direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Veenweg 15/Friesesteeg ong.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPveenwgfriesestg-oh02

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroep- en bedrijf aan huis;
  • c. bed and breakfast;
  • d. bijbehorende bouwwerken;
  • e. tuinen, erven en verhardingen.


4.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is maximaal één woning toegestaan;
  • b. de woning aan de Friesesteeg ong. naast Weteringsteeg 20 mag pas gebouwd worden indien alle bedrijfsbebouwing aan de Veenweg 15, met uitzondering van de bedrijfswoning en bijgebouwen met een oppervlakte van maximaal 25% van het kadastrale perceel met een maximum van 125 m2 aan bijbehorende bouwwerken, is gesloopt;
  • c. de voorgevel van de woning aan de Friesesteeg ong. naast Weteringsteeg 20 mag niet achter de denkbeeldige lijn in het verlengde van de noordelijke zijgevel van de woning aan de Weteringsteeg 20 liggen, zoals laatstgenoemde woning bestond ten tijde van het terinzage leggen van het (voor)ontwerp van dit bestemmingsplan;
  • d. de afstand tot de as van de weg van woningen mag niet minder bedragen dan de bestaande afstand dan wel de bestaande afstand vermeerderd met maximaal 5 m;
  • e. het oprichten van gebouwen vóór (het verlengde van) de voorgevel van de woning is niet toegestaan, met uitzondering van toegangsportalen, erkers met een maximale diepte van 1 meter en naar de aard daarmee gelijk te stellen aanbouwen;
  • f. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de woning mag niet meer dan 15 m bedragen;
  • g. woningen worden met kap gebouwd;
  • h. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan de maatvoering die is aangegeven in navolgende tabel:

Bouwwerken   Goothoogte in m   Bouwhoogte in m   Inhoud in m3   Oppervlakte in m2   Dakhelling  
Woningen   3,5   8   600     Minimaal 30 °
Maximaal 60 °  
Bijbehorende bouwwerken   3,3   4,5     80    
Erfafscheidingen     1 m voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw en 2 m daarachter        
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3     10    

  • i. voor het bouwen van dakkapellen op woningen gelden de volgende regels:
    • 1. voor het bouwen van een dakkapel aan de achterzijde of zijgevel niet grenzend aan openbaar gebied gelden de volgende regels:
      • de onderzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m boven de dakvoet;
      • de bovenzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m onder de daknok;
      • de zijkanten van de dakkapel liggen meer dan 0,50 m van de zijkant van het dakvlak. Bij hoekkepers aan de bovenkant van de dakkapel gemeten;
      • bij meer dan één dakkapel moet er een regelmatige rangschikking op een horizontale rij zijn met een minimale tussenruimte van 0,50 m;
      • de breedte van de dakkapel mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van het dakvlak;
      • de gezamenlijke oppervlakte voor dakkapellen, dakramen, zonnepanelen en andere dakdoorbrekingen mag niet meer bedragen dan 2/3 van het dakvlak;
      • de hoogte van de dakkapel mag niet meer bedragen 1,50 meter;
    • 2. voor het bouwen van een dakkapel aan de voorzijde of zijgevel grenzend aan openbaar gebied gelden de volgende regels:
      • bij een dwarskap moet de afstand van de dakkapel tot de voorgevel minimaal 3 m bedragen;
      • de onderzijde van de dakkapel ligt meer dan 0,50 m en niet meer dan 1 m boven de dakvoet;
      • de zijkanten van de dakkapel liggen meer dan 0,90 m van de zijkant van het dakvlak;
      • er mag maximaal één dakkapel per dakvlak zijn;
      • de breedte van de dakkapel mag niet breder zijn dan 1/3 van de breedte van het dakvlak met een maximum van 1,80 m;
      • de hoogte van de dakkapel mag niet meer bedragen dan 1,50 m;
      • de gezamenlijke oppervlakte voor dakkapellen, dakramen, zonnepanelen en andere dakdoorbrekingen mag niet meer bedragen dan 50% van het dakvlak.


4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • landschappelijke inpassing;
  • de verkeersveiligheid,

nadere eisen stellen aan:

  • de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.


4.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2 onder h voor een goothoogte van woningen van maximaal 6 m, mits vanuit landschappelijk en stedenbouwkundig oogpunt inpasbaar is;
  • b. het bepaalde in lid 4.2 onder d, voor het herbouwen van een woning op een andere locatie, mits:
    • 1. herbouw plaatsvindt binnen hetzelfde bestemmingsvlak;
    • 2. herbouw vanuit landschappelijk, stedenbouwkundig en/of milieukundig oogpunt een verbeterde situering tot gevolg heeft;
    • 3. de belangen van omliggende (niet-)agrarische bedrijven en aangrenzende percelen niet worden aangetast;
    • 4. herbouw van de woning niet in strijd is met de wettelijke bepalingen van natuur-beschermingsrecht, waaronder in elk geval begrepen het bepaalde in de Natuurbeschermings-wet 1998 en de Flora- en faunawet;
    • 5. wordt voldaan aan het bepaalde van de Wet geluidhinder.


4.5 Specifieke gebruiksregels

4.5.1 Beroep- en bedrijf aan huis

Voor de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis zijn de volgende regels van toepassing:

  • a. de omvang van de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van de woning met een maximum van 100 m²;
  • b. de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeer-behoefte veroorzaken;
  • c. er dient op eigen terrein te worden geparkeerd;
  • d. detailhandel binnen beroep- en bedrijf aan huis beperkt toegestaan, maximaal 10% van het beroep- en bedrijf aan uit is toegestaan;
  • e. het beroep- en bedrijf aan huis wordt uitgeoefend door de bewoner.


4.5.2 Bed and breakfast

Voor het uitoefenen van een bed and breakfast mogen maximaal vijf kamers per bouwperceel worden gebruikt met een maximum van tien slaapplaatsen, met dien verstande dat:

  • a. het gebruik niet leidt tot belemmeringen voor de omliggende functies;
  • b. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt;
  • c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt voorzien;
  • d. de bedrijfsvoering van de bed and breakfast uitsluitend door de bewoner(s) wordt uitgeoefend;
  • e. aanverwante voorzieningen zoals een speeltuin, stallingsruimte en detailhandel bij de bed & breakfast zijn niet toegestaan.


4.6 Afwijken van de gebruiksregels

  • a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van zwembaden, met dien verstande, dat:
    • 1. per woning maximaal één zwembad is toegestaan;
    • 2. een zwembad uitsluitend achter (het verlengde van) de achtergevel van de woning is toegestaan;
    • 3. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 m bedraagt;
    • 4. de oppervlakte van een zwembad ten hoogste 50 m² bedraagt;
    • 5. een zwembad niet meer dan 0,2 m boven het maaiveld mag uitsteken.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van een buitenrijbaan, met dien verstande, dat:
    • 1. het ten hoogste één buitenrijbaan betreft bij eenzelfde woning met een oppervlakte van ten hoogste 1.200 m²;
    • 2. de buitenrijbaan binnen het bestemmingsvlak wordt gesitueerd;
    • 3. de buitenrijbaan landschappelijk wordt ingepast;
    • 4. de afstand tussen de buitenrijbaan en de woning van derden dient 50 m te bedragen dan wel 30 m indien geen lichtmasten worden gebouwd;
    • 5. de ter plaatse voorkomende landschaps- en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast;
    • 6. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 8 m bedraagt en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 2 m bedraagt.