ter compensatie van deze bestemmingsgrens wijziging zullen op andere plekken de bestemmingsgrenzen van dezelfde bestemming Cultuur en ontspanning ook aangepast worden (verkleining) zodat er per saldo positieve wijziging plaatsvindt. Dit komt ten goede aan de bestemming Natuur.

1.2 Ligging van het plangebied

De te wijzigen bestemmingsgrenzen maken onderdeel uit van de gronden horende bij het museumkwartier als onderdeel van de vliegbasis Soesterberg. De locatie is weergegeven in figuur 1.
 
Ligging plangebied
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Figuur 1. Locatie ligging plangebied

1.3 Vigerend bestemmingsplan

De percelen liggen binnen het bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg' vastgesteld op 21 juni 2012 en onherroepelijk geworden op 19 juni 2013. Het plangebied van dit bestemmingsplan is weergegeven in figuur 1. In figuur 2 is de verbeelding van het vigerende bestemmingsplan ter plaatse van het museumkwartier opgenomen.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Figuur 2: bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg'
 
Het museumkwartier gebied heeft de bestemming 'Cultuur en Ontspanning' en het omliggende gebied heeft voornamelijk de bestemming 'Natuur'. Daarnaast bevindt zich op delen van het plangebied de dubbelbestemming 'waarde-archeologie'.
 
In artikel 20.1 sub a  van het bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg' is een algemene wijzigingsregel opgenomen, deze luidt als volgt:
 
Burgemeester en wethouders kunnen bestemmingsgrenzen en grenzen van bouwvlakken wijzigen, zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij de wijziging betrokken vlakken en zones niet meer dan 20% wordt verkleind of vergroot;
 
Op grond van deze regel worden enkele grenzen gewijzigd. Het gaat in dit geval om de bestemmingsgrens van de bestemming 'Cultuur en ontspanning' en de bestemmingsgrens van de bestemming 'Natuur'. In hoofdstuk 4 wordt beschreven om welke locaties het gaat en hoe de nieuwe grenzen er uit zullen zien.

1.4 Opzet van de toelichting

De toelichting is opgesteld aan de hand van het Handboek Digitale Ruimtelijke Plannen van de gemeente Soest. Allereerst wordt ingegaan op de beleidskaders (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 is de bestaande situatie van het plangebied beschreven. In hoofdstuk 4 wordt de planbeschrijving weergegeven waarbij ingegaan wordt op de bestemmingswijziging. Hoofdstuk 5 staat in het teken van de uitgevoerde onderzoeken naar milieu- en overige aspecten. 
 
Hoofdstuk 6 geeft een juridische toelichting op de planregels. Tot slot beschrijft hoofdstuk 7 de economische en de maatschappelijke uitvoerbaarheid.    

2 Beleid

De toelichting behorende bij het moederplan ‘Vliegbasis Soesterberg’ bevat een actuele
weergave van de beleidskaders m.b.t. het gehele plangebied. Voor onderhavig wijzigingsplan zijn de daar in genoemde beleidskaders van toepassing.
 
Herinrichtingsplan Buitenruimte
Als uitwerking van het bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg' is een herinrichtingsplan Buitenruimte opgesteld welke een gedetailleerdere invulling geeft aan de inrichting van de buitenruimte van het Museumkwartier. Hierin is onder andere aangegeven op welke wijze vorm wordt gegeven aan het geaccidenteerd evenemententerrein. Dit vormt tevens de basis voor het voorliggende wijzigingsplan.
Op 2 april 2013 heeft de Provincie Utrecht aangegeven dat het herinrichtingsplan niet in strijd komt met de vastgestelde saldobenadering. Vervolgens is op 20 december 2013 het Herinrichtingsplan Buitenruimte vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Soest.    

3 Bestaande situatie

Het plangebied van de percelen waarvoor de bestemmingen worden gewijzigd bevindt zich in het plangebied ‘Vliegbasis Soesterberg’.
  
In de toelichting horende bij het bestemmingsplan ‘Vliegbasis Soesterberg' is de bestaande situatie van het gehele plangebied beschreven. Daarin is een uitgebreid beeld gegeven van alle voor dit wijzigingsplan relevante aspecten.
 
