direct naar inhoud van 4.1 Algemene juridische opzet
Plan: Paardenmaat-zuid en Leusden-west
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0327.136-0401

4.1 Algemene juridische opzet

De beheersverordening voor Paardenmaat-zuid en Leusden-west is vervat in planregels, een verbeelding en een toelichting.

In de planregels zijn voor een deel van het besluitgebied (Leusden-west) de geldende voorschriften uit de geldende bestemmingsplannen opnieuw van toepassing verklaard. Voor Paardenmaat-zuid zijn in de planregels bestemmingsregels opgenomen die het bestaande/toegelaten gebruik van de aanwezige en/of op te richten bouwwerken vastleggen.
Op de verbeelding wordt voor Leusden-west aangegeven waar welk bestemmingsplan (en daarmee welke bestemming) van toepassing is verklaard. Voor Paardenmaat-zuid wordt aangegeven waar en welke bestemmingen van toepassing zijn. Eveneens is op de verbeelding de exacte omvang en ligging van het besluitgebied vastgelegd.
De planregels en verbeelding vormen samen het juridisch bindende deel van de beheersverordening.

Een analoge versie van beide kaartbladen zijn als bijlage Bijlage 2 en Bijlage 3 bij de toelichting gevoegd.

Opbouw regels
De regels behorende bij onderhavig bestemmingsplan zijn gebaseerd op de gemeentelijke standaard. De regels zijn als volgt gestructureerd:

  • hoofdstuk 1 van de regels geeft de algemene bepalingen weer. Het betreft de begripsbepalingen (artikel 1), waarin de in het plan voorkomende begrippen worden gedefinieerd. In artikel 2 "wijze van meten" wordt aangegeven hoe de voorgeschreven maatvoering (zoals goothoogte, bouwhoogte inhoud en oppervlakte) in het plan gemeten moet worden;
  • in hoofdstuk 2 zijn, naast 'de van overige toepassing verklaring', de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. Per bestemming is bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bebouwingsregels er gelden. Uitgangspunt daarbij is geweest om de bestaande (fysieke en/of planologische) situatie te bestemmen;
  • in hoofdstuk 3 staan aanvullende bepalingen die, in aanvulling op de bestemmingsbepalingen, voor het hele besluitgebied gelden. Hierbij kan worden gedacht aan de algemene afwijkingsregeling, die het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid geeft om op ondergeschikte punten van de regels in hoofdstuk 2 af te wijken;
  • hoofdstuk 4 van de regels heeft betrekking op het overgangsrecht en de slotbepaling.