direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur
Plan: Woonschepenlocatie Tull en 't Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0160BPWOONSCHEPEN-ONHR

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de natuurwaarden;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke waarden;


met daaraan ondergeschikt:

  • c. voorzieningen van algemeen nut;
  • d. wegen en paden;
  • e. oevergebruik, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - oevergebruik' op de verbeelding;
  • f. parkeervoorzieningen ten behoeve van de woonschepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - oevergebruik' op de verbeelding, met een maximum van 2 parkeervoorzieningen per woonschip;
  • g. (drijvende) bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de woonschepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - oevergebruik' op de verbeelding, met een maximum van 1 (drijvend) bijbehorend bouwwerk per woonschip.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;
  • b. de oppervlakte van voorzieningen van algemeen nut mag niet meer bedragen 30 m².

3.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden, per aanduiding 'specifieke vorm van natuur - oevergebruik' op de verbeelding, de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m;
  • b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 9 m².

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • c. overkappingen en erfafscheidingen zijn niet toegestaan.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  • d. prostitutie;
  • e. seksinrichting.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. bodemverlagen of afgraven, ophogen, egaliseren dan wel anderszins aanbrengen van wijzigingen in het maaiveld;
  • b. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • c. het vellen en rooien van houtgewas;
  • d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond;
  • e. aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • f. het permanent opslaan van goederen.

3.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

3.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden ontstaat of kan ontstaan.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - oevergebruik' op de verbeelding te verwijderen. Bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid dient voldaan te worden aan de voorwaarden van art. 3.6 Wro. Voorts mag slechts van de wijzigingsbevoegdheid gebruik gemaakt worden indien:

  • a. de rechthebbende de woonschepenligplaats verlaat, door het woonschip dat het desbetreffende gedeelte van de oever in gebruik heeft, te verplaatsen naar een andere locatie binnen of buiten het plangebied;
  • b. het hoofdzakelijke gebruik van het woonschip, dat het desbetreffende gedeelte van de oever in gebruik heeft, als woonverblijf door de rechthebbende is beëindigd en niet binnen een half jaar na het moment van (kennelijke) beëindiging wordt hervat.