Herziening Laagraven - Oudwulverbroek
Status: | vastgesteld |
Identificatie: | NL.IMRO.0321.0231HZLGOWB-VSBP |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Inhoud
Artikel 3 Herziening van de regels
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
plan:
het bestemmingsplan 'Herziening Laagraven - Oudwulverbroek' met identificatienummer NL.IMRO.0321.0231HZLGOWB-VSBP van de gemeente Houten;
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
Artikel 2 Toepassingsbereik
De verbeelding van het bestemmingsplan 'Laagraven - Oudwulverbroek' van de gemeente Houten, zoals vastgesteld op 20 juni 2013, wordt herzien zoals aangegeven op de verbeelding van dit bestemmingsplan. Voor het overige blijft de verbeelding van het bestemmingsplan 'Laagraven - Oudwulverbroek' ongewijzigd van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan 'Laagraven - Oudwulverbroek' van de gemeente Houten, zoals vastgesteld op 20 juni 2013, worden herzien zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van deze regels. Voor het overige blijven de regels van het bestemmingsplan 'Laagraven - Oudwulverbroek' ongewijzigd van toepassing.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Herziening van de regels
De regels van het bestemmingsplan 'Laagraven - Oudwulverbroek' worden als volgt herzien:
3.1 Toevoegen van begrippen
Aan artikel 1 (Begripsbepalingen) worden de volgende begrippen toegevoegd:
1.86 tijdelijke opslag
opslag voor een periode van maximaal 8 weken per kalenderjaar en noodzakelijk ten behoeve van het agrarisch perceel waarop de opslag plaats vindt.
1.87 fruitboomgaard
een geheel van meerdere doelbewust aangeplante bomen, gericht op het bedrijfsmatig of in een vorm als zijnde bedrijfsmatig voortbrengen van fruit;
1.88 gevoelige functie
(recreatie)woningen met bijbehorende tuin(en) en de volgende gebouwen met bijbehorende terreinen: scholen, kinderdagverblijven, zorginstellingen, recreatieverblijven en andere in aard daarmee gelijk te stellen functies.
3.2 Toevoeging bestemmingsomschrijving in de bestemming 'Agrarisch'
Aan artikel 3, lid 3.1 worden na sub c toegevoegd lid d en e welke als volgt komen te luiden:
opslag ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslag in bunkers';
bescherming van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat van omliggende gevoelige functies, voor zover gelegen binnen een afstand van 50 meter van een nieuw aan te planten fruitboomgaard;
De subleden d tot en met h van artikel 3, lid 3.1 worden hernummerd tot subleden f tot en met j.
3.3 Toevoeging bouwregels in de bestemming 'Agrarisch'
Aan artikel 3, lid 3.2 wordt het volgende toegevoegd:
Bunkers ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslag in bunkers' met een maximale oppervlakte van de bestaande oppervlakte en een maximale goot- en bouwhoogte van de bestaande goot- en bouwhoogte.
3.4 Toevoeging gebruiksregels in de bestemming 'Agrarisch'
Aan artikel 3, lid 3.5, onder a, onder 2, 3 en 4 wordt het volgende toegevoegd:
, uitgezonderd tijdelijke opslag.
3.5 Toevoeging van bepalingen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en- of van werkzaamheden
Aan artikel 3.7.1 wordt het volgende toegevoegd:
De aanplant van fruitboomgaarden voor zover gelegen binnen 50 meter van een gevoelige functie.
Aan artikel 3.7.2 wordt het volgende toegevoegd:
Betrekking hebben op herplant van fruitboomgaarden die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan bestaan, zoals bedoeld in artikel 3.7.1 c, in het kader van normaal onderhoud en beheer van boomgaarden, mits herplant wordt op exact dezelfde locatie en deze herplant binnen 1 jaar na het rooien van de fruitboomgaard plaatsvindt.
Aan artikel 3.7.3 wordt het volgende toegevoegd:
Ten aanzien van de aanplant van fruitboomgaarden, zoals bedoeld in artikel 3.7.1 onder c, een aanvaardbaar woon-en leefklimaat voor de omliggende gevoelige functies kan worden gegarandeerd. Van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is in ieder geval sprake indien bij aanplant wordt voldaan aan één van de in onderstaande tabel opgenomen standaardsituaties:
Praktijk- situatie |
Teeltvrije zone |
Spuittechniek |
Windhaag |
Afstand tot gevoelige functie1 |
1 |
3 m |
standaard |
Nee |
35 m |
2 |
3 m |
standaard |
Ja |
25 m |
3 |
3 m |
standaard |
Twee |
15 m |
4 |
3 m |
standaard |
Groen |
15 m |
5 |
3 m |
DRT752 |
Nee |
25 m |
6 |
3 m |
DRT752 |
Ja |
15 m |
7 |
3 m |
DRT752 |
Twee |
5 m |
1: gemeten vanaf de eerste bomenrij van de boomgaard of, indien een windhaag aanwezig is gemeten vanaf de windhaag.
2: Drift Reducerende Techniek met 75% driftreductie
Past de nieuwe situatie niet binnen één van de standaardsituaties opgenomen in bovenstaande tabel, dan kan alleen vergunning verleend worden als uit (in opdracht van aanvrager uitgevoerde) onderzoeken blijkt dat, bij aanplant van fruitboomgaarden voor zover gelegen binnen 50 meter van een gevoelige functie, een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden voor die gevoelige functie.
De maatregelen die blijkens bovenstaande tabel of blijkens door initiatiefnemer uitgevoerde onderzoeken getroffen moeten worden om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te (blijven) garanderen zullen als voorwaarden aan de te verlenen omgevingsvergunning voor het werk (de aanplant van fruitboomgaarden voor zover gelegen binnen 50 meter van de gevoelige functie) verbonden worden.
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10 %.
Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Herziening Laagraven - Oudwulverbroek'.
Oosterhout, 14 janauri 2015
CroonenBuro5