Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: UITBREIDING ZORGCENTRUM HET HOUTENS ERF 'ERVENSTAETE'
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0321.0150BPERVENSTAETE-ONHR

4.7 Ecologie

Bij ruimtelijke ingrepen zoals het uitbreiden van een verpleeghuis, dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming kan volgen uit de aanwijzing van een gebied in het kader van bijvoorbeeld de Habitat- of Vogelrichtlijn. Wat betreft soortenbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hier wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Indien hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd.
4.7.1 Natuurbeschermingswet (1998)
De Europese Unie heeft een zeer gevarieerde en rijke natuur, die van grote biologische, esthetische en economische waarde is. Om deze natuur te behouden heeft de Europese Unie het initiatief genomen voor Natura 2000. Dit is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden. Voor Nederland gaat het in totaal om 162 gebieden.
Nederland heeft sinds 1998 een nieuwe natuurbeschermingswet , die zich alleen richt op de bescherming van gebieden. De gebieden die door de wet worden beschermd, zijn de vroegere Beschermde- en Staatsnatuurmonumenten en de zogenoemde Natura 2000 gebieden, welke onder de Europese Vogel- en habitatrichtlijnen vallen.
 
Conclusie
Het plangebied is niet gelegen in de nabijheid van een Natura 2000 gebied, vogelrichtlijngebied of habitatrichtlijngebied. Hieruit volgt geen nadere onderzoeksverplichting.
4.7.2 Flora en faunawet (2002)
Sinds 1 april 2002 is de Flora- en Faunawet in werking getreden. Deze wet biedt het juridische kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten in Nederland en bevat onder andere de implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. In de wet zijn algemene en specifieke verboden vastgelegd ten aanzien van beschermde plant- en diersoorten. Naast een aantal in de wet (en daarop gebaseerde besluiten) vermelde specifieke mogelijkheden om ontheffing te verlenen van in de wet genoemde verboden, geeft de wet een algemene ontheffingsbevoegdheid aan de minister van LNV (artikel 75, lid 3).
 
Uit raadpleging van het Natuurloket blijkt dat het gebied niet volledig is onderzocht op beschermde plant- en diersoorten. Derhalve heeft Zorgspectrum opdracht gegeven Loo Plan voor een quickscan Flora en Fauna. Uit het rapport (kenmerk: 2010-603-00130-QS, 21 januari 2010) blijkt dat het plangebied grenst aan een ecologische verbindingszone, welke door de spoorlijn wordt gevormd. Beleidsmatig wordt onderzocht om deze verbindingszone te laten vallen en de verbindingszone langs de Ringweg te projecteren. Met de voorgenomen werkzaamheden wordt dan ook geen significant effect te verwachten binnen de ecologische verbindingszone. Daarnaast zijn er geen beschermde dier- en plantsoorten in het plangebied aangetroffen. Deze worden gezien de aanwezige biotopen ook niet verwacht. Wel is er grote kans op broedende vogels. De werkzaamheden zullen dan ook buiten het broedseizoen dienen plaats te vinden. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient gecontroleerd te worden op aanwezige broedgevallen. 
  
Conclusie
Uit de quickscan Flora en Fauna, uitgevoerd door Loo Plan, blijkt dat het plangebied gelegen is langs een ecologische verbindingszone. Omdat beleidsmatig onderzocht wordt om deze verbindingszone te verplaatsen wordt er met voorgenomen werkzaamheden geen negatief effect verwacht. Bovendien zijn er geen beschermde dier- en plantsoorten aanwezig aangetroffen in het plangebied. Wel dient er rekening te worden gehouden met broedende vogels. Derhalve vormt het aspect Flora en Fauna geen belemmering voor onderhavig plan.