direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Haarbrug Zuid
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.HaarbrugZuid1200-0201

3.4 Gemeentelijk beleid

Toekomstvisie Bunschoten 2015 (gemeentelijke structuurvisie)

De Toekomstvisie Bunschoten 2015 dateert uit 2001. In 2009 is de Toekomstvisie hernieuwd vastgesteld door de gemeenteraad als structuurvisie, zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Daarbij is geen aanleiding gevonden om de toekomstvisie inhoudelijk te actualiseren, aangezien er geen wezenlijke wijzigingen in het ruimtelijk beleid aan de orde waren.

De Toekomstvisie omvat een integrale visie voor het grondgebied van de gemeente. In 1998 is de landschapsontwikkelingsvisie Bunschoten door de gemeenteraad vastgesteld. Daarop is in 1999 gestart met het uitvoeren van onderzoeken naar de gewenste ontwikkeling van werken, wonen, recreatie en voorzieningen. De bevindingen zijn samengevat in het rapport "Toekomstvisie Bunschoten 2015". Om de gemeente leefbaar te houden wordt een groei geambieerd tot ca. 23.000 inwoners in 2015 (1-1-2002: ca. 19.360). Dit om het huidige voorzieningenniveau in ieder geval in stand te houden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0313.HaarbrugZuid1200-0201_0015.png"

Toekomstvisie Bunschoten 2015

In de nota is berekend, dat er tot 2015 minstens 20 hectare bedrijventerrein bij moet komen, om zo de eigen bevolking binnen de gemeentegrenzen aan het werk te kunnen houden. Hierbij is uitgegaan van 12 ha. ten behoeve van de autonome ontwikkeling van de eigen bedrijven en nog eens 5 à 12 ha. voor nieuwe bedrijven. Daarnaast wil de gemeente verplaatsing mogelijk maken van enkele grote bedrijven uit o.a "De Zuidwenk" naar de zuidelijke bedrijventerreinen. De ligging van de Zuidwenk is zodanig dat binnen de kern verkeershinder en milieuhinder ontstaat (onder andere op de Oostelijke Randweg). De Zuidwenk kan vervolgens worden heringericht als nieuw woongebied.

Met betrekking tot het vestigingsbeleid is gesteld, dat bestaande bedrijven en bedrijven die bijdragen aan een hoogwaardige werkgelegenheid voorrang moeten krijgen. De gemeente voert een actief beleid om een grotere variatie in de bedrijvigheid te stimuleren, hierbij echter niet de traditionele bedrijfstakken (visserij en landbouw) uit het oog verliezend. Arbeidsintensieve bedrijven met een beperkte ruimtevraag genieten de voorkeur. Om dit te verwezenlijken moet gezorgd worden voor een goede bereikbaarheid van bedrijventerreinen, ook met het openbaar vervoer, en worden nieuwe uitbreidingen voornamelijk aan de zuidzijde van de bebouwde kom gerealiseerd (mede ter vervanging van het huidige "Zuidwenk").

Groenstructuurvisie 2005-2015

Essentieel bij de behoud, versterking en aanvulling van de groenstructuur is integrale planvorming. De groenvisie moet verwerkt worden in de (nieuwe) bestemmingsplannen. In de Toekomstvisie 2015 is de groenstructuur reeds aangegeven. Deze moet in het uitwerkingsproces bewaakt worden. Wanneer de functionele en ruimtelijke bouwstenen van de openbare ruimte in harmonie ontworpen worden ontstaat er een evenwichtige situatie die duurzaam in stand te houden is.

In de bedrijventerreinen die in het kader van de Toekomstvisie 2015 ontwikkeld worden, moet groen een prominentere rol gaan spelen. Hiervoor moet stedenbouwkundig anders gedimensioneerd worden. De voorkeur gaat uit naar een 'groene' reservering in het bestemmingplan.

In de Toekomstvisie wordt het industrieterrein aan de zuidzijde van Bunschoten uitgebreid. Deze moet omgeven worden met een groengordel van minimaal 30 meter breed, die tevens gebruikt kan worden voor 'pauzewandeling' van werknemers. Mogelijk is een dergelijke zone een aanvulling op ideeën voor een wandel- en fietsroute om Bunschoten.

Nota Milieubeleid 2011-2014

Voor de komende periode is het milieubeleid van de gemeente Bunschoten geactualiseerd. Hiervoor is de Nota Milieubeleid 2011-2014 opgesteld. Aanleiding voor het opstellen van de nota is het verstrijken van de planperiode van de Nota Milieubeleid gemeente Bunschoten, Leven in een omgeving met kwaliteit (2006-2009) en het bijbehorende programma. Verder zijn de vele nieuwe beleidsontwikkelingen op milieugebied aanleiding om het gemeentelijke milieubeleid te actualiseren. Gezien de goede ervaringen met de Nota Milieubeleid 2006-2009 is besloten geen geheel nieuwe nota op te stellen, maar te komen tot een actualisering. Het huidige omgevingsgerichte milieubeleid wordt voortgezet. Daarbij zijn verworvenheden en lessen uit de voorgaande planperiode, samen met de actuele ontwikkelingen in het milieubeleid, leidend voor de actualisatie. Uitgangspunt is te komen tot een realistisch plan met een op de gemeente afgestemd ambitieniveau. Naast de Nota Milieubeleid wordt ook het milieuprogramma voor de periode 2011-2014 geactualiseerd.

Waterplan Bunschoten

Het waterplan is opgesteld door de gemeente Bunschoten, Waterschap Vallei en Eem en drinkwaterbedrijf Hydron. Zij zijn de participanten van het waterplan.

Doel van het waterplan is het vastleggen van een integrale visie en daarop gebaseerde maatregelen, om de gebruikswaarde en belevingswaarde van het water te verhogen. Door een verantwoord gebruik en duurzame ontwikkeling van het water kan men in de toekomst blijven beschikken over de voordelen van een gezond watersysteem. Dit sluit aan bij en versterkt het beleid voor duurzame ontwikkeling zoals verwoord in de Toekomstvisie Bunschoten 2015, het Landschapsontwikkelingsplan en het gemeentelijk Milieubeleidsplan.

In het waterplan worden alle onderdelen van het watersysteem en de waterketen meegenomen. Hieronder vallen alle oppervlaktewateren in Bunschoten, het grondwater, drinkwater (winning en distributie) riolering en zuivering (rwzi), Daarnaast heeft een deel van het waterplan betrekking op de organisatie van het waterbeheer door de participanten.

Nota Erfgoedbeleid

De nota voor het Erfgoedbeleid is opgesteld om een beleid te ontwikkelen dat moet zorgen voor een zorgvuldige omgang met het plaatselijke erfgoed. De nota omvat de gehele (gebouwde) omgeving, met inbegrip van archeologische waarden en van varende monumenten.

De nota Erfgoedbeleid is een beleidsstuk waarin de hoofdlijnen voor het beleid met betrekking tot het erfgoed zijn vastgelegd. De doelstelling voor dit beleid is:

'Het erfgoedbeleid is gericht op een lange termijn visie en op een integraal beleid om historisch waardevolle zaken te behouden (door rekening te houden met ontwikkelingen) voor volgende generaties om daarmee de identiteit en het historisch besef van de samenleving te versterken.'

Deze doelstelling is nader uitgewerkt in drie subdoelen:

  • een situatie waarbij zoveel mogelijk cultuurhistorische waarden bekend zijn;
  • het voeren van een integraal gemeentelijk beleid, waarbij er aandacht is voor cultuurhistorische waarden bij beheer en inrichting van de openbare ruimte en bij ruimtelijke planvorming (structuurvisies en bestemmingsplannen);
  • het zowel intern als extern uitdragen van het beleid met betrekking tot cultuurhistorische waarden om zo de eigen cultuurhistorische identiteit te versterken.

Door het vaststellen van de nota is o.a. besloten tot:

  • het voeren van een erfgoedbeleid dat stimulerend en financieel haalbaar is en zich niet alleen richt op de gebouwde omgeving, maar ook op het behoud van karakteristieke elementen in het landschap, historische structuren en historisch groen;
  • het handhaven van historische karakteristieken van de bebouwing;
  • het laten maken van redegevende beschrijvingen van de geselecteerde panden;
  • het in kaart brengen van historisch waardevolle bomen in een 'Beschermdocument voor Waardevolle Houtopstanden';
  • het opstellen van een Cultuurhistorische Waardenkaart;
  • het creëren van een draagvlak voor het erfgoedbeleid;
  • het voeren van een integraal erfgoedbeleid;
  • het op een planmatige wijze blijven onderhouden van rijksmonumenten en beeldbepalende panden;
  • bij ontwikkelen van ruimtelijke plannen worden de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) als uitgangspunt gebruikt.

Welstandsnota

De gemeenteraad heeft de welstandsnota vastgesteld. In deze nota zijn de kenmerken en hoofdlijnen van beleid geformuleerd. Deze zijn met name van toepassing op het bestaand stedelijk gebied. Voor nieuwe stedelijke gebieden zullen in de bestemmingsplannen afzonderlijke regels worden opgesteld, welke later eventueel worden toegevoegd aan de welstandsnota.

Duurzaam bouwen

In 1996 heeft de gemeente Bunschoten reeds in het beleidsplan "Duurzaam bouwen" haar ambities op het gebied van duurzaam bouwen vastgelegd. In de jaren tot 2007 heeft de gemeente hieraan gestalte gegeven door middel van een regionaal Convenant Duurzaam Bouwen en het volgen van het Nationaal Pakket Duurzame Woningbouw.

In 2007 heeft het college met betrekking tot duurzaam bouwen onder andere besloten een aanscherping van het EPC met 5 - 10 % te ambiëren.

Binnen de gemeente zijn er ervaringen met duurzame energiebronnen, waaronder het gebruik van warmtepompen bij 46 nieuwbouwwoningen in de wijk Koenraadswetering. Daarnaast kiezen bedrijven ook vaker voor de toepassing van koude/warmteopslag. De provincie Utrecht stimuleert dit en heeft de toepassing van koude/warmteopslag als belangrijke pijler in hun energiebesparingsbeleid opgenomen.

Om duurzaam bouwen te integreren in een bouwplan is het van belang dat dubo-maatregelen al vroeg in het plan proces worden meegenomen. In bepaalde gevallen, waaronder energieopslag in de bodem, dient een vergunning aangevraagd te worden bij de provincie. De procedure hiervan neemt minstens zes maanden in beslag.

Conclusie

Bovenstaande nota's vormen het beleidskader vanuit de gemeente. Het bestemmingsplan is binnen dit kader opgesteld. Het bestemmingsplan is dus in overeenstemming met het gemeentelijke beleid. Waar nodig zijn aspecten, die raken aan het gemeentelijke beleid, verder onderzocht en uitgewerkt in hoofdstuk 5.