Haarbrug Zuid

8.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het voorontwerp bestemmingsplan naar de volgende overleginstanties gezonden:

• Kamer van Koophandel, Gooi, Eem en Flevoland, afdeling Regiostimulering
• VROM-Inspectie, regio Noord-West
• Waterschap Vallei & Eem
• Eneco, N.V.
• Vitens, Midden Nederland
• Veiligheidsregio Utrecht
• Provincie Utrecht, afdeling Ruimte
• Welstand en Monumenten, Midden Nederland, Adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit
• Gasunie
• KPN Telecom Carrier Services Local Loop, Leidingmanagement Rayon midden
• KPN Telecom, LNO-UTN, afdeling Straalpaden
• Natuur en Miliefederatie Utrecht
• Rijkswaterstaat, directie IJsselmeergebied
• Gemeente Nijkerk
• Gemeente Eemnes
• Gemeente Zeewolde
• Gemeente Amersfoort

Er zijn 12 overlegreacties ontvangen. De ingediende overlegreacties zijn opgenomen in bijlage 4 van dit bestemmingsplan.

Op 15 maart heeft het college de Nota van beantwoording inspraak en overleg voor het bestemmingsplan Haarbrug-Zuid vastgesteld. In deze nota worden de inspraak- en overlegreacties weergegeven en van een beantwoording voorzien.

Hieronder worden de inspraakreacties en de beantwoording ervan samengevat weergeven:

26-11-2010 N.V. Nederlandse Gasunie, Postbus 19, 9700 MA Groningen

Het plangebied ligt buiten de contour (1% letaliteitsgrens) van de dichtstbijzijnde aardgastransportleiding. Daarmee staat vast dat de leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.

Beantwoording:

De gemeente neemt dit voor kennisneming aan.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

25-11-2010 Gemeente Zeewolde, Postbus 1, 3890 AA Zeewolde

Geeft aan geen opmerkingen te hebben bij het plan.

Beantwoording:

De gemeente neemt dit voor kennisneming aan.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

09-12-2010 Rijkswaterstaat IJsselmeergebied, Postbus 600, 8200 AP Lelystad

Geeft aan dat de rijkswateren en rijkswegen niet nadelig worden beïnvloed door het plan en acht inhoudelijke reactie niet nodig.

Beantwoording:

De gemeente neemt dit voor kennisneming aan.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

10-12-2010 Vitens Midden-Nederland, Postbus 1090, 8200 BB Lelystad

Geeft aan geen opmerkingen te hebben bij het plan.

Beantwoording:

De gemeente neemt dit voor kennisneming aan.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

13-01-2011 Provincie Utrecht, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht

• 1. Verzoekt de beoogde ontwikkeling af te stemmen met de regio Amersfoort in het kader van de afspraak hierover in het 'Convenant Bedrijventerreinen'.

Beantwoording:

De gemeente heeft de plannen reeds afgestemd met de regio Amersfoort. De regionale afstemming vindt plaats in het kader van de samenwerkingsagenda Werklocaties Regio Amersfoort 2030. Bij dit overleg is de provincie Utrecht betrokken. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport 'Samen Sterk', Stec Groep, januari 2011. In dit rapport is de ontwikkeling van Haarbrug-Zuid opgenomen. Het rapport is op 15 maart 2011 ter vaststelling aangeboden aan de colleges van B&W van de regiogemeenten. Hiermee is voldaan aan de afspraak om de beoogde ontwikkeling regionaal af te stemmen. In de toelichting van het bestemmingsplan zal hierover een extra paragraaf worden opgenomen.

Hieronder wordt kort ingegaan op de resultaten van de regionale afstemming ten aanzien van de bedrijventerreinen in de gemeente Bunschoten.

In de samenwerkingsagenda is voor Bunschoten een drieslag aan de orde van transformatie (Zuidwenk), revitalisering (de Kronkels) en uitbreiding (Haarbrug-Zuid).

Transformatie

In de agenda is de Zuidwenk opgenomen als transformatiegebied. Dit sluit aan op het provinciale en gemeentelijke ruimtelijk beleid. Concreet gaat het om een (gefaseerde) omzetting van bedrijventerrein naar woongebied. Het bruto oppervlak van Zuidwenk bedraagt 24,6 hectare, netto 20 hectare.

Revitalisering

Onderdeel van de herstructureringsopgave in de regio is de revitalisering van bedrijventerreinen. In Bunschoten is de revitalisering van bedrijventerrein de Kronkels aan de orde. De Utrechtse gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg nemen de herstructureringsopgave van bedrijventerreinen zoals vastgesteld in het Provinciaal Herstructureringsplan (circa 490 hectare) zo spoedig mogelijk ter hand. Hiertoe is een regionale prioritering gemaakt. Voor de middellange termijn (tot 2020) gaat het om 263 hectare bruto terrein, exclusief De Kronkels dat al in uitvoering is.

Het bruto oppervlak van de Kronkels bedraagt 52 hectare, netto 36,9 hectare.

Uitbreiding

In het rapport is in regionaal verband de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen geraamd. Verder is geïnventariseerd welke concrete en zachte plannen er in de regio zijn voor nieuw bedrijfsgebied.

Op basis van een vergelijking van behoefte en aanbod is

bepaald welke terreinen op kortere termijn (tot 2015), midellange termijn (tot 2020) en op lange termijn (tot 2030) gerealiseerd worden.

Voor het bepalen van de fasering zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

• Lokale bedrijvigheid wordt zoveel mogelijk lokaal opgevangen, om daarmee de huidige en gewenste lokale economische dynamiek zo goed mogelijk te kunnen faciliteren. Maar niet te allen tijde. Als er lokaal geen ruimte is, dan wordt er eerst in de Regio Amersfoort gekeken waar wel ruimte is, voordat sprake kan zijn van de aanleg van nieuw terrein. Indien een bedrijf niet passend wordt geacht in de aard en schaal van de lokale economie en als zodanig niet geaccommodeerd kan worden, zal de gemeente met het bedrijf en nabijgelegen gemeenten in gesprek gaan om het bedrijf op een geschikte locatie in de regio te huisvesten.
• Er moet ruimte zijn en blijven voor de opvang van bovenregionale instroom van bedrijven.
• Er is niet alleen gekeken naar kwantiteit (hectaren), maar ook naar kwaliteit. Hiertoe is onderscheid gemaakt in eerste klas bedrijvenparken, modern gemengde en werkterreinen.

Op basis van deze uitgangspunten is de fasering afgesproken zoals opgenomen in onderstaande tabel.

De ontwikkeling van Haarbrug-Zuid is opgenomen voor de periode 2010-2015.

In het rapport is aangegeven dat Haarbrug-Zuid een lokale oriëntatie heeft. Dat betekent dat het terrein overwegend plaats biedt aan bedrijven met een lokale oriëntatie vanwege de sociale binding aan de kern. Haarbrug-Zuid is (grotendeels) bedoeld voor de ondernemers vanuit Zuidwenk.

Verder wordt verwezen naar het genoemde rapport: 'Samen Sterk', Stec Groep, januari 2011.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Toevoegen paragraaf regionale afstemming in toelichting bestemmingsplan

• 1. Verzoekt het provinciaal Waterplan 2010-2015 op te nemen in de toelichting van het bestemmingsplan.

Beantwoording:

Het tekstgedeelte wordt opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan.

Aanpassing in bestemmingsplan:

toevoegen paragraaf provinciaal waterplan

• 2. Verzoekt voor het AMK-terrein ten oosten van de Amersfoortseweg te voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie', of middels onderzoek aan te tonen dat het terrein reeds verstoord is.

Beantwoording:

In april 2009 en november 2010 is door het Bureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC) een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd binnen het plangebied Haarbrug-Zuid te Bunschoten.

De bevindingen zijn weergegeven in het rapport 'Bunschoten Haarbrug-Zuid, Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven, BAAC rapport A-09.0090 februari 2011.

Uit het onderzoek blijkt dat zijn er in het bedoelde terrein geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een terp uit de late middel-eeuwen of nieuwe tijd. Een groot deel van het terrein is verstoord tot diep in de natuurlijke ondergrond.

Het bedoelde terrein aan de oostzijde van de Amersfoortseweg is hoogst waarschijnlijk een twintigste-eeuwse huisterp. Er zijn geen aanwijzing voor een oudere terpfase. Een deel van het terrein is niet onderzocht maar de verwachting is dat oudere terpfasen niet aanwezig zijn op het niet onderzochte deel van het terrein. Het toebedelen van een AMK-status van het deelgebied is daarom ongegrond gebleken.

Er konden geen sporen of structuren gewaardeerd worden. Vervolgonderzoek binnen het onderzoeksgebied wordt daarom niet aanbevolen.

Dit advies vormt een zogenaamd selectieadvies. De gemeente Bunschoten zal als bevoegd gezag dit selectieadvies overnemen.

Aanpassing in bestemmingsplan:

aanvullen toelichting archeologie

21-01-2011 Gemeente Nijkerk, Postbus 1000, 3860 BA Nijkerk

Geeft aan geen opmerkingen te hebben bij het plan.

Beantwoording:

De gemeente neemt dit ter kennisneming aan.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

24-01-2011 Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU), Emmalaan 41, 3581 HP Utrecht

• 1. Stelt dat de Toekomstvisie Bunschoten 2015 als beleidskader gedateerd is.

Beantwoording:

De Toekomstvisie Bunschoten 2015 dateert uit 2001. In 2009 is de Toekomstvisie hernieuwd vastgesteld door de gemeenteraad als structuurvisie, zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Daarbij is geen aanleiding gevonden om de toekomstvisie inhoudelijk te actualiseren, aangezien er geen wezenlijke wijzigingen in het ruimtelijk beleid aan de orde waren. Tegen het voornemen tot de vaststelling van de structuurvisie zijn geen zienswijzen ingediend. De toekomstvisie Bunschoten is het actuele beleid.

De omstandigheden zijn mogelijk veranderd ten opzichte van de uitgangspunten van de Structuurvisie. Het blijkt echter dat de behoefte aan nieuw bedrijventerrein nog steeds actueel is. Afstemming in regionaal verband laat zien dat nut en noodzaak van het terrein nog steeds aan de orde zijn. (zie hiervoor de beantwoording van de overlegreactie van de provincie Utrecht d.d. 13-01-2011).

In Bunschoten is er nog steeds sprake van vergroting van de (beroeps)bevolking. Daarbij is ook een uitbreiding van werkgelegenheid wenselijk. In de samenwerkingsagenda Werklocaties Regio Amersfoort 2030 is het volgende aangegeven ten aanzien van de beoogde groei van werkgelegenheid in de regio:

'De Regio Amersfoort wil een gezonde balans tussen wonen en werken; doel is een banenindex van 0,75 in 2020. Die ligt nu op 0,69. Dit betekent een inhaalslag van circa 20.000 tot 30.000 nieuwe banen (2.000 tot 3.000 per jaar). De banenopgave heeft zowel betrekking op formele werklocaties (kantoorlocaties, bedrijventerreinen en gemengde economische zones) als op informele werklocaties zoals werken in de wijk.'

In Bunschoten ligt de banenindex op 0,6, onder het regionale gemiddelde en ook onder de doelstelling voor 2020. Dat betekent dat voor Bunschoten er een inhaalslag te maken is met betrekking tot werkgelegenheid.

Haarbrug-Zuid wordt ontwikkeld puur voor de lokale bedrijven en levert daarbij een bijdrage aan de in het beleid beoogde groei van banen voor de beroepsbevolking.

Aanpassing in bestemmingsplan

In de toelichting aangeven dat de toekomstvisie Bunschoten als structuurvisie is vastgesteld door de gemeenteraad.

• 2. Stelt dat in het Eindrapport Revitalisering Bedrijventerreinen De Kronkels onvoldoende is gekeken naar maatregelen voor ruimtebesparing op de bestaande terreinen.

Beantwoording:

Bij de revitalisering Bedrijventerreinen De Kronkels zijn op passende schaal de principes van duurzaam en intensief ruimtegebruik gevolgd. Uitgangspunt is het bestaande bedrijventerrein dat compact van opzet is en relatief intensief bebouwd is. De doelstelling is geweest om binnen de huidige structuur van het terrein en uitgaande van de bestaande bebouwing het terrein te revitaliseren. Grootschalige ingrepen zijn binnen de bestaande infrastructuur economisch niet haalbaar. De revitalisering komt tot stand in samenwerking tussen de gemeente particuliere initiatieven. Binnen het vigerende bestemmingsplan zijn verschillende mogelijkheden aanwezig om intensief ruimtegebruik toe te passen. Wanneer zich mogelijkheden voordoen voor ruimtebesparing zal de gemeente dit stimuleren.

Het is echter eenvoudiger om ruimtebesparende maatregelen toe te passen op een nieuw aan te leggen terrein zoals Haarbrug-Zuid, dan op bestaande bedrijventerreinen.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 3. Stelt dat de reële behoefte aan bedrijfsterrein niet duidelijk gefundeerd is.

Beantwoording:

In het kader van het onderzoek revitalisering bedrijventerreinen de Kronkels en Zuidwenk is door BRO een enquête opgesteld om de ruimtevraag te berekenen. Daarbij is bepaald welke bedrijven uitbreidingsbehoefte hebben en hoe groot de gemiddelde uitbreidingsruimte per bedrijf is. De totale ruimtebehoefte vanuit de Kronkels is bepaald op 6,5 hectare. De ruimtevraag vanuit Zuidwenk is bepaald op 8 tot 10 hectare.

Deze behoefte wordt bevestigd aan de hand van recentelijk gevoerde gesprekken door de gemeente met geïnteresseerde bedrijven. Op basis hiervan bestaat er momenteel een behoefte van circa 12 ha aan uitbreidingsruimte op de bedrijventerreinnen.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 4. Stelt dat de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen pas mogelijk is als de behoefte hieraan is aangetoond op basis van regionale afstemming.

Beantwoording:

Hiervoor wordt verwezen naar de beantwoording van de overlegreactie van de provincie Utrecht dd. 13-01-2011.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Zie beantwoording zienswijze provincie Utrecht dd. 13-01-2011

• 5. Stelt dat de verbetering van de overgang naar het omringende landschap geen legitimatie kan zijn voor de aanleg van het bedrijventerrein.

Beantwoording:

Aangezien de aanleg van het bedrijventerrein noodzakelijk is biedt dit de kans om de overgang naar het landschap goed vorm te geven.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 6. Wil de plannenmakers graag complimenteren met de wijze waarop beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing zijn weergegeven en juridisch verankerd.

Beantwoording:

De gemeente neemt dit graag ter kennisneming aan.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 7. Vraagt betere inpassing van het gebied westelijk van de Amersfoortseweg, waarbij niet op voorhand wordt uitgegaan van de ontwikkeling van De Kronkels-Zuid

Beantwoording:

Er wordt in het bestemmingsplan van uitgegaan dat het bestaande lint wordt opgenomen in het bedrijventerrein. De beeldkwaliteit wordt afgestemd op de oorspronkelijke structuur van het lint en de nieuwe functie. Voor de lintbebouwing aan de westzijde van de Amersfoortseweg wordt uitgegaan van een aanvulling van de beeldkwaliteitparagraaf.

In het rapport 'Schetsboek Haarbrug-Zuid, Landschappartners, november 2006' is geanalyseerd op welke plekke sprake is van openheid en op welke plekken sprake is van bebouwing en opgaand groen.

Landschap en visuele ruimte

Vanuit de omgeving wordt het beeld van de zone langs de Amersfoortseweg bepaald door de opgaande groenstructuur.

Opgaande groenstructuur

Op de erven is er op de meeste plekken een groene rugdekking en is er op enkele plekken doorzicht naar het landschap.

Groene rugdekking Doorzicht

Aangezien wordt uitgegaan van de aanleg van de Kronkels-Zuid wordt ervoor gekozen om de groenerugdekking te versterken.

Om op de erven langs het lint zelf enige openheid te behouden wordt een maximaal bebouwingspercentage vastgesteld van 50%. Verder wordt een minimale zijdelingse tussenruimte tussen gebouwen vastgesteld van 5 meter.

Zie ook de beantwoording van de overlegreactie van Welstand en Monumenten Midden-Nederland dd. 26-01 2011.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Aanvullen beeldkwaliteitparagraaf en aanpassen/toevoegen bouwregels t.a.v. handhaven openheid

24-01-2011 Stichting Behoud de Eem Vallei, De Gondel 4, 3742 GM Baarn

• 1. Heeft bezwaren tegen de ligging van het terrein, waarbij de open ruimte tussen Bunschoten en Amersfoort nog kleiner wordt.

Beantwoording:

De gemeente is overtuigd van nut en noodzaak van het terrein en van de beoogde ligging aan de zuidzijde van Bunschoten. Het beleid is dan ook al geruime tijd gericht op de uitbreiding van het bedrijventerrein ter plekke. Omdat de gemeente de gevoelige ligging onderkent is uitgebreid aandacht besteed aan de landschappelijke inpassing. In het 'Schetsboek Haarbrug-Zuid, Landschappartners, november 2006' wordt duidelijk uiteengezet op welke wijze wordt omgegaan met de relatie van het bedrijventerrein en het omringende waardevolle landschap. In het schetsboek is geanalyseerd op welke plekke sprake is van openheid en op welke plekken sprake is van bebouwing en opgaand groen.

Landschap en visuele ruimte

De ligging van het bedrijventerrein is zo gekozen dat het aansluit bij de bestaande massa-elementen (opgaand groen en bebouwing). De bestaande zichtlijnen in het landschap worden daardoor zoveel mogelijk ongemoeid gelaten. Hierdoor zal de openheid in het landschap, zoals die nu ervaren kan worden, zo min mogelijk veranderen. (Zie ook de beantwoording van punt 5.)

In het plangebied was tot voorkort bebouwing aanwezig langs de Amersfoortseweg. Deze is inmiddels gesloopt. Het vigerende bestemmingsplan 'Landelijk gebied' biedt nog wel de bebouwingsmogelijkheden langs de Amersfoortseweg.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 2. Stelt dat te weinig is gezocht naar alternatieven in de gemeente en de regio.

Beantwoording:

Het is de bedoeling op Haarbrug-Zuid voor een groot deel te bestemmen voor de te verplaatsen bedrijven vanuit de Zuidwenk. Uitgangspunt van de gemeente is om de

visbedrijven te concentreren op één terrein. Gezien de lokale binding is een plek in Bunschoten aan de orde en niet in de regio. Ook is door specialisatie in de vis- en koeksector een sterke onderlinge binding aan de orde. Verschillende bedrijven binnen dezelfde sector zijn afhankelijk van elkaar. Voorbeelden daarvan zijn de afhankelijkheid tussen groothandel en ambulante handel en de afhankelijkheid tussen vis- en koekbedrijven en de gezamenlijke ondersteunende bedrijven als een krattenwasserij.

Binnen Bunschoten zijn er geen alternatieve plekken voorhanden om de verplaatsing en uitbreiding van de betreffende bedrijven mogelijk te maken. Uit oogpunt van milieuzonering is het onwenselijk om visbedrijven 'bij te mengen' op de Kronkels of Haarbrug-Noord. In het betreffende bestemmingsplan is dit dan ook niet mogelijk gemaakt. Hiervoor zou ook niet voldoende ruimte zijn.

De keuze van de gemeente voor de ontwikkeling van Haarbrug-Zuid is gebaseerd op een samenhangende visie van transformatie van het (grotendeels food-gerichte) terrein Zuidwenk, de revitalisering van de Kronkels en de uitbreiding van Haarbrug. Voor de uitbreiding is duidelijk gekozen voor een locatie aan de zuidzijde om op die manier:

• verkeer door de gemeente te verminderen;
• te komen tot een concentratie van bedrijvigheid aan de zuidzijde van de gemeente, dicht bij de A1;
• de milieuhinder te concentreren aan de zuidzijde van de gemeente;
• Spakenburg-centrum en omgeving te ontlasten van bedrijfs- en milieuoverlast;
• Voldoende afstand tot bestaand woongebied.

Deze samenhangende ontwikkelingen zijn ook vastgelegd in het Streekplan 2005-2015 van de provincie Utrecht, thans integrale Structuurvisie 2005-2015.

Verder is op basis van het rapport 'Schetsboek Haarbrug-Zuid, Landschappartners, november 2006' zeer zorgvuldig omgegaan met de inpassing van het terrein in het omliggende landschap.

De gemeente vindt dat in het beleid en in het bestemmingsplan voldoende is aangetoond dat dit de beste locatie is voor het beoogde bedrijventerrein.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Zie beantwoording zienswijze provincie Utrecht dd. 13-01-2011

• 3. Stelt dat de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen pas mogelijk is als de behoefte hieraan is aangetoond op basis van regionale afstemming.

Beantwoording:

Hiervoor wordt verwezen naar de beantwoording van de overlegreactie van de provincie Utrecht dd. 13-01-2011

Aanpassing in bestemmingsplan:

Zie beantwoording overlegreactie provincie Utrecht dd. 13-01-2011

• 4. Stelt dat het Rijk de voorgenomen aanleg van het terrein ongewenst vindt en refereert daarbij aan het bezoek van toenmalig minister Cramer aan het gebied en de reactie van VROM/LNV op de streekplanuitwerking voor de begrenzing van de Utrechtse nationale landschappen.

Beantwoording:

In de Nota Ruimte is het volgende gesteld ten aanzien van de Nationale Landschappen.

Uitgangspunt is 'behoud door ontwikkeling': mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt (ja, mits principe) zijn binnen Nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Er is ruimte voor ten hoogste de natuurlijke bevolkingsgroei (migratiesaldo nul) en voor regionale en lokale bedrijvigheid. Provincies zijn verantwoordelijk voor de uitwerking van het beleid voor nationale landschappen. Het rijk zal het streekplan hierop toetsen.

Op dit moment is de integrale Structuurvisie 2005-2015 van kracht. In deze Structuurvisie (voorheen: Streekplan 2005-2015) is de ontwikkelingsrichting van Bunschoten besproken. Daarbij wordt uitgegaan van de ontwikkeling van Haarbrug-Zuid.

Uit de aangehaalde reactie van VROM en LNV op de streekplanuitwerking voor de begrenzing van de Utrechtse nationale landschappen blijkt niet dat zij de aanleg van Haarbrug-Zuid ongewenst vindt. Wel dient het belang te worden aangetoond.

In eerder beleid (Streekplan Utrecht/integrale Structuurvisie 2005-2015) is het belang aangetoond en is ruimte geboden voor de ontwikkeling van Haarbrug-Zuid. De behoefte aan het bedrijventerrein wordt bevestigd in de nota samenwerkingsagenda Werklocaties Regio Amersfoort 2030.

In haar bezoek aan het gebied heeft de minister kennis genomen van de plannen voor Haarbrug-Zuid en de landschappelijke inpassing ervan. De gemeente heeft een positieve reactie ontvangen. Het bezoek van de minister heeft voor het Rijk dan ook geen aanleiding gegeven om een bezwaar in te brengen tegen de ontwikkeling bij het gemeentebestuur van Bunschoten.

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. Bro over het onderhavige bestemmingsplan toegezonden aan de inspectie VROM. Dit heeft geen aanleiding gegeven voor een reactie.

Aanpassing in bestemmingsplan:

aanvullen toelichting t.a.v Rijksbeleid

• 5. Stelt dat ontwikkeling van het terrein niet mogelijk is aangezien het afbreuk doet aan de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Arkemheen Eemland.

Beantwoording:

Het plan dient beoordeeld te worden in relatie met Arkemheen Eemland als geheel. Binnen dit Nationaal Landschap wordt ruimte geboden voor de ontwikkeling van Haarbrug-Zuid. Mits in het ontwerp en de inrichting nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de kernkwaliteiten van het landschap.

In het 'Schetsboek Haarbrug-Zuid, Landschappartners, november 2006' wordt duidelijk uiteengezet op welke wijze wordt omgegaan met de relatie van het bedrijventerrein en het omringende waardevolle landschap.

Het aangrenzende landschap wordt gekenmerkt door unieke kenmerken: de landschappelijke openheid, de rijke weidevogelstand en de historische verkavelingspatronen. Een visueel-ruimtelijke analyse van het bestaande landschap leert dat er sprake is van een grote landschappelijke openheid, maar dat de onderhavige locatie in de periferie van het echt open gebied ligt. De openheid staat onder druk van oprukkende verstedelijking. Nieuwe ontwikkelingen dienen daarom zorgvuldig te worden ingepast, zodat ook in de zogenaamde 'wespentaille' het open karakter van het gebied blijft gehandhaafd. Het nieuwe bedrijventerrein wordt als een gelede bouwmassa ingepast tussen bestaande massa-elementen in het landschap. Structuur en inrichting sluiten nauw aan bij de patronen van het onderliggende landschap. De hoofdrichting ten oosten en westen van de Amersfoortseweg volgt de verdraaiing van het verkavelingspatroon nauwgezet. Ook de groenstructuren sluiten zowel qua richting als qua typologie nauw aan bij het omringende landschap. Het schetsboek combineert de uitkomsten van een visueel-ruimtelijke analyse met kansen die zich voordoen met bij andere projecten, zoals het recreatief ontwikkelingsplan Laakzone. Per saldo ontstaat daarmee een totaalpakket aan maatregelen die de landschappelijke openheid in het gebied tussen Bunschoten en Amersfoort/Vathorst waarborgt én landschappelijke inpassing van de bedrijventerreinen (bestaand en nieuw) een impuls geeft.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 6. Stelt enkele teksten uit het Streekplan aan de orde, ten aanzien van de herontwikkeling van de Zuidwenk en de aanleg van Haarbrug-Zuid

Beantwoording:

Het Streekplan (c.q. de integrale Structuuurvisie 2005-2015) is vastgesteld en uitgangspunt voor verdere ontwikkelingen. De aangehaalde Streekplanteksten staan in het kader van bestemmingsplan Haarbrug-Zuid niet ter discusie.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 7. Stelt dat bij het ecologisch onderzoek gebruik is gemaakt van aannames en niet altijd actuele inventarisatiegegevens.

Beantwoording:

De verschillende rapporten zijn gebaseerd op veldbezoek uit 2007.

De rapportage met bevindingen van het veldbezoek wordt toegevoegd aan de lijst met uitgevoerde onderzoeken (bijlage 1 bij de toelichting van het bestemmingsplan). Voor de volledigheid wordt ook het aanvullend onderzoek naar de grote modderkruiper toegevoegd.

Aanpassing in bestemmingsplan:

toevoegen rapportage veldbezoek

• 8. Stelt dat onvoldoende rekening is gehouden met de Wilde Zwanen die in het gebied overwinteren

Beantwoording:

In het ecologisch onderzoek is aangetoond dat de aanleg van Haarbrug-Zuid geen effect heeft op de instandhoudingsdoelen van de kleine zwaan in het Natura 2000-gebied Arkemheen.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 9. Stelt dat de ontwikkeling in strijd is met de richting die de Provinciale Structuurvisie aangeeft

Beantwoording:

Op dit moment is de integrale Structuurvisie 2005-2015 van kracht. In deze Structuurvisie (voorheen: Streekplan) van de provincie staat de gewenste ontwikkeling in een gebied of regio. In het Streekplan is ook de ontwikkelingsrichting van Bunschoten besproken. Daarbij wordt uitgegaan van de ontwikkeling van Haarbrug-Zuid. Bij de ontwikkeling van het gehele bedrijventerrein wordt uitgegaan van een efficiënt ruimtegebruik. Vanwege de zichtbare ligging aan de rand van het open Eemland is een zorgvuldige landschappelijke inpassing noodzakelijk. De voorgenomen ontwikkeling houdt rekening met efficiënt ruimtegebruik en is zorgvuldig ingepast. Daarmee is de ontwikkeling in lijn met de bedoeling van het de integrale Structuurvisie 2005-2015.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 10. Vraagt of door de provincie harde toezeggingen zijn gedaan voor de aanleg van het terrein. Stelt dat eventuele toezeggingen achterhaald zouden zijn door nieuw provinciaal beleid (aantonen noodzaak voor uitbreiding)

Beantwoording:

De mogelijkheden voor de aanleg van het terrein zijn geboden in het Streekplan 2005-2015. Op dit moment is de integrale Structuurvisie 2005-2015 van kracht, waarin de mogelijkheid voor de aanleg van Haarbrug-Zuid is gehandhaafd.

Op 5 december 2006 is bestuurlijk overleg gevoerd over de voorgenomen ontwikkeling. Daarbij waren het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten en het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht vertegenwoordigd.

Naar aanleiding van de presentatie van het plan heeft GS groen licht gegeven om het schetsplan met inachtneming van de gemaakte opmerkingen uit te werken in een voorontwerp-bestemmingsplan. Op basis hiervan heeft het college van B&W tijdens dit bestuurlijk overleg aangegeven de grondverwerving op Haarbrug-Zuid te zullen starten.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 11. Stelt dat ontheffingen t.a.v. Flora en faunawet niet kunnen worden verleend en dat daarom vaststelling van het bestemmingsplan niet mogelijk is.

Beantwoording:

Uit de ecologische onderzoeken blijkt dat ontheffing t.a.v. de Flora en faunawet niet noodzakelijk is.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 12. Stelt in haar reactie, derde blad derde alinea enkele zaken ter discussie die de stichting in strijd acht met het provinciaal beleid.

Beantwoording:

De genoemde zaken (transformatie Zuidwenk, efficiënt ruimtegebruik, landschappelijke inpassing, ontsluiting) zijn beleid uit de provinciale structuurvisie en derhalve niet in strijd met provinciaal beleid.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 13. Stelt dat aan de westzijde van de Amersfoortseweg niet uitgegaan moet worden van de ontwikkeling van bedrijventerrein, maar van doorzicht naar het open landschap

Beantwoording:

Hiervoor wordt verwezen naar de reactie op de overlegreactie van de Natuur en Milieufederatie Utrecht dd. 24-01-2011.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Zie beantwoording overlegreactie NMU dd. 24-01-2011

• 14. Stelt dat, uitgaande van de Kadernota ruimte uitgegaan moet worden van herstructurering van bestaande bedrijventerreinen en er pas sprake kan zijn van uitbreiding als dat proces is afgerond.

Beantwoording:

In de Kadernota is de keuze ten aanzien van 'ruimte voor werken' is als volgt geformuleerd:

Wij zetten primair in op intensivering en herstructurering van bestaande werklocaties en zijn terughoudend bij de planning van nieuwe bedrijven- en kantorenlocaties.

Er is dus niet gesteld dat uitbreiding alleen dàn kan plaatsvinden als het proces van herstructurering is afgerond. Ten aanzien van uitbreiding van bedrijventerrein stelt de kadernota het volgende:

Op nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein willen wij enerzijds ruimte bieden voor hervestiging van bedrijven in verband met de transformatieopgave in het bestaand stedelijke gebied (verouderde en/of hinderlijke bedrijvenlocaties naar woningen). Anderzijds willen wij hoogwaardige locaties ontwikkelen voor economisch kansrijke sectoren die een impuls geven aan de versterking en vernieuwing van de economische structuur. Voor de verdere concretisering van dit beleid ontwikkelen wij op korte termijn een visie op de economische structuur.

Het terrein Haarbrug-Zuid is onderdeel van een traject waarbij een transformatie van het terrein Zuidwenk aan de orde is. De bedrijvigheid op Zuidwenk wordt daarbij getransformeerd naar wonen gecombineerd met lichte bedrijvigheid. De bedrijven zullen zich verplaatsen naar de locatie Haarbrug-Zuid waardoor voor het dorp als geheel een betere leef- en milieusituatie ontstaat. Eén en ander zoals gesteld in de provinciale Structuurvisie. Verder is Haarbrug-Zuid als terrein voor lokale bedrijvigheid van wezenlijk belang voor de economische structuur van Bunschoten, aangezien uitsluitend voor lokale behoefte wordt ontwikkeld.

De ontwikkeling van Haarbrug-Zuid past het binnen de kadernota Ruimte.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Aanvullen toelichting t.a.v. kadernota

25-01-2011 Gemeente Eemnes, Postbus 71, 3755 ZH Eemnes

Geeft aan geen opmerkingen te hebben bij het plan.

Beantwoording:

De gemeente neemt dit ter kennisneming aan.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

26-01-2011 Welstand en Monumenten Midden-Nederland, Postbus 115, 3980 CC Bunnik

• 1. Vraagt aandacht voor de bebouwing aan de westzijde van de Amersfoortse weg, en de bebouwing te structureren op een manier die aansluit bij de van oorsprong agrarische percelen. De welstandscommissie spreekt haar voorkeur uit voor een nokrichting haaks op de Amersfoortseweg.

Beantwoording:

De beoogde opzet is geïnspireerd op het agrarisch erf. De beeldkwaliteitparagraaf ten aanzien van dit gedeelte wordt aangescherpt, waarbij voor de hoofdgebouwen een nokrichting haaks op de Amersfoortseweg wordt voorgeschreven.

Bijgebouwen, waarvan de voorgevelbreedte meer dan acht meter bedraagt hebben eveneens een nokrichting haaks op de Amersfoortseweg. Tevens wordt een zijdelingse tussenruimte tussen de bebouwing opgenomen van 5 meter zodat een open uitstraling van de erven wordt gewaarborgd.

Verder wordt het maximale bebouwingspercentage in het bestemmingsplan aangepast. Voor de betreffende zone wordt een maximaal bebouwingspercentage opgenomen van 50%.

Zie ook de beantwoording van de overlegreactie van de Natuur en Milieufederatie Utrecht dd. 24-01 2011.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Aanvullen/aanpassen beeldkwaliteit-paragraaf en aanvullen regels t.a.v. nokrichting en opnemen maximaal bebouwings-percentage van 50% aan de westzijde van de Amersfoortseweg

• 2. Vraagt aandacht voor een duidelijk, eenduidig reclamebeleid.

Beantwoording:

Deze aanbeveling wordt overgenomen. De beeldkwaliteitparagraaf in de toelichting wordt op dit punt aangepast. Hierin komen de volgende elementen aan de orde. De op te stellen beeldkwaliteitparagraaf wordt nader afgestemd met de welstandscommissie en zonodig aangevuld met enkele referentiebeelden.

Gevelreclame

• Reclame uitingen vallen binnen gevelvlak;
• Reclame uitingen blijven onder de daklijn;
• Reclame uitingen zijn in evenwicht met architectuur en doen geen afbreuk aan de gevelcompositie;
• Reclame uitingen zijn gekoppeld aan de representatieve delen (hoofdentree/ kantoor receptie) van de bebouwing;
• Alleen reclame voor het bedrijf zelf en niet voor producten/diensten die niet in het pand worden gemaakt/geleverd;
• Reclames worden vlak tegen de gevel aangebracht, of als onderdeel van de gevel;
• Reclame uitingen worden bij voorkeur uitgevoerd in open, losse letters of tekens;
• Bewegende en knipperende reclame wordt uitgesloten;
• Reclame in felle kleuren of signaalkleuren wordt uitgesloten;
• Aan de zuid- en oostrand van het terrein alleen reclame-uitingen in natuurlijke kleuren en geen lichtreclame.

Vrijstaande reclame

• Per bouwperceel (met een oppervlakte van tenminste 2.500m2) is maximaal één vrijstaand reclameteken toegestaan. De afmetingen daarvan zijn vastgelegd in de planregels:
• oppervlakte maximaal 6m2
• breedte maximaal 1m
• bouw hoogte maximaal 10m
• Plaatsing op het erf langs de oost-west gerichte ontsluiting, nabij de toegang tot het perceel;
• Het reclameteken heeft geen bewegende delen en geen knipperende of bewegende reclame.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Aanvullen/aanpassen beeldkwaliteit-paragraaf

28-01-2011 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

• 1. Geeft aan niet te kunnen voldoen aan het verzoek het plan te beoordelen op het keurmerk veilig ondernemen (KVO)

Beantwoording:

Dit verzoek viel eigenlijk buiten het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro. Het KVO is een onderdeel van het parkmanagement dat zal worden ingesteld op Haarbrug-Zuid. De brandweer zal te zijner tijd betrokken worden bij het parkmanagement.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 2. Vraagt bij de afwijkings-mogelijkheid voor het toestaan van risicovolle bedrijven een voorbehoud op te nemen ten aanzien van de beoordeling van het groepsrisico

Beantwoording:

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning blijft het groepsrisico niet buiten beschouwing. Dit volgt uit artikel 12 van het BEVI. Wanneer het gemeentebestuur, bij een omgevingsvergunning, gebruik maakt van de afwijkingsmogelijkheid voor het toestaan van risicovolle bedrijven dient zij het groepsrisico te verantwoorden. Voor de duidelijkheid wordt dit opgenomen in toelichting en regels.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Voorbehoud opnemen in toelichting en regels

• 3. Adviseert een beoordeling van het groepsrisico op te nemen conform artikel 13 BEVI. Aandachtspunten daarbij zijn het toestaan van BEVI bedrijven en de invloed van Polynorm-Voestalpine.

Beantwoording:

BEVI bedrijven worden alleen via een afwijkingsbevoegdheid van B&W mogelijk gemaakt. Dat betekent dat er een afwijkingsprocedure doorlopen moet worden. Daarbij is een beoordeling van het groepsrisico een onderdeel. Op dat moment is ook bekend wat voor soort bedrijf zich wil vestigen, en zijn de mogelijke risico's en maatregelen beter te bepalen. Daarom wordt het groepsrisico ten aanzien van de mogelijke vestiging van BEVI bedrijven niet op voorhand behandeld. Het toestaan van bedrijven binnen het invloedsgebied van Polynorm houdt een toename van het groepsrisico in. Het zal hier een geringe toename betreffen, aangezien het een zeer klein gebied betreft aan de uiterste rand van het invloedsgebied. De te vestigen bedrijven binnen het invloedsgebied zijn van dien aard dat een lage personendichtheid te verwachten is. Iedere toename van het groepsrisico dient verantwoord te worden. De Veiligheidsregio zal worden gevraagd om een advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting.

Aanpassing in bestemmingsplan:

Opnemen verantwoording groepsrisico t.a.v. veiligheidszone Polynorm

• 4. Wijst op de indeling van bedrijfscategorieën van het bedrijventerrein ten opzichte van de omgeving.

Beantwoording:

Binnen het invloedsgebied van het bedrijventerrein zijn verschillende gevoelige objecten langs de Amersfoortseweg gelegen en een enkele agrarische woning. De bestaande bebouwing aan de westzijde van de Amersfoortseweg blijft bestaan. Maar wordt bestemd voor bedrijven in categorie 1 en 2, bedrijfswoningen en kantoren. Vanuit deze objecten zijn richtafstanden aangehouden conform de richtafstandenlijst tot 'rustige woonwijk en buitengebied'.

Vanuit deze strook loopt de maximaal toegestane milieucategorie op (van categorie 3.1 - 4.2. Aan de oostzijde van het gebied is rekening gehouden met de aanliggende varkens- en rundveehouderij. Vanuit deze varkens- en rundveehouderij zijn richtafstanden aangehouden conform de richtafstandenlijst tot 'gemengd gebied' in het gedeelte aan de zijde van de varkens- en rundveehouderij is de maximale categorie 4.1.

In het bestemmingsplan is dus goed rekening gehouden met de bedoelde inwaartse zonering.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 5. Vraagt tekst en aanduiding op de verbeelding inzake de contour rond de opslag van Polynorm in overeenstemming te brengen.

Beantwoording:

De aanduiding 'veiligheidszone' duidt op het invloedsgebied van de opslag bij Polynorm. De aanduiding is ontleend aan de verplichte systematiek Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP). De tekst in het bestemmingsplan zal hiermee in overeenstemming worden gebracht.

Aanpassing in bestemmingsplan:

aanduiding in toelichting in overeenstemming brengen met verbeelding

• 6. Adviseert in verband met de bestrijdbaarheid van een eventuele brand bij Polynorm Voestalpine via de zuidzijde om de noordelijke bebouwingsstrook op het bedrijventerrein op te delen in kleinere kavels, of een ontsluitingsweg aan te leggen aan de noordzijde van het plan.

Beantwoording:

Vertegenwoordiging van de locale brandweer is betrokken geweest bij de totstandkoming van het stedenbouwkundig plan van Haarbrug-Zuid. Aan de noordzijde van Haarbrug-Zuid is een calamiteitenuitgang geprojecteerd naar het terrein van Polynorm Voestalpine. Het terrein van Polynorm kan via deze route vanuit de zuidzijde worden bereikt. Daarnaast kent het terrein van Polynorm Voelstapine een extra camalmiteitenuitgang aan de noordzijde van het terrein ter hoogte van bedrijventerrein Haarbrug-Noord. Ten slotte heeft het bedrijf ook een eigen aansluiting op de kruising Bisschopsweg-Amersfoortseweg, waardoor het bedrijf vanuit verschillende windrichtingen bereikbaar is. Over het terrein van Polynorm- Voestalpine loopt overigens een interne ontsluitingsweg waardoor de gebouwen goed bereikbaar zijn.

Overigens zijn in het bestemmingsplan zijn ruime bouwvlakken mogelijk gemaakt om flexibiliteit te houden bij de gronduitgifte. Pas in de fase van gronduitgifte zullen de uiteindelijke kavels worden bepaald. Het ligt niet in de rede dat er één langgerekt gebouw over de gehele lengte wordt gemaakt op de bedoelde langgerekte kavel. In dit stadium is nog geen concrete onderverdeling te maken. Er wordt niet voor gekozen om het bouwvlak op voorhand onder te verdelen. Uiteraard zal de brandweer te zijner tijd betrokken bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor afzonderlijke gebouwen. Op die manier is gewaarborgd dat geen panden zullen ontstaan die vanuit brandveiligheid onverantwoord groot zijn.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 7. Verzoekt een extra, oostelijke, ontsluiting (vanaf de Zevenhuizerstraat) op te nemen ten behoeve van de bereikbaarheid van de langgerekt noordelijke kavel.

Beantwoording:

Het bedoelde langgerekte bouwvlak zal in verschillende afzonderlijke kavels worden uitgegeven. Door de verkeersopzet van Haarbrug-Zuid zijn nagenoeg alle kavels vanuit verschillende richtingen te bereiken. Alleen het gedeelte in de uiterste noordoostelijke hoek zal extra aandacht behoeven bij de gronduitgifte. Deze kavel is alleen vanaf de westzijde bereikbaar. De zuidelijke rand van de kavel is onbebouwd terrein, bedoeld voor ontsluiting en parkeren. Dit gedeelte is dus toegankelijk voor hulpdiensten.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

Aan de noordzijde ligt het terrein van Polynorm. Van daaruit is de bedoelde kavel tot op enige afstand benaderbaar. Het maken van een extra ontsluitingsroute voor het bedrijventerrein door het buitengebied (vanaf de Zevenhuizerstraat) is ongewenst. Over het algemeen is de bereikbaarheid goed. Een extra ontsluiting is economisch niet haalbaar en is ook een ongewenste doorsnijding van het buitengebied.

Bij uitgifte/omgevingsvergunning voor de noordoostelijke kavel zal in overleg getreden worden met de brandweer om, bij de gegeven ontsluiting, een zo terreinindeling te maken waarbij de bereikbaarheid/veiligheid zo goed mogelijk is gewaarborgd.

01-02-2011 Waterschap Vallei en Eem, Postbus 330, 3830 AJ Leusden

• 1. Stemt in met de wijze waarop het (eerder in gezamenlijkheid gemaakte) water-structuurplan is vertaald in het bestemmingsplan.

Beantwoording:

De gemeente neemt dit graag ter kennisneming aan.

Aanpassing in bestemmingsplan:

geen

• 2. Verzoekt een obstakelvrije zone (5 meter) op te nemen aan één van beide zijden van de nieuw gegraven primaire watergang aan de noordzijde van het gebied.

Beantwoording:

Aan de noordzijde van de bedoelde watergang ligt een strook van circa vijf meter breed die bestemd is voor 'Groen en Water' (BP Kronkels Haarbrug-Noord). Hier is opgaande beplanting aanwezig. Vanaf deze kant kan geen onderhoud gepleegd worden. Aan de zuidzijde is (uitgeefbaar) terrein bedrijventerrein beoogd. Een obstakelvrije strook aan de zuidzijde van de watergang is niet haalbaar. De strook langs de watergang blijft weliswaar onbebouwd, maar het is wel wenselijk de percelen met een hekwerk af te schermen. De oever zal dus niet toegankelijk zijn. Naar aanleiding van de inspraakreactie is overlegd met het waterschap over dit punt (per e-mail op 16 februari 2011). Voor het beheer en onderhoud hanteert het waterschap twee opties:

• Rijdend vanaf de kant;
• Varend vanuit het water.

Wanneer wordt uitgegaan van varend beheer en onderhoud moet in het plan rekening worden gehouden met de doorvaarbaarheid en inlaat- en opstelplaatsen. (Zie ook het waterstructuurplan Haarbrug-Zuid) Als uitgangspunt wordt gekozen voor varend beheer onderhoud. In de uitwerking wordt rekening gehouden met de bovengenoemde aandachtspunten.

Aanpassing in bestemmingsplan:

de keuze voor varend beheer onderhoud wordt toelichtend opgenomen in de waterparagraaf van het bestemmingsplan.