Plan: | Vier woningen naast Arnhemseweg 35 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0327.263-0401 |
behorende bij het bestemmingsplan Vier woningen naast Arnhemseweg 35
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Vier woningen naast Arnhemseweg 35 met identificatienummer NL.IMRO.0327.263-0401 van de gemeente Leusden;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0327.263-0401 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft;
een woning in een rij van 3 of meer niet-gestapelde woningen waarvan de hoofdgebouwen aan elkaar zijn gebouwd;
een aan een woning toegevoegd visueel ondergeschikt bouwdeel, waarin woonfuncties zijn toegestaan;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen. In hoeksituaties zal de lijn uit de zijgevel, vanaf het punt op 1 m achter de voorkant, evenwijdig meelopen met het openbaar toegankelijk gebied dat aan de zijkant van het perceel is gelegen. Bij rechthoekige verkavelingen zal de lijn in zo’n geval direct langs de zijgevel en in het verlengde daarvan, verder naar achteren lopen. Deze begrenzing valt veelal samen met de zijgevelrooilijn, die in hoeksituaties wordt aangemerkt als voorgevelrooilijn;
een bedrijf, waaronder begrepen een productiegerichte paardenhouderij, dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waarop een bedrijfsmatige, op de markt gerichte productie plaatsvindt, die een wezenlijke bijdrage aan de inkomensvorming levert;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
de aan een gebied toegekende of naar verwachting voorkomende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een onderneming waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
dat gedeelte van een gebouw dat met de natuurlijke oppervlakte van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging, gelijk is;
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning;
het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een inrichting als bedoeld in artikel 2, lid 1, van het Besluit externe veiligheid;
een niet voor bewoning bestemd gebouw, dat ten dienste staat van en in bouwmassa ondergeschikt is aan de woning, waaronder in ieder geval begrepen een huishoudelijke bergruimte, garage of hobbyruimte;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
hoogste punt van een schuin dakvlak;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een uitbouw van een woning, meestal voorzien van een borstwering en aan meer zijden voorzien van een raamconstructie;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een woning in een woongebouw waarin 2 of meer zelfstandige woningen boven elkaar en eventueel ook naast elkaar zijn gebouwd;
een uit één of meerdere lagen bestaande woning inclusief kap, met een voordeur die rechtstreeks uitkomt op de buitenruimte;
een gebouw dat op een kavel door zijn ligging, constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75°;
de bij een bestaand of te realiseren gebouw behorende gronden, samenvallend met de eigendomsgrens of met de grens van het gehuurde;
de gemiddelde hoogte van het natuurlijk terrein ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het bestemmingsplan;
het geometrisch bepaald vlak, dat goothoogtes, hoogtes en woningtypes scheidt;
het snijpunt van twee hellende vlakken, of, indien voorgaande niet van toepassing is, het hoogste punt van het dak;
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen ondergrondse leidingen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
het hoofdgebouw met alle daarbinnen opgenomen ruimten, zoals die is of mag worden gebouwd overeenkomstig de eerste daarvoor verleende bouwvergunning of een ander oudtijds verworven recht, zonder nadien gerealiseerde voor bewoning bestemde uitbreidingen. Alleen als een garage of bergruimte geheel binnen de architectuur van de woning is geïntegreerd en niet bouwkundig kan worden afgezonderd, wordt deze gerekend tot het hoofdgebouw;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
een bouwwerk, bestaande uit een dak met de nodige ondersteuningen zonder of met ten hoogste één wand, die niet wordt aangemerkt als een gebouw;
een dak met een dakhelling van 0 tot 2°;
isolatie van de schil van het gebouw, zoals het dak, de buitengevels, de vloer en kozijnen met glas of panelen;
de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan (onder tek.nr. NL.IMRO.0327.263-0401) conform het gestelde in de Regeling Standaarden Ruimtelijke Ordening 2012. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge wijze als de digitale wijze verstaan;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de denkbeeldige lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
schilisolatie en technische ruimtes voor een energiemodule (zoals een luchtwaterpomp en balansventilatie met warmteterugwinunit);
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.;
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt;
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied, zoals bedoeld in Bijlage II van het Bor en dat is gelegen aan de naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant van een hoofdgebouw.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 m boven peil en haaks op de perceelsgrens.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
de oppervlakte van gebouwen binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak of aanduidingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als schoorstenen, antenne installaties, ventilatiekanalen, liftschachten, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van de scheidingsmuren, verticaal geprojecteerd op het onderliggende horizontale vlak, met dien verstande dat vloeroppervlakte waarboven minder dan 1,50 meter bouwhoogte aanwezig is hierbij buiten beschouwing wordt gelaten.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte | |
andere bouwwerken niet zijnde overkappingen | 1,5 m |
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met uitzondering van:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 6 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
erf- of perceelafscheidingen achtererfgebied | 2 m |
erf- of perceelafscheidingen voorerfgebied | 1 m |
overkappingen, luifels en overige andere bouwwerken | 3 m |
Het bevoegd gezag is kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 teneinde bedrijfsactiviteiten toe te staan die niet zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten en zijn aangeduid als categorie 1 of 2, dan wel in de Lijst voorkomen in een hogere categorie dan in het betreffende aanduidingsvlak is toegestaan, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten, informatieborden, verkeerstekens | 6 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
ten dienste van nutsvoorzieningen: - gebouwen met een oppervlakte van niet meer dan 20 m² - overige andere bouwwerken |
3 m 2,5 m |
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 7.2.1 gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 2,7 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
open constructies voor de geleiding van planten | 2 m |
vlaggenmasten | 4 m |
overige andere bouwwerken | 2 m |
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 7.2.2, ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken aan een woning, zoals erkers en ingangspartijen, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 7.2.2, ten behoeve van het bouwen van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn tot een bouwhoogte van 2 m, voor zover het betreft erfafscheidingen met een lengte van ten hoogste 1/3 van de afstand gemeten loodrecht uit de voorgevel van de woning op hetzelfde bouwperceel tot een maximum van 2 m.
