Plan: | Buitengebied en Schonauwenseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0321.002BVBUITENGEBIED-VAST |
De gemeente is gehouden aan de zogenoemde actualiseringsplicht op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening. Deze actualiseringsplicht betekent dat de gemeente ervoor dient te zorgen dat het hele grondgebied is voorzien van actuele bestemmingsplannen of beheersverordeningen, dat wil zeggen niet langer dan 10 jaar geleden vastgesteld. Voor het verordeningsgebied geldt op grond van het overgangsrecht Invoeringswet Wro dat er voor 1 juli 2013 sprake dient te zijn van een nieuw vastgesteld bestemmingsplan of beheersverordening. Voor het verordeningsgebied geldt dat de te actualiseren bestemmingsplannen niet voor 1 juli 2013 vastgesteld zullen zijn.
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening voor een gebied vast te stellen. Een beheersverordening vormt, net als het bestemmingsplan, het kader waaraan onder andere bouwaanvragen worden getoetst en op basis waarvan de gemeente handhavend kan optreden op het moment dat in strijd met bepalingen uit de verordening wordt gehandeld (denk aan illegale gebruiksvormen of illegale bebouwing).
De gemeente kiest er daarom voor om voor dit gebied geen bestemmingsplan, maar een beheersverordening vast te stellen. Deze beheersverordening heeft tot doel de bestaande situatie te beheren. Er wordt geen kortere looptijd dan 10 jaar vastgelegd voor de beheersverordening, hoewel het streven is de looptijd aanzienlijk korter te maken (2 jaar). Hierdoor kan de beheersverordening blijven functioneren, mochten de bestemmingsplannen langer op zich laten wachten.
Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik voor een gebied met een lage dynamiek waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien binnen de horizon van de verordening. Het begrip 'bestaand' kan daarbij zowel 'eng' als 'ruim' worden uitgelegd. Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Het gaat daarbij om gebruik en bouwen inclusief hetgeen op basis van verleende vergunningen is toegestaan, maar nog niet is gerealiseerd.
Bij bestaand gebruik in ruime zin wordt het vigerende bestemmingsplan als uitgangspunt genomen.
In dit geval is gekozen voor de ruime variant, door de vigerende regeling voor het verordeningsgebied van toepassing te verklaren. Wel zijn wijzigingsbevoegdheden hieruit verwijderd, om essentiƫle nieuwe ontwikkelingen uit te sluiten.
Bestanddelen beheersverordening
Anders dan bij het bestemmingsplan bepaalt de Wet ruimtelijke ordening (Wro) niet uit welke elementen een beheersverordening bestaat. Het is wel duidelijk dat de beheersverordening betrekking heeft op een gebied en regels geeft voor het beheer van dat gebied en voor het vastleggen van de bestaande situatie. De beheersverordening heeft een digitale component en sluit aan bij de digitale opzet van de instrumenten van de Wro.
Dat maakt dat een beheersverordening bestaat uit:
Voor het verordeningsgebied is er geen sprake is van concrete voorgenomen ontwikkelingen. Mogelijk zullen zich binnen de horizon van de verordening op kleine schaal ontwikkelingen voordoen, zoals wijzigingen in erfbebouwing, wijzigingen van (het uiterlijk) van hoofdgebouwen en het (her)inrichten van openbaar gebied, zoals de aanleg van groen- en speelvoorzieningen. Grootschalige nieuwe ontwikkelingen zijn binnen de looptijd van de verordening echter niet aan de orde.
Om de bestaande kwaliteit van het buitengebied te behouden wordt de beheersverordening ingezet. De beheersverordening is voor dit doel het geschikte instrument, omdat het juist bedoeld is om de bestaande situatie vast te leggen, terwijl kleinschalige ruimtelijke wijzigingen mogelijk blijven, voor zover passend bij een gebied met lage dynamiek.
Gebleken is dat het huidige planologische kader van onderhavig plangebied nog voldoende actueel is. Er is daarom voor gekozen uit te gaan van de huidige planologische mogelijkheden. Binnen de huidige regeling worden geen ongewenste ontwikkelingen en mogelijkheden geboden, waardoor het huidige bestemmingsplan de basis is voor deze verordening.