direct naar inhoud van Artikel 20 Algemene wijzigingsregels
Plan: Vinkenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0312.bpBNKvinkenburg-va01

Artikel 20 Algemene wijzigingsregels

20.1 Wijziging naar andere bestemming van voormalig agrarisch bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in de artikelen:

3 Agrarisch en

4 Agrarisch met waarden - Landschap

geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd, de bestemming binnen dat bouwvlak wijzigen in één van de in lid 20.1.1 tot en met lid 20.1.7 genoemde bestemmingen, met inachtneming van de in de betreffende leden aangegeven bepalingen; bij wijziging wordt tegelijkertijd het bouwvlak verwijderd.

20.1.1 Wijziging naar de bestemming Wonen: bestaande woning(en)

Wijziging naar de bestemming 'Wonen' met één woning, respectievelijk het bestaande aantal woningen, mits:

  • a. ter plaatse van en aansluitend aan de bestaande woning of woningen de gronden worden aangewezen met de bestemming 'Wonen' als bedoeld in Artikel 8;
  • b. de overige gronden binnen het voormalige bouwvlak de betreffende, respectievelijk aangrenzende agrarische bestemming behouden;
  • c. het bepaalde in Artikel 8 (Wonen) van overeenkomstige toepassing wordt verklaard;
  • d. elke wijziging in elk geval alle woonruimten binnen het betreffende bouwvlak omvat;
  • e. de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen worden gesloopt met uitzondering van voormalige bedrijfsgebouwen, die als bijbehorende bouwwerken bij de woning(en) worden aangemerkt en, gezien de oppervlaktebepalingen ter zake in Artikel 8 (Wonen), als zodanig mogen worden aangemerkt;
  • f. de agrarische gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bebouwing door de wijziging niet onevenredig worden aangetast;
  • g. het aantal woningen binnen elk bouwvlak niet wordt vergroot;
  • h. het deel van het bouwvlak dat niet gaat behoren tot het erf en/of tuin bij de woning(en) behoudt de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap', mits voor dit deel eveneens het bouwvlak verwijderd wordt.

20.1.2 Wijziging naar de bestemming Wonen: extra woningen in voormalige boerderij

Wijziging naar de bestemming Wonen met extra woningen in een voormalige boerderij, mits:

  • a. in afwijking van het bepaalde in lid 20.1.1 onder g, zijn uitsluitend binnen de aaneengesloten bebouwing van een voormalige boerderij, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte, extra woningen toegestaan, mits:
    • 1. de betreffende boerderij een inhoud heeft die groter is dan 800 m³;
    • 2. de inhoud van elke woning ten minste 400 m³ bedraagt;
    • 3. er maximaal 2 extra woningen worden gerealiseerd;
    • 4. dat duidelijk bijdraagt aan de instandhouding van de betreffende bebouwing, en
    • 5. vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak de overige voormalige bedrijfsgebouwen, niet zijnde monumenten, worden gesloopt, met uitzondering van voormalige bedrijfsgebouwen, die als bijbehorende bouwwerken bij de woningen worden aangemerkt en, gezien