De omgevingsvergunning als hiervoor bedoeld wordt alleen verleend indien plaatsing van een erfafscheiding geen onevenredige beperking van het uitzicht oplevert.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 8.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten, informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties | 6 m |
bruggen en viaducten | 6 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
overige andere bouwwerken | 4 m |
ten dienste van nutsvoorzieningen: - gebouwen met een oppervlakte van niet meer dan 20 m² - overige andere bouwwerken |
3 m 2,5 m |
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 9.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals duikers, bruggen, kademuren, beschoeiingen, waarvan de bouwhoogte niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten, informatieborden, verkeerstekens | 6 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
overbrugging ter plaatse van op de verbeelding voorkomende aanduiding 'brug' |
5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 10.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
bijbehorende bouwwerken
andere bouwwerken
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 2,7 m |
erf- of perceelafschediingen achter de voorgevelrooilijn en overige andere bouwwerken | 2 m |
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de plaats en afmeting van bijbehorende bouwwerken, die hetzij in de erfafscheiding hetzij binnen een afstand van 2 m hiervan worden gebouwd, althans voor zover die bijbehorende bouwwerken een bouwhoogte van meer dan 2 m zullen krijgen, indien zulks noodzakelijk wordt geacht met het oog op de invloed van de bijgebouwen en overkappingen op de belendingen, waaronder op de bezonnings- en uitzichtsituatie.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 10.2.2, onder g, sub 1, ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken die aan de zijkant van de oorspronkelijke woning worden gebouwd, tot een bouwhoogte van 5 m.
Het gebruik van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het wonen in van de oorspronkelijke woning vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemming zonder de aanleg en instandhouding van de verbrede watergangen, zoals in Bijlage 3 van de regels opgenomen inrichtingsplan.
De voor 'Wonen - 1 ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 11.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
bouwwijze | ter plaatse van de aanduiding |
vrijstaand | 'vrijstaand' |
bijbehorende bouwwerken
andere bouwwerken
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 2,7 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn en overige andere bouwwerken | 2 m |
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de plaats en afmeting van bijbehorende bouwwerken, die hetzij in de erfafscheiding hetzij binnen een afstand van 2 m hiervan worden gebouwd, althans voor zover die bijbehorende bouwwerken een bouwhoogte van meer dan 2 m zullen krijgen, indien zulks noodzakelijk wordt geacht met het oog op de invloed van de bijgebouwen en overkappingen op de belendingen, waaronder op de bezonnings- en uitzichtsituatie.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 11.2.2, onder e en onder h, sub 1, ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken die aan de zijkant van de oorspronkelijke woning worden gebouwd, tot een bouwhoogte van 5 m.
Het gebruik van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het wonen in van de oorspronkelijke woning vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
De voor 'Waarde - Archeologie lage verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 12.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder sublid 12.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het bevoegd gezag verleent de onder sublid 12.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder sublid 12.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in sublid 12.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder sublid 12.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in sublid 12.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlakte beslaan van ten hoogste 10.000m².
Op de voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen bouwvlakken, tenzij in deze regels anders is bepaald.
Voor zover legaal gebouwde (delen van) bouwwerken op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan niet voldoen aan de in het plan genoemde maten en situering gelden de dan aanwezige maten en situering, uitsluitend ter plaatse van de afwijking, als vervangende regel.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, bouwwerken en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen, met dien verstande dat:
In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 15.2 uitsluitend van toepassing, indien het geschiedt op dezelfde plaats.
tenzij dit gebruik verband houdt met de verwerkelijking van de bestemming of het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, gesteld ten aanzien van maten en percentages, ten behoeve van voorzieningen gericht op het energieneutraal renoveren van een hoofdgebouw, mits:
Het bevoegd gezag kan, voorzover daaraan behoefte bestaat en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt,
Van de in sublid 18.1.1 bedoelde wijzigingsbevoegdheid mag:
Het bevoegd gezag kan de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 als volgt wijzigen:
het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en soorten opslag en installaties en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, opslagen en installaties, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven, opslagen en installaties hiertoe aanleiding geven.
Bij een verwijzing naar andere wettelijke regelingen is bedoeld de desbetreffende wet zoals die luidt op het tijdstip van terinzageleggen van het ontwerp van dit plan.
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Vier woningen naast Arnhemseweg 35.