direct naar inhoud van 4.1 BODEM
Plan: Cuneraweg 384 Rhenen
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.PBCuneraweg384-de01

4.1 BODEM

De voorgenomen vervangende nieuwbouw van de woning en grondruil vereisen dat inzicht verkregen wordt in de milieukundige gesteldheid van de bodem. In verband hiermee is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een deel van het perceel Cuneraweg 384 in Rhenen. Doel van het onderzoek is om door middel van een aantal steekproeven na te gaan of er in de bodem componenten aanwezig zijn, in dusdanige concentraties, dat er ten aanzien van het huidig en/of toekomstig gebruik een belemmering kan bestaan of er een bedreiging van de volksgezondheid kan optreden.

Uit het onderzoek volgt dat de bodem ter plekke overwegend bestaat uit matig fijn tot matig humeus zand, op matig tot zeer fijn humusarm zwak grindig zand. Vastgesteld is dat in de vaste bodem ter plekke van het onderzochte perceelsdeel geen van de onderzochte parameters de achtergrondwaarde overschrijdt. In het grondwater ter plekke van Pb 01 overschrijden de concentraties koper, mylodeen en 1.2-di-chloorethenen de streefwaarden. De oorzaak van deze lichte verontreiniging is niet bekend. De verhoogde concentraties betreffen echter licht verhoogde waarden, welke geen aanleiding geven tot nader onderzoek. De toetsingswaarden voor grond en grondwater worden namelijk niet overschreden.

Vanwege de lichte verontreinigingen in het grondwater wordt geconcludeerd dat de gevolgde onderzoeksstrategie "onverdachte locatie" formeel gezien onjuist blijkt te zijn. Het uitvoeren van een onderzoek met een opzet gericht op een verdachte locatie wordt daarentegen weinig zinvol geacht. De resultaten van een dergelijk onderzoek zullen naar alle waarschijnlijkheid geen belangrijke verschillen vertonen ten opzichte van de huidige situatie.

Samenvattend is daarom de conclusie dat de resultaten van het bodemonderzoek wijzen op een lichte bodemverontreiniging, maar dat de kwaliteit van de bodem geen belemmering vormt voor het beoogde gebruik. Daarmee staat de vastgestelde milieuhygiënische bodemkwaliteit de realisering van het project niet in de weg.

In het onderzoek wordt er overigens op gewezen dat indien het niet mogelijk is om bij de uitvoering van het project te werken met een gesloten grondbalans, grond van de locatie afgevoerd moet worden. Voordat deze elders toegepast kan worden, moet een partijkeuring conform het Besluit Bodemkwaliteit uitgevoerd worden. Eventueel wordt in overleg met de gemeente Rhenen een toepassing gezocht in het kader van actief bodembeheer.