Ter plaatse van het geaccidenteerd evenemententerrein is momenteel een stortlocatie aanwezig. In deze puinberg zijn mogelijk nog niet gesprongen explosieven (NGE) aanwezig (zie hoofdstuk 5). Een detectie op NGE heeft dit bevestigd. Op basis van de detectie was het reeds de bedoeling om de puinberg af te graven om alle mogelijk aanwezige explosieven te verwijderen.

4 Planbeschrijving

In dit onderdeel is het onderhavige wijzigingsplan beschreven en onderbouwd voor de gewenste ligging van het geaccidenteerde evenemententerrein binnen het museumkwartier.
 
De aanleg van een geaccidenteerd evenemententerrein is reeds voorzien in het bestemmingsplan ‘Vliegbasis Soesterberg’. De volgende planbeschrijving zal zich derhalve beperken tot de ligging van het geaccidenteerde evenemententerrein. Voor overige onderdelen wordt verwezen naar het bestemmingsplan ‘Vliegbasis Soesterberg’.

4.1 Planopzet sterke ecologische zonering Nationaal Militair Museum

De hoofdopzet van het landschappelijke ontwerp van het Nationaal Militair Museum gaat uit van een sterke recreatieve zonering. Het museumgebouw en aanverwante, bezoekers intensieve functies, zoals de evenemententerreinen en het herdenkingsgebied zijn ten zuidwesten van de hoofdweg gesitueerd, het natuurdeel in het noordoosten van het museumkwartier. Dit zorgt ervoor dat het natuurdeel zo rustig mogelijk blijft.
 
In het noordoostelijk deel van het museumkwartier -het natuurdeel- liggen de meest waardevolle bossen. Deze zijn onderdeel van de oude boskernen op de Utrechtse Heuvelrug en bestaan uit eeuwen oude, zeldzame eikenstrubbenbossen. Deze bossen maken deel uit van een groter gebied met oude boskernen: ze staan in directe verbinding met de bosgebieden op landgoed De Paltz en de bossen rondom de mobiele radarheuvel.
 
In het natuurdeel van het museumkwartier wordt nagenoeg alle verharding verwijderd. Op de vrijkomende oppervlakte wordt nieuw bos en heide-schraalgraslandmozaïek gerealiseerd. Om de natuurkwaliteit verder te ondersteunen lopen door dit deel van het museumkwartier slechts twee wandelpaden. Eén daarvan is een vlonderpad. Dit pad wordt verhoogd aangelegd om bezoekers te ontmoedigen de heide te betreden. Op andere kwetsbare locaties worden wandelaars met behulp van rillen geleid. Hierdoor wordt fysiek voorkomen dat de oude bossen kunnen worden betreden.
 
Door deze ontwerpkeuze ontstaat in het noordoostelijke deel van het museumkwartier binnen de bestemming Cultuur en ontspanning een groot aaneengesloten natuurgebied, met maximale mogelijkheden voor natuurontwikkeling en rust.

4.2 Ligging geaccidenteerd evenemententerrein

Bij het zoeken naar een geschikte plek voor het geaccidenteerde evenemententerrein zijn landschappelijke en ecologische aspecten leidend geweest. De evenemententerreinen zijn de terreindelen waar binnen het museumkwartier de meeste bezoekers worden verwachten. Uitgaande van de hiervoor genoemde zonering - museumgebouw en aanverwante functies ten zuidwesten van de hoofdweg, natuurdeel in het noordoosten- is er voor gekozen om heuvelopwaarts het natuurdeel te ontwikkelen. Belangrijkste reden om hier te kiezen voor natuur is dat dit deel van het plangebied aansluit op een groot aaneengesloten en rustig bos- en heidegebied. Ook zijn in dit gedeelte de grootste boswaarden aanwezig (strubbenbos). Tevens vinden we hier, uitgaande van de bodemkarakteristiek, de grootste potentie voor de ontwikkeling van bijzondere heide.
 
De evenemententerreinen zijn vervolgens bewust direct naast het museum gepositioneerd: het bestaande betonschort en het grasveld direct naast het museum worden daarbij ingezet voor grote evenementen. Het geaccidenteerd evenemententerrein iets verderop in de hoge steilrand, welke het (natuurlijk) verloop van de heuvelrug volgt, kan gebruikt worden voor voorstellingen en demonstraties. Om de voorstellingen of demonstraties bij te wonen wandelen bezoekers over de voormalige taxibaan of langs het gebouw naar het geaccidenteerd evenemententerrein. Door hiervoor te kiezen is de verstoring door bezoekersstromen op de natuur zeer beperkt. De plaatsing van zitranden in de natuurlijke steilrand zorgt er tevens voor dat de tribune onderdeel van het landschap is. Op het moment dat het geaccidenteerd evenemententerrein niet voor voorstellingen of demonstraties wordt gebruikt, is het gebied, door deze ontwerpkeuze, onderdeel van het heide- en schraalgraslandmozaïek. En dus van de natuur en EHS.
 
Het geaccidenteerd evenemententerrein wordt deels in een puinberg uitgegraven. Op deze puinberg was in de bestaande situatie een parkeerplaats en robiniabos (exoot) gesitueerd. De parkeerplaatsen worden verwijderd en overeenkomstig het beleid om het exoten te verwijderen ook het robiniabos. Het ontwerp is zodanig dat monumentale zomereiken worden behouden. Deze keuze draagt bij aan het behoud van de bestaande natuurwaarden op het terrein.

4.3 Conclusie

Zowel op het schaalniveau van het museumkwartier (de zonering in een natuurdeel en een druk bezocht deel met museum en evenemententerreinen), als op het kleine schaalniveau (de ecologische en landschappelijke inrichting van 'tribune' en terrein) wordt met dit ontwerp het maximum op het gebied van natuur nagestreefd en behaald.
 
Voor de gewenste ligging van het geaccidenteerd evenemententerrein dient de bestemminggrens van de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ voor een beperkt deel in noordelijk richting te worden vergroot. Dit betreft 6655 m2. Ter compensatie zal in het noordoostelijk waardevolle natuurdeel van het museumkwartier op 4 locaties nabij de radarpost de bestemmingsgrens van de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ worden verkleind. Dit betreft 9431 m2.
 
Per saldo betreft deze wijziging een verkleining van de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ met 2772 m2 welke ten gunste komt van de bestemming ‘Natuur’. Met deze wijziging worden de laatste bestaande cat.3 bossen in het noordelijk gebied binnen de bestemming natuur gebracht. Hieronder is aangegeven om welke percentages het gaat.
 
   

5 Resultaten onderzoeken

5.1 Inleiding

Op grond van artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) is de gemeente bij het opstellen van een bestemmingsplan/wijzigingsplan verplicht om onderzoek te doen naar de bestaande toestand van het plangebied en naar de mogelijke en wenselijke ontwikkeling daarvan.  Het beoordelen van de milieuaspecten vormt een belangrijk onderdeel van dit onderzoek. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders. 
 
In het kader van het bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg' zijn diverse onderzoeken uitgevoerd en heeft een verantwoording van diverse milieuaspecten plaatsgevonden. Voor onderhavig wijzigingsplan zijn een aantal voor deze locatie specifieke onderzoeken uitgevoerd. Enkel deze onderzoeken komen in dit hoofdstuk aan bod. Voor de overige onderzoeken wordt verwezen naar het moederplan 'Vliegbasis Soesterberg'.
 

5.2 Bodem

In februari 2013 is een inventariserend bodemonderzoek [voetnoot] uitgevoerd ter plaatse van het geaccidenteerd evenemententerrein. Reden voor dit inventariserende onderzoek is dat uit voorgaande onderzoeken en visuele waarnemingen is gebleken dat mogelijk sprake is van een stortlocatie met een bodemverontreiniging.  
Het volledige rapport 'inventariserend bodemonderzoek' is als bijlage toegevoegd aan deze toelichting.
 
Op basis van de uitgevoerde veld- en laboratoriumwerkzaamheden wordt geconcludeerd dat ter plaatse van de onderzoekslocatie sprake is van een stortlocatie. Het gestorte materiaal betreft puinmateriaal, zoals beton- en baksteenpuin, vermoedelijk afkomstig van gesloopte of verwoeste bebouwing van de Tweede Wereldoorlog.
 
In het stortmateriaal is asbest aangetoond, echter niet in een gehalte boven de restconcentratienorm. Uit het indicatieve samenstellings- en uitloogonderzoek blijkt dat plaatselijk sterk verhoogde PAK-gehalten in het stortmateriaal zijn aangetoond. Deze sterk verhoogde gehalten houden verband met aanwezige teerhoudende materialen, zoals dakleer, in het stortmateriaal. Aangezien de kwaliteit van het stortmateriaal duidt op een Niet-vormgegeven bouwstof (herbruikbare bouwstof), wordt dit verhoogde gehalte PAK als niet representatief beschouwd.
 
Op basis van de omvangsbepaling heeft de stortlocatie een oppervlakte van ca. 4.675 m2 en een omvang van ca. 10.500 m3.
 
Op basis van het inventariserend onderzoek wordt geadviseerd de contouren van de stortlocatie te vergelijken met de toekomstige inrichting. Uit deze vergelijking kan geconcludeerd worden dat het het meest wenselijke is om de stort geheel te saneren op basis van de mogelijke vervuilingen en de mogelijke NGE. Hierdoor ontstaat de meest veilige en stuurbare situatie. Eventueel ontgraven materiaal dient tijdens de ontgraving visueel te worden beoordeeld. Gedurende de ontgraving dienen teerachtige materialen apart van het overige materiaal opgeslagen te worden. Eventueel visueel waarneembaar asbest dient selectief te worden verwijderd uit het materiaal.
 
Wanneer de locatie gesaneerd is bestaat er milieukundig geen belemmering meer voor de realisatie van het geaccidenteerd evenemententerrein op deze locatie.
   

5.3 Archeologie

Bescherming van het cultuurhistorisch erfgoed is een van de taken van het bevoegde gezag bij de ruimtelijke planontwikkeling. Daarom dient archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd om cultuurhistorisch belangrijke voorwerpen te conserveren of op te graven, zodat deze niet verloren gaan.
 
Met betrekking tot archeologie is in het kader van het bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg' in 2008 een bureau- en verkennend veldonderzoek uitgevoerd voor het gehele plangebied. Uit het onderzoek zijn een aantal gebieden aangewezen waarvoor een hoge verwachtingswaarde geldt. Deze gebieden hebben in het bestemmingsplan de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' gekregen. In 2012 is een verkennend booronderzoek uitgevoerd [voetnoot]. Naar aanleiding van die resultaten is geadviseerd om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van proefsleuven, teneinde de gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken [voetnoot]. Het betreft drie zones in het oostelijke deel van het terrein en zeven zones in het noordwesten en zuiden van het terrein.
 
Ook op de locatie van het geaccidenteerd evenemententerrein is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd, zone 7. Er zijn tijdens het proefsleuvenonderzoek geen behoudenswaardige arcehologische resten in de vorm van grondsporen en/of vondstmateriaal aangetroffen. Er wordt dan ook geadviseerd om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling.
 
De gemeente Soest heeft op basis van het Inventariserend Veldonderzoek-Proefsleuven een selectiebesluit [voetnoot] genomen. Het advies uit het onderzoek wordt overgenomen en het terrein wordt vrijgegeven voor ontwikkeling.
 
Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. In het kader van de monumentenwet is men verplicht archeologische vondsten tijdens de uitvoering te melden bij het bevoegd gezag.
   
  

5.4 Natuur & Flora- en faunawet

In het kader van het bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg' is het terrein meerdere malen geinventariseerd op het voorkomen van natuurwaarden.
 
Om het geaccidenteerd evenemententerrein mogelijk te maken binnen de nieuwe uitgebreide bestemming 'Cultuur en Ontspanning' is voor die locatie opnieuw gekeken naar de Ecologische Hoofdstructuur en de toetsing in het kader van de Flora- en faunawet [voetnoot]. Deze ecologische onderbouwing is al bijlage bij de toelichting gevoegd.
 
Ecologische hoofdstructuur
Het inrichtingsplan van het Consortium, inclusief het geaccidenteerd evenemententerrein, voldoet aan de kwantitatieve beoordeling van de EHS-saldobenadering.    
 
Uit de kwalitatieve beoordeling in het kader van het de EHS-saldobenadering blijkt het volgende:
  • Het inrichtingsplan van het Consortium voorziet in een toename van het areaal bos en heischrale graslandvegetaties met zekere of hoge ecologische kwaliteit.
  • De nieuwe functie van geaccidenteerd evenemententerrein is niet belemmerend voor de ruimtelijke structuur waar zij onderdeel van uitmaken.
  • De wijziging van het aanwezige bos tot de bestemming natuur versterkt de duurzame instandhouding van de doorlopende boseenheid.
  • Met name de grote toename van het areaal heischrale vegetatie zorgt voor een toename van het leefgebied van enkele bijzondere soorten (vlinders, bijen, reptielen).
  • Door de voorgestelde inrichting worden versnipperde eenheden van gelijksoortige natuur met elkaar verbonden zodat ze als een ecologische eenheid gaan functioneren.
  • Het inrichtingsplan voorziet in de aanleg van een doorlopende ecologische verbinding in de vorm van bos en heidevegetaties.
  • In het bijzonder voor soorten met een beperkte dispersatiecapaciteit wordt extra leefgebied binnen deze corridor gerealiseerd.
Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de wijziging van bestemmingsgrenzen zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin voldoet aan de EHS-saldobenadering.
 
Toetsing Flora- en faunawet
Er is uitgebreid onderzoek verricht naar het voorkomen van planten en dieren die onder de bescherming van de Flora- en faunawet vallen. Voor de algemene soorten (FFlijst 1) geldt een algehele vrijstelling van de Flora- en faunawet bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor de meer strikt beschermde soorten (FFlijst 2+3) is beoordeeld of de voorgenomen ontwikkelingen nadelige gevolgen hebben. Met betrekking tot de deelgebieden horende bij dit wijzigingsplan kan geconcludeerd worden dat, met inachtneming van enkele mitigerende maatregelen, de voorgenomen ontwikkelingen kunnen plaatsvinden zonder overtreding van de flora- en faunawet. De betreffende mitigerende maatregelen zijn opgenomen in het projectspecifieke Ecologisch Werkprotocol voor het project.
   

5.5 Niet Gesprongen Explosieven (NGE)

Zoals in het bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg' is aangegeven is in 2004 door de EOD een vooronderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van niet gesprongen explosieven op de vliegbasis. Uit dit onderzoek is gebleken dat niet uit te sluiten is dat zich nog enkele, niet gesprongen, explosieven in het plangebied bevinden.
 
In navolging van dit onderzoek heeft een detectie plaatsgevonden op het hele terrein van de vliegbasis.  
Uit de detectie kan geconcludeerd worden dat mogelijk sprake is van niet gesprongen explosieven. Op de voormalige stortlocatie is vanwege het vele puin niet in te schatten of het hier gaat om puin of om niet gesprongen explosieven. De graafwerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van het geaccidenteerde evenemententerrein zullen met behulp van beschermende veiligheidsvoorzieningen moeten plaatsvinden.  

6 Juridische toelichting

Voorliggend wijzigingsplan is opgesteld op grond van de opgenomen wijzigingsregel in het bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg'. De juridische planopzet van voorliggend wijzigingsplan is overeenkomstig het (moeder)bestemmingsplan.
 
Het besluit tot wijziging van de bestemmingen van de percelen bestaat uit een (digitale) verbeelding van de gewijzigde bestemmingen, planregels en een toelichting.

7 Uitvoerbaarheid

 

7.1 Economische uitvoerbaarheid

In het kader van het bestemmingsplan 'Vliegbasis Soesterberg' is de financiële uitvoerbaarheid reeds aangetoond. Het museumkwartier is eigendom van Defensie. De financiële uitvoerbaarheid voor de ontwikkelingen in dit gebied zijn middels een samenwerkingsovereenkomst met Defensie verzekerd. 

7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Deze toelichting maakt deel uit van het besluit ‘Wijziging bestemmingsplan ´Vliegbasis Soesterberg´. Het ontwerpbesluit ligt ter inzage. Een ieder kan naar aanleiding van het ontwerpbesluit zienswijze naar voren brengen.
 
Het ontwerpbesluit wordt ook toegestuurd naar diverse diensten en instanties.
 
Een verslag van de binnengekomen zienswijzen wordt bij het definitieve besluit gevoegd.