direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Friesesteeg 21
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPFriesesteeg21-VA01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroep- en bedrijf aan huis;
  • c. bed and breakfast;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende;

  • e. wegen en paden;
  • f. terreinen, tuinen en erven;
  • g. bouwwerken.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is maximaal één woning toegestaan;
  • b. indien binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is opgenomen geldt dat de woning uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • c. de afstand tot de as van de weg van woningen mag niet minder bedragen dan de bestaande afstand dan wel de bestaande afstand vermeerderd met maximaal 5 m, met dien verstande dat het voorgaande niet van toepassing is voor de woningen welke kunnen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • d. het oprichten van gebouwen vóór (het verlengde van) de voorgevel van de woning is niet toegestaan, met uitzondering van toegangsportalen, erkers en naar de aard daarmee gelijk te stellen aanbouwen;
  • e. de afstand van bijgebouwen tot de woning mag niet meer dan 15 m bedragen;
  • f. woningen worden met kap gebouwd;
  • g. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan de maatvoering die is aangegeven in onderstaande tabel:

Bouwwerken   Goothoogte   Bouwhoogte   Inhoud   Oppervlakte   Dakhelling  
Woningen   3,5 m   8 m   600 m³     Minimaal 30°;
Maximaal 60°  
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen   3,2 m   4,5 m     80 m²    
Erfafscheidingen     1 m voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw en 2 m daarachter        
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3     10 m²    

3.2.1 Zwembaden

Bij de woningen zijn zwembaden toegestaan, met dien verstande, dat:

  • a. per woning maximaal één zwembad is toegestaan;
  • b. een zwembad uitsluitend achter (het verlengde van) de achtergevel van de woning is toegestaan;
  • c. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 m bedraagt;
  • d. de oppervlakte van een zwembad ten hoogste 50 m² bedraagt;
  • e. een zwembad niet meer dan 0,2 m boven het maaiveld mag uitsteken.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • landschappelijke inpassing;
  • de verkeersveiligheid,

nadere eisen stellen aan:

  • de plaats van gebouwen in die zin dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen 3 m achter de voorgevel van de woning moeten worden gebouwd;
  • de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.2 onder g voor een goothoogte van woningen van maximaal 6 m, mits vanuit landschappelijk en stedenbouwkundig oogpunt inpasbaar is;
  • b. het bepaalde in lid 3.2 onder b, voor het herbouwen van een woning op een andere locatie, mits:
    • 1. herbouw plaatsvindt binnen hetzelfde bestemmingsvlak;
    • 2. de belangen van omliggende (niet-)agrarische bedrijven en aangrenzende percelen niet worden aangetast;
    • 3. herbouw van de woning niet leidt tot nadelige gevolgen voor de natuurwaarden;
    • 4. wordt voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Beroep en bedrijf aan huis

Voor de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis zijn de volgende regels van toepassing:

  • a. de oppervlakte van de woning en/of bijgebouwen in gebruik voor een beroep- en bedrijf aan huis mag per bouwperceel niet meer mag bedragen dan 100 m², met dien verstande dat niet meer dan 50 % van de oppervlakte van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep en bedrijf aan huis;
  • b. de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. er dient op eigen terrein te worden geparkeerd;
  • d. detailhandel ten behoeve van het beroep- en bedrijf aan huis is toegestaan tot maximaal 10 % van de oppervlakte van het aan huis verbonden beroep en bedrijf;
  • e. het beroep- en bedrijf aan huis wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning.
3.5.2 Bed and Breakfast

Voor het uitoefenen van een bed and breakfast mogen maximaal vijf kamers per bouwperceel worden gebruikt met een maximum van tien slaapplaatsen, met dien verstande dat:

  • a. het gebruik niet leidt tot belemmeringen voor de omliggende functies;
  • b. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt;
  • c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt voorzien;
  • d. de bedrijfsvoering van bed and breakfast uitsluitend door de bewoner(s) wordt uitgeoefend;
  • e. aanverwante voorzieningen zoals een speeltuin - met uitzondering van kleinschalige speelvoorzieningen -, stallingruimte en detailhandel bij de bed and breakfast niet zijn toegestaan.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1 Omgevingsvergunning buitenrijbaan

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van een buitenrijbaan, met dien verstande dat:

  • a. het ten hoogste één buitenrijbaan betreft bij eenzelfde woning met een oppervlakte van ten hoogste 1.200 m²;
  • b. de buitenrijbaan landschappelijk wordt ingepast;
  • c. de afstand tussen de buitenrijbaan en de woning van derden dient 50 m te bedragen dan wel 30 m indien geen lichtmasten worden gebouwd;
  • d. de ter plaatse voorkomende landschaps- en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 8 m bedraagt en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 2 m bedraagt.