direct naar inhoud van 5.11 Duurzaamheid
Plan: Haarbrug Zuid
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.HaarbrugZuid1200-0201

5.11 Duurzaamheid

In het kader van de ontwikkeling van Haarbrug-Zuid is een onderzoek in gang gezet om te komen tot een duurzame en klimaatbestendige ontwikkeling van de locatie.

Deels heeft dit betrekking op het bestemmingsplan, voor een groot deel is het onderzoek echter ook gericht op maatregelen die buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan liggen.

Gedurende het ontwikkelingstraject van Haarbrug-Zuid is door de betrokken partijen besloten dat het aspect klimaat en duurzaamheid een nadere aandacht verdient. Eerst is een quick scan uitgevoerd naar de opties voor een energieneutrale ontwikkeling van het terrein, op basis van energieproductie en energiebehoefte van de bedrijven die zich op het terrein kunnen gaan vestigen. Uit dit onderzoek blijkt dat er door de lokale aanwezigheid van een duurzame energieproducent goede kansen zijn voor een klimaatneutrale ontwikkeling van de locatie.

Duurzaamheid is meer dan energie. Naast de uitwerking van de kansen die uit de quick scan naar voren komen gaat het ook om andere aspecten van duurzaamheid en klimaat. Daarom is de analyse uit de quick scan in een nadere studie verbreed.

De bevindingen van de studie zijn neergelegd in het rapport Haarbrug-Zuid, Duurzaam en Klimaatneutraal. Dit rapport is opgesteld door Grontmij Nederland B.V, 26 februari 2010, in opdracht van de gemeente Bunschoten Spakenburg en de provincie Utrecht.

Energie uit visafval

Aanvankelijk is ervan uitgegaan dat een bedrijf voor vergisting van vis- en ander bioafval, gevestigd op bedrijventerrein de Zuidwenk, bij verplaatsing naar Haarbrug-Zuid, de kern zou kunnen gaan vormen van een duurzaam energiesysteem op Haarbrug-Zuid. Dit bedrijf heeft echter een voorkeur uitgesproken voor een andere locatie in Bunschoten-Spakenburg. Mogelijk kan de energie van dit bedrijf vanuit deze andere locatie benut worden voor de energiebehoefte van Haarbrug-Zuid. Mogelijk kan een ander bedrijf gevonden worden om de rol van energieproducent te vervullen.

Energiesysteem Haarbrug-Zuid

In de eerder uitgevoerde quick scan is geconstateerd dat het combineren van de energiesystemen op de locatie voordelen kan bieden omdat een aantal bedrijven energie (elektriciteit, warmte en/of koude) kunnen gebruiken wat bij andere bedrijven vrijkomt. Integratie biedt dan mogelijke financiële voordelen. Tevens kan het totale energiegebruik lager zijn, wat leidt tot lagere milieulasten en opnieuw tot kostenbeperking. Op basis van een nadere analyse van de energievraag zijn de integratiemogelijkheden verder onderzocht.

Voor de grootste bedrijven die nu op het bedrijventerrein Zuidwenk zijn gevestigd, is gekeken naar de te verwachten energievraag van deze bedrijven ná een verhuizing naar Haarbrug Zuid, mede op basis van het huidige gebruik en de verwachte ontwikkelingen daarin na verhuizing.

Uit de rapportage blijkt dat de energiebehoefte van Haarbrug-Zuid vele malen kleiner is dan de mogelijke capaciteit van de visafvalvergister (elders in Bunschoten). Er is dus een mogelijkheid extra energie buiten het nieuwe bedrijventerrein te benutten.

Verschillende concepten zijn vergeleken, waarbij met name het benutten van groen gas als beste mogelijkheid naar voren komt.

Benutten van groengas

De kern van een centraal energiesysteem is een WKK-installatie (warmte-krachtkoppeling) die elektriciteit en warmte levert op basis van groen gas.

Een mogelijkheid is op Haarbrug-Zuid een WKK neer te zetten. Deze kan gevoed worden met groen gas. In het rapport wordt uitgegaan van vergisting en opwerking van groengas op een andere locatie in Bunschoten.

Het is mogelijk de groengas WKK in te zetten voor:

  • Warmtevraag Haarbrug-Zuid, o.a.
  • Ruimteverwarming
  • Absorptiekoeling in centraal koelhuis
  • Warmtelevering aan nieuwe woonwijk Rengerswetering
  • Electriciteitsvraag vries/koelruimtes

Verder schept de beschikbaarheid van Groen gas de mogelijkheid om dit om te zetten naar LBG (Liquid Bio Gas) dat verkocht kan worden via een tankstation, bijvoorbeeld voor de vrachtauto's van bedrijven die zich op Haarbrug-Zuid vestigen.

Conclusie

Uit de studie blijkt dat alle concepten die uitgaan van groengas voor extra inkomsten kunnen zorgen. Uit de resultaten blijkt ook dat door benutten van groengas in een WKK er extra milieuvoordelen of hogere CO2-reducties kunnen worden behaald ten opzichte van de andere energieconcepten.

Daarbij dient wel gerealiseerd te worden dat aanzienlijke aanpassingen en bijbehorende investeringen nodig zijn, omdat bedrijven niet individueel maar collectief een installatie zouden hebben voor warmte en koeling. Voor het woongebied Rengerswetering zou een warmteleiding en distributienet aangelegd moeten worden. Verder blijkt dat indien er initiatieven komen om te rijden op LBG, dit kan worden gerealiseerd voor Haarbrug-Zuid. Belangrijke kanttekening bij de resultaten is wel dat er nog geen rekening gehouden is met de kosten van het aanpassen van auto's en vrachtwagens.

Het energieconcept zal op basis van het voorliggende onderzoek verder uitgewerkt moeten worden.

Het is van belang om het gesprek met de andere grote bedrijven en met vertegenwoordigers van de kleine bedrijven voort te zetten over een integratie van energie(vragende)-systemen op Haarbrug-Zuid, mede op basis van een WKK op basis van groen gas.

Het opstarten van de bestemmingsplanprocedure hoeft niet te wachten op nadere uitwerking van het energiesysteem. Deze uitwerking kan parallel aan de doorlooptijd van de RO-procedure plaatsvinden.

Duurzame maatregelen Haarbrug-Zuid

In eerste instantie is een groslijst gemaakt van mogelijke duurzaamheidsmaatregelen, mede op basis van het stedenbouwkundig plan en het concept van het voorontwerpbestemmingsplan. Deze groslijst is besproken met provincie en gemeente, en daarop zijn aanvullingen toegevoegd.

In deze groslijst zijn de maatregelen verdeeld over een aantal thema's:

  • water en waterveiligheid;
  • werkklimaat;
  • energie/CO2-reductie;
  • economie en infrastructuur;
  • natuur en landschap.

Water en veiligheid

In de plannen is al rekening gehouden met de volgende maatregelen:

  • stedelijk water als buffer voor lokale neerslag;
  • indien het regenwater van de daken naar het oppervlaktewater wordt afgevoerd, of in de bodem geïnfiltreerd wordt, mag er geen gebruik worden gemaakt van uitlogende materialen, zoals koper, lood en zink, voor dak- gevelbekleding en goten;
  • voor het plangebied is uitgegaan van een afkoppeling van het hemelwater (HWA), zowel van de openbare weg als van de bebouwing, dit zal worden geïnfiltreerd of geloosd op het oppervlaktewater;
  • doelstelling is om minimaal 60% van het verharde oppervlak niet aan te koppelen. Voor de riolering wordt uitgegaan van de aanleg van een gescheiden stelsel;
  • extra water: Verbreding van water langs Amersfoortseweg en aan de zuid- en oostzijde van het terrein;
  • natuurvriendelijke oevers;
  • scheiding schoon en vuil water in oppervlaktewater systeem.

Naar aanleiding van het onderzoek is er geen aanleiding om in het bestemmingsplan maatregelen toe te voegen.

werkklimaat

In de plannen is al rekening gehouden met de volgende maatregelen:

  • wandelpad langs randen voor een wandeling tijdens de lunch.

Naar aanleiding van het onderzoek is er geen aanleiding om in het bestemmingsplan maatregelen toe te voegen.

energie/CO2-reductie

Hiervoor zijn geen specifieke maatregelen opgenomen in de plannen.

In het rapport wordt geadviseerd de volgende maatregel op te nemen:

  • Positieve ruimte voor de productie van groen gas.In het concept van het voorontwerpbestemmingsplan is (vis)afvalverwerking (voor energie opwekking) alleen mogelijk na een vrijstelling door B&W. Door een deel van het gebied positief te bestemmen voor de productie van groen gas wordt de vestiging van een (vis) afvalverwerker Haarbrug-Zuid verder gestimuleerd.
  • Een afvalverwerker vergt echter een zorgvuldige inpassing in het bedrijventerrein. Daarom is er voor gekozen dit via een afwijkingsmogelijkheid mogelijk te maken en ongewenste onderlinge hinder van bedrijven te voorkomen. Op deze manier houdt de gemeente invloed op de locatie van de eventuele komst van een afvalverwerker en kan deze optimaal gelokaliseerd worden. Daarom wordt ervoor gekozen de mogelijke vestiging via een afwijkingsmogelijkheid te handhaven.

  • Centrale vries- en koelvoorziening
    Realisatie van een centrale vries- en koelvoorziening is in het bestemmingsplan mogelijk. Voorgesteld wordt om het gebied waarbinnen dergelijke functies een plek kunnen vinden te beperken tot de centrale zone van het terrein. Verdere ontwikkeling van dit concept moet met de meest betrokken bedrijven plaatsvinden.
    Er wordt in het bestemmingsplan gekozen om de precieze locatie niet planologisch vast te leggen. Zo kan het meest flexibel omgegaan worden met de uitgifte van de gronden. Op dit moment is nog te weinig inzicht in de uitgifte, waardoor de gemeente maximale flexibiliteit prefereert om zo tot een optimale uitgifte te kunnen komen.

  • Stimuleren zonne-energie;
    Daken met zonnepanelen dragen bij aan de uitstraling (duurzaam, modern) van het terrein. Zonnepanelen kunnen buiten beschouwing worden gelaten bij bepalen dakhoogte in bestemmingsplan. In de regels van het voorontwerp is niet expliciet opgenomen dat zonnepanelen niet mee hoeven te tellen bij de toetsing op de maximale bouwhoogte. Om onnodige discussie en onzekerheid hierover in een later stadium te voorkomen zijn de regels daarom aangevuld.
  • Stimuleren windenergie
    Toepassing van windenergie kan bijdragen aan de duurzame uitstraling van het bedrijventerrein. Voorgesteld wordt een regel op te nemen voor kleine windmolens op de daken, vergelijkbaar met hetgeen hierboven voor zonnepanelen is aangegeven. Dit voorstel wordt overgenomen, de regels van het bestemmingsplan zijn aangevuld met een regeling omtrent kleine windmolens op het dak.

Economie en infrastructuur

In de plannen is al rekening gehouden met de volgende maatregelen:

  • Overzichtelijke, veilige hoeken in het stratenpatroon;
  • Rekening houden met toekomstige opwaardering Amersfoortseweg;
  • Aparte toegang voor langzaam verkeer;
  • In maatvoering van de weg is rekening gehouden met een fietspad;
  • Langs alle wegen ligt aan 1 zijde een gescheiden voetpad;
  • Ruimte parkeren intensief gebruikt door toepassing parkeerdek / parkeren op het dak of verdiept parkeren.

Naar aanleiding van het onderzoek is er geen aanleiding om in het bestemmingsplan maatregelen toe te voegen.

Natuur en Landschap

In de plannen is al rekening gehouden met de volgende maatregelen:

  • Eilanden aan oostzijde maken onderdeel uit van ecologische structuur;
  • Gebiedseigen beplanting van wilg, es en els;
  • Lichtplan voorkomt hinder voor omliggend gebied;
  • Aanbevelingen voor beperken schade voor planten en dieren in aanlegfase;
  • Intensief ruimtegebruik parkeren;
  • Zorgvuldige overgang naar nationaal landschap Arkemheen/Eemland, Laakzone;
  • Doorwerking landschapsstructuur in plan (bomenrijen, verkaveling);
  • Natuurlijk eilandenrijk Laakzone langs Haarbrug(-Noord);
  • Natuurlijke oevers;
  • Meervoudig ruimtegebruik, stapelen van functies;
  • Opgaande begroeiing langs randen;

Naar aanleiding van het onderzoek is er geen aanleiding om in het bestemmingsplan maatregelen toe te voegen.

Maatregelen via Parkmanagement

Mogelijkheden die buiten het kader van het bestemmingsplan vallen, maar die mee kunnen worden genomen in het kader van Parkmanagement betreffen:

  • uitvoeren veiligheidseffectrapportage;
  • gezamenlijke beveiliging, evt. bedrijfsbrandweer;
  • gezamenlijke data-, ICT- en telefoonvoorzieningen;
  • stimuleren energiemaatregelen op gebouw niveau, bijvoorbeeld suntrackers/daglicht systemen;
  • zuinig lichtplan, bijvoorbeeld met LED verlichting;
  • gebundeld vervoer coördineren met goederenstroommodel. Systeem waarmee bedrijven samen vervoer organiseren als goederen dezelfde kant op moeten;
  • gezamenlijke flexibele kantoorvoorzieningen;
  • gezamenlijk tankstation en gezamenlijke onderhoudswerkplaatsen;
  • collectieve afvalverwerking en ondergrondse collectieve opslag afval;
  • oplader elektrische voertuigen;
  • duurzame inkoop;
  • duurzaam onderhoud.

Maatregelen via gronduitgifte

Mogelijkheden die buiten het kader van het bestemmingsplan vallen, maar die mee kunnen worden genomen in het kader van gronduitgifte betreffen:

  • groene daken voor koeler werkklimaat (ook CO2-reductie);
  • GPR-eis hanteren;
  • goede fietsparkeervoorzieningen (ook dicht bij ingang gebouwen).

Conclusie

Geconstateerd is dat het plan op een groot aantal aspecten up to date is ten aanzien van de aandacht voor duurzaamheid. Opstarten van de RO-procedure hoeft niet te wachten op besluitvorming over de mogelijk nog op te nemen maatregelen. Deze kunnen ook in de fase van het ontwerpbestemmingsplan worden toegevoegd.

Veel maatregelen lenen zich niet voor het vastleggen in het bestemmingsplan. Mogelijkheden om hier wel invulling aan te geven liggen ondermeer in het parkmanagement en in voorlichting aan en communicatie met ondernemers. In de rapportage zijn aandachtspunten voor het parkmanagement aangegeven.