Plan: | Partiële herziening Beheersverordening 'Leusden en Achterveld' en 'Paardenmaat-zuid en Leusden-west' |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0327.CHW252-0401 |
de beheersverordening "Partiële herziening Beheersverordening 'Leusden en Achterveld' en 'Paardenmaat-zuid en Leusden-west'" met identificatienummer NL.IMRO.0327.CHW252-0401 van de gemeente Leusden.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
grondwerkzaamheden, waartoe onder meer worden gerekend:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied, zoals dat ondermeer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur. Cultureel erfgoed is alles met een materiële en immateriële waarde dat van belang wordt geacht voor de huidige en toekomstige generaties om een beeld te geven van het verleden en dat zo een bijdrage levert aan de culturele identiteit van een land, een stad of plek.
een groep van gebouwen en/of elementen met een architectonische en stedenbouwkundige samenhang.
activiteiten die gericht zijn op het behoud van een bouwwerk waarbij vormgeving, detaillering en profilering niet wijzigen.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is.
vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder b van de Wet ruimtelijke ordening.
het geheel of gedeeltelijk afbreken van (onderdelen van) gebouwen en andere bouwwerken.
de analoge en digitale voorstelling van de in de verordening opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
Deze beheersverordening is van toepassing op de beheersverordeningen:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de cultuurhistorische waarden. Op de verbeelding hebben de objecten en ensembles die behoudenswaardig zijn de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol'. Tevens zijn op de verbeelding objecten en ensembles met een cultuurhistorische betekenis aangegeven met de aanduiding 'karakteristiek'.
De aanvrager dient de aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 te voorzien van een motivering.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 kunnen voorschriften worden verbonden.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 te verlenen kunnen Burgemeester en Wethouders hierover advies inwinnen bij het Adviesteam Ruimtelijke Kwaliteit, dan wel een andere door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen commissie van onafhankelijke deskundigen.
Ter plaatse van de aanduidingen 'karakteristiek' bevinden zich objecten met cultuurhistorische betekenis.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
Burgemeester en Wethouders kan zich bij de toepassing van artikel 3.4.1 laten adviseren door het Adviesteam Ruimtelijke Kwaliteit, dan wel een andere door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen commissie van onafhankelijke deskundigen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de 'Partiële herziening Beheersverordening 'Leusden en Achterveld' en 'Paardenmaat-zuid en Leusden-west''.