direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf - Windturbine
Plan: Sport- en Werklandschap Meerpaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0350BPSWLMEERPAAL-VAST

Artikel 5 Bedrijf - Windturbine

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. doeleinden ten behoeve van het opwekken van windenergie;
  • b. milieu-educatieve doeleinden als ondergeschikte functie;
  • c. aan- en afvoerwegen;
  • d. verkeersdoeleinden;
  • e. verhardingen;
  • f. transformatoren;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. water, waterstaatkundige en waterhuishoudkundige doeleinden.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Windturbines

Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende bepalingen:

  • a. een windturbine mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bouwvlak mag niet meer dan 1 windturbine aanwezig zijn;
  • c. de diameter van de voet van de windturbine bedraagt 16 meter;
  • d. de ashoogte van een windturbine bedraagt 105 meter;
  • e. de tiphoogte van een windturbine bedraagt 150 meter;
  • f. de rotordiameter van een windturbine bedraagt 90 meter;
  • g. het hoogte van het fundament van de windturbine ten opzichte van het maaiveld bedraagt 0,5 meter.

5.2.2 Transformator

Voor het bouwen van transformatoren gelden de volgende bepalingen:

  • a. per windturbine mag 1 transformator worden gebouwd;
  • b. een transformator mag uitsluitend binnen een bestemmingsvlak worden gebouwd;
  • c. de oppervlakte mag niet meer dan 10 m² bedragen;
  • d. de (nok)hoogte mag niet meer dan 2,5 meter bedragen;
  • e. de afstand tot de windturbine mag niet meer dan 10 meter bedragen;
  • f. in afwijking van het gestelde onder e, mag de afstand van windturbine 3 tot de transformator bij windturbine 3 meer dan 10 m bedragen.

5.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. voor de voorgevel van hoofdgebouwen zijn uitsluitend erfafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan met een maximale bouwhoogte van 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt.