Plan: | De Hokhorst Kindcentrum en School |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0339.BP2017Hokhorst2en4-vg01 |
het bestemmingsplan De Hokhorst Kindcentrum en School met identificatienummer NL.IMRO.0339.BP2017Hokhorst2en4-vg01 van de gemeente Renswoude;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant van een hoofdgebouw;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een onderneming gericht op het (bedrijfsmatig) produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke;
bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
hoogste punt van een schuin dak;
laagste punt van een schuin dak;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
aanduiding welke het verschil aangeeft tussen de, binnen één bestemming geldende, bouw- en / of gebruiksregels;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
het geheel van al dan niet incidentele dan wel al dan niet kortdurende, maar wel tijdelijke activiteiten, dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis, zoals een feest, kermis, optocht, braderie, wedstrijd of andere bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, of een vertoning, voorstelling of herdenking;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet Geluidhinder;
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is;
tenten, vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van administratieve-, boekhoudkundige-, financiële-, technische-. organisatorische en/of zakelijke dienstverlening niet zijnde detailhandel, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie;
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75°;
voorzieningen voor maatschappelijke activiteiten in de (para)medische, sociale, educatieve, culturele en administratieve sfeer en andere activiteiten, die een min of meer openbaar karakter hebben, met uitzondering van een prostitutiebedrijf en/of seksinrichting;
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel aanbieden van diensten:
a. gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;
b. door anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.
het bedrijfsmatig opslaan, die naar hun aard geen regelmatige verplaatsing behoeven, zonder dat deze een bewerking ondergaan en zonder dat deze verhandeld worden;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen, uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
het verlenen van diensten, op het gebied van openbaar bestuur, onderwijs, lichamelijke en/of geestelijke volksgezondheid, verenigingsleven, opvoeding en cultuur, uitgezonderd religieuze diensten.
een bijbehorend bouwwerk met slechts één wand dan wel een voor mensen toegankelijke, overdekte constructie op palen zonder wanden, waaronder begrepen een carport;
het overstekende gedeelte van een dak- of gootconstructie;
een grenslijn tussen bouwpercelen onderling;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een gebouw dat als vergroting van een vertrek is gebouwd aan een hoofdgebouw en dat onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw doordat het in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan de hoofdmassa;
totaal van activiteiten van verenigingen, clubs en dergelijke, uitgesloten religieuze diensten;
activiteiten die betrekking hebben op het verplaatsen en (in de openlucht) verblijven van personen, waaronder tevens wordt verstaan verblijf ten behoeve van kort durende evenementen die veelal plaatsvinden in straten, woonerven en op pleinen, daaronder begrepen parkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen;
activiteiten die betrekking hebben op het verplaatsen van personen en goederen en die veelal plaatsvinden op doorgaande wegen, vaarwegen en spoorwegen, daaronder begrepen parkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen;
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en daar aangebouwde bijbehorende bouwwerken op de begane grond;
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
de denkbeeldige, doorgetrokken lijn van de naar de openbare weg gekeerde, meest evenwijdig daaraan liggende, gevel van een hoofdgebouw;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten en/of het leggen van contacten of het uitvoeren van commerciële handelingen, uitgezonderd detailhandel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een ander bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de verst van elkaar gelegen punten van die werken, horizontaal gemeten;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de verticale projectie van alle delen van die werken binnen de omtrekslijn;
afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfafscheidingen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, overstekken en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt en met dien verstande dat die overschrijding voor overstekken en overstekende daken niet meer dan 0,7 meter bedraagt.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en voorts voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd, behorende bij de bestemming of bij aangrenzende wegen, in- en uitritten en paden, met in achtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs' gelden voor het bouwen voorts de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang' gelden voor het bouwen voorts de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen tevens andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Bij het stellen van nadere eisen toetsen Burgemeester en wethouders aan de stedenbouwkundige eisen en randvoorwaarden die zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan dat als Bijlage 1 deel uitmaakt van deze planregels.
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruik of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met deze bestemming.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, als bedoeld in 4.4.1 wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1 voor nevenactiviteiten in de vorm van openbare dienstverlening en verenigingsleven, daaronder niet begrepen prostitutiebedrijven en/of seksinrichtingen, tot een maximum van 50% van het bruto vloeroppervlakte van het hoofdgebouw.
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 4.5.1 dient het onderstaande in acht te worden genomen:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd met in acht neming van de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen gebouwen worden gebouwd, met in acht neming van de volgende bepalingen;
Andere bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 43 van de Woningwet genoemde situaties dit toelaten, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruik of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met deze bestemming.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, als bedoeld in 5.4.1 wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 5 meter.
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruik of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met deze bestemming.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, als bedoeld in 6.3.1 wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 6.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de
in 6.1 onder h genoemde waarden of functie van de gronden niet onevenredig worden of kunnen
worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig
worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunningverlening winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de waterbeheerder, omtrent de voorwaarde zoals genoemd in 6.4.3.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van geheel of gedeeltelijk beneden maaiveld gelegen gebouwen gelden, met inachtneming van het bepaalde in Hoofdstuk 2, de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van het bepaalde in 8.1.1:
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen, in afwijking van de plankaart en de regels worden overschreden door:
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Burgemeester en wethouders kunnen omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van:
Burgemeester en wethouders kunne de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig een omgevingsvergunning verlenen van lid 11.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 11.1 met maximaal 10%.
Lid 11.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 11.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 11.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten
hervatten.
Lid 11.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan De Hokhorst Kindcentrum en School.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van:
De voorzitter, de Griffier,