Plan: | Cuneraweg 384 Rhenen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0340.PBCuneraweg384-de01 |
Het projectgebied ligt in het werkgebied van het Waterschap Vallei & Eem. Bij ruimtelijke ingrepen is het algemene uitgangspunt dat met de ingreep géén afwenteling plaatsvindt op de omgeving en in de tijd. Daartoe hanteert het Waterschap de tritsen "vasthouden - bergen - afvoeren" voor waterkwantiteit en "schoon houden - scheiden - schoonmaken" voor waterkwaliteit.
Bij nieuwbouw en renovatie heeft het Waterschap in dat kader als eis dat er een gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd. Het afvalwaterriool wordt aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel en het hemelwater wordt geïnfiltreerd of op een andere wijze vertraagd afgevoerd. Gezien de bodemopbouw en grondwaterstanden ter plaatse is het infiltreren van hemelwater in beperkte mate mogelijk. Het omgaan met hemelwater vraagt daarom om aanvullende eisen.
In geval van een toename van verhard oppervlak wordt het hemelwater versneld afgevoerd naar de omringende greppels en sloten. In dat geval is het verstandig om extra waterberging te zoeken, bijvoorbeeld door het graven van een nieuwe watergang en/of greppel of het verbreden daarvan. Ook is het mogelijk om het hemelwater tijdelijk in een wadi, poel of vijver op te vangen en vervolgens vertraagd af te voeren.
Over het algemeen ligt de grondwaterstand in het projectgebied vrij diep. Een groot deel van het hemelwater zal dan ook in de bodem infiltreren. Echter, uit onderzoek blijkt dat er periodes zijn dat het grondwater ver omhoog komt. Het gaat hier om kwel onder invloed van de nabijgelegen Utrechtse Heuvelrug. Omdat in die periodes weinig tot geen infiltratie mogelijk is, is het aanleggen van ondergrondse infiltratie-voorzieningen af te raden. De werking hiervan is niet gegarandeerd.
Door deze mogelijk hoge grondwaterstanden is de bouw van kelders een belangrijk aandachtspunt. Advies is een kelderconstructie waterdicht uit te voeren om grondwateroverlast te voorkomen. Het permanent bemalen van kelders is niet toegestaan.
In het verleden is verder gebleken dat koperen en zinken dakgoten een bron van vervuiling zijn voor het oppervlaktewater. Dergelijke goten zijn dan ook niet toegestaan. Naast het gebruik van koper en zink zijn ook lood en andere uitlogende bouwmaterialen niet toegestaan. Het advies van het Waterschap is om duurzame materialen te gebruiken in verband met emissies naar het hemelwater.
Om het principe van afgekoppeld hemelwater te kunnen hanteren, staat het stedenbouwkundig plan voor de locatie Veeneind voor een droge greppel te graven bij elk te ontwikkelen cluster. Gezien de onderstaande afbeelding zal ook een droge greppel aangelegd worden bij het woningbouwproject, dat op het achterste perceelsgedeelte van het perceel Cuneraweg 384 is voorzien.
Afbeelding 11: Ligging water in directe omgeving plangebied
Weliswaar ligt er direct langs de Cuneraweg een merendeels droogstaande greppel, die normaliter het hemelwater van de weg opvangt, maar hiervan kan geen gebruik worden gemaakt. Het hoogteverloop van het plangebied, waar het woningbouwproject is voorzien, en de afstand van de toe te voegen bebouwing tot de greppel zijn hier de oorzaak van.
Het principe van afgekoppeld hemelwater leidt ertoe dat het water van de dakvlakken en verharde oppervlakten bovengronds afstroomt naar de droge greppels. Hier kan het hemelwater inzeigen in de bodem. In extreme gevallen kan het overtollige water afgevoerd worden naar het oppervlaktewater, waarin het stedenbouwkundig plan voorziet.
Het project strekt tot het toepassen van een gescheiden rioolstelsel. Aangezien het ruimtebeslag van de te bouwen woning groter is dan dat van de bestaande woning, neemt het verharde oppervlak met de realisering van de vervangende nieuwbouw licht toe. In dit geval loopt de droogstaande greppel langs de Cuneraweg echter wel direct langs het projectgebied. De afstand van de op te richten bebouwing tot de greppel is hierdoor aanzienlijk kleiner. In samenhang met de droge greppel, die ten behoeve van het woningbouwproject zal worden aangelegd, zijn er daarmee ter plekke voldoende voorzieningen aanwezig om het hemelwater tijdelijk op te vangen en vertraagd af te voeren.
Het ontwerp voor de vrijstaande woning ziet verder niet toe op het realiseren van een kelder. Ook zal, voor onder meer de dakgoten, geen koper, zink, lood of ander uitlogend bouwmateriaal gebruikt worden. Er worden duurzame bouwmaterialen toegepast. Mede gezien het voorgaande behelst het project een duurzame waterhuishoudkundige situatie.