direct naar inhoud van 8.1.2 Schriftelijke inspraakreacties
Plan: Haarbrug Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.HaarbrugZuid1200-0301
8.1.2 Schriftelijke inspraakreacties

Hieronder worden de ingekomen schriftelijke inspraakreacties en de beantwoording ervan weergeven:

30-11-2010 Inspreker A

Maakt bezwaar in verband met schade (in breedste zin) die ontstaat aan percelen, en stelt de gemeente aansprakelijk voor eventuele schade.

Beantwoording:

Uit de reactie blijkt niet op welk punt schade wordt verwacht. Indien indiener van mening is dat er recht bestaat op planschade dan kan hiervoor een planschadeprocedure op grond van afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening worden gevolgd.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

04-01-2011 AGRA-MATIC B.V., Rubensstraat 175, 6717 VE Ede (namens inspreker B)

  • 1. Stelt dat, vanwege de door inspreker B geëxploiteerde varkens- en rundveehouderij, sprake is van een dusdanige geurbelasting dat een aanvaardbaar leefklimaat in het te ontwikkelen plangebied niet gegarandeerd kan worden.

Beantwoording:

De geurbelasting zal weliswaar hoger zijn dan de wettelijke norm (3ouE/m3). De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) biedt de gemeente de mogelijkheid om via een gemeentelijke geurverordening, binnen een bepaalde bandbreedte, van de wettelijk normen af te wijken. Na gedegen onderzoek en een zorgvuldige afweging, heeft de gemeente besloten van deze mogelijkheid gebruik te maken.

De gemeenteraad heeft in 2008 geurbeleid en de 'geurverordening bedrijventerrein Haarbrug-Zuid vastgesteld. Het bestemmingsplan is gebaseerd op het vastgestelde beleid. In het kader van het bestemmingsplan staat dit niet meer ter discussie. In het beleid is gemotiveerd afgeweken van de norm voor geurhinder van 3ouE/m3. In het bestemmingsplan is wel toegelicht waarom er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

De geurverordening is afgestemd op de beoogde indeling van het terrein in de volgende deelgebieden: woningen (westzijde Amersfoortseweg), zichtlocaties (blauw), food (rood) en non food (geel).

afbeelding "i_NL.IMRO.0313.HaarbrugZuid1200-0301_0076.png"

Er is sprake van een acceptabele situatie doordat in het woongebied, de bebouwde kom van Bunschoten en in de deelgebieden voor zichtlocaties en foodsector, aan de algemeen geldende grenswaarde van 3 ouE/m3 wordt voldaan. In het deelgebied, waar sprake is van een overschrijding van de normen zijn bedrijven voorzien bij voorkeur in de non-food sector. Deze ondervinden voor hun bedrijfsproces geen hinder van een verhoogd geurniveau.

De gemeente vindt dat er een aanvaardbaar leefklimaat zal zijn op het terrein Haarbrug-Zuid. Dit is gemotiveerd en vastgesteld in het reeds geldende geurbeleid.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

  • 2. Stelt dat inspreker B door het te ontwikkelen bedrijventerrein in zijn bedrijfsvoering wordt beperkt.In de geurverordening is rekening gehouden met de uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf volgens de toenmalige milieuvergunning van 29 mei 2007 (met maximaal 1054 vleesvarkens) en het ter plekke geldende bestemmingsplan. Uit het geuronderzoek blijkt dat de geurbelasting van de varkens- en rundveehouderij op het bedrijf Polynorm toen het maximum van 3 ou/m3 bijna had bereikt. Dat betekent dat het bedrijf, zonder geurbeperkende maatregelen, niet veel kon groeien. Dit is ook uitgangspunt geweest voor de vaststelling van de verschillende zones in het onderzoeksgebied. Op 25 januari 2011 is een nieuwe milieuvergunning verleend, waarbij het aantal vleesvarkens is toegenomen. Dit was mogelijk door de reductie van de geur door toepassing van een luchtwasser. Ten opzicht van de vergunning van 29 mei 2007 verandert in de huidige vergunning de geurbelasting ter plaatse van Polynorm, vrijwel niet. Uitgaande van de huidige vergunning heeft inspreker B, wat betreft de geurbelasting bij Polynorm, zelfs nog mogelijkheden om uit te breiden. Er is dus geen sprake van een beperking in de bedrijfsvoering.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

  • 3. Stelt dat er met het vaststellen van geurbeleid voor alleen het plangebied Haarbrug-Zuid, geen sprake is van goed ruimtelijk beleid, Onder verwijzing naar jurisprudentie wordt gesteld dat de gemeente een geurverordening dient te baseren op een gebiedsvisie die het gehele gemeentelijke grondgebied beslaat.

Beantwoording:

De geurverordening is vastgesteld en is daarom in het kader van het bestemmingsplan niet meer ter discussie. In het gemeentelijk geurbeleid is al aangegeven dat het vaststellen van een gemeentelijke geurverordening beperkt kan blijven tot het te ontwikkelen bedrijventerrein. Er blijkt niet dat voor het gehele grondgebied van de gemeente een geurverordening opgesteld hoeft te worden. Uit de 'Handreiking bij Wet geurhinder en Veehouderij (Infomil, 23 mei 2007) blijkt dat ook gewerkt kan worden met een gebiedvisie speciaal voor het plangebied.

Uit de aangehaalde jurisprudentie (AWB 09/831, rechtbank Arnhem) blijkt wel dat volgens de rechtbank voorkomen moet worden dat er een lappendeken van normen ontstaat die afbreuk doet aan het door de wetgever gewenste heldere, eenvoudige en eenduidige toetsingskader. Daarom moet volgens de rechtbank de gemeenteraad bij het bepalen van een andere waarde, extra aandacht besteden aan de gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied. Dit laatste is in het geurbeleid voldoende gebeurd en toegelicht.

De gemeente vindt dus dat er wel sprake is van een goed ruimtelijk beleid.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

  • 4. In de zienswijze wordt gesteld dat de bedrijven in het gebied allen dezelfde geurbescherming dienen te krijgen. Het is appellant onduidelijk waarom aan zeer dicht bij elkaar gelegen zones sterk verschillende maximale geurbelastingen worden toegekend.

Beantwoording:

In de geurverordening van Haarbrug-Zuid wordt duidelijk aangeven voor welke deelgebieden er afwijkende geurnormen gelden. De deelgebieden waarvoor afwijkende normen gelden zijn in de verordening aangeduid met "Food" en "Non Food". Voor het deelgebied "Food" bedraagt het minimaal-maximaal percentage van geurgehinderden, 4% - 9%. Dit komt overeen met een milieukwaliteit van redelijk goed tot goed. Voor het deelgebied "Non Food" bedraagt het minimaal-maximaal percentage van geurgehinderden, 7% - 21%. Dit komt overeen met een milieukwaliteit van tamelijk slecht tot goed. De hinderpercentages zijn lager dan 25%, dat als bovenwaarde geldt voor het aantal geurgehinderden.

Het bedrijf Polynorm valt buiten de reikwijdte van de geurverordening omdat dit een ander deelgebied is, een bestaande situatie waar geen veranderingen aan de orde zijn.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

  • 5. Stelt dat niet alle veehouderijen in het milieuonderzoek zijn betrokken.

Beantwoording:

In de Gebruikershandleiding V-Stacks gebied wordt in paragraaf 3.5 als vuistregel voor het bepalen van de grootte van de bufferzone gegeven: alle bedrijven binnen een straal van 2 km rondom de ontvanger moeten worden meegenomen. Dit betekent dat alle bedrijven binnen 2 km van het onderzoeksgebied moeten worden meegenomen in het onderzoek. Voor de bepaling van de achtergrondconcentratie van de geur is dit ook gebeurd (zie figuur 3.1 van het Gemeentelijk geurbeleid bedrijventerrein Haarbrug-Zuid, Rapport nr. 113.13638.00 Bureau RBOI, 8 juli 2008, pagina 8)

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

04-01-2011 Voestalpine Polynorm BV, Amersfoortseweg 9, 3751 LJ Bunschoten

  • 1. Op ruimtelijkeplannen.nl is de oude topografische ondergrond van het terrein opgenomen

Beantwoording:

De gemeente heeft geen invloed op de topografische ondergrond van de digitale verbeelding. Op de analoge verbeelding (de afdruk op papier) zal de gemeente een een nieuwe GBKN ondergrond plaatsen.

Aanpassing in bestemmingsplan:

vernieuwen ondergrond analoge verbeelding

  • 2. Verzoekt uitleg over de bestemming van de kruising Amersfoortseweg-Bisschopsweg

Beantwoording:

De kruising is meegenomen in verband met een eventuele aanpassing van de kruising. De verkeersbestemming is in het bestemmingsplan Haarbrug-Zuid iets uitgebreid in noordelijke richting. Dit geeft ruimte voor een aanpassing aan het wegprofiel voor een extra opstelvak. Toekomstige verkeerstellingen zullen hierover uitsluitsel moeten geven. Voor de reden hiervan wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan, hoofdstuk 3.5 onder 'Studie Verkeersnetwerk Bunschoten'. Ter hoogte van de inrit van Voestalpine Polynorm blijft de bestemming ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan ongewijzigd.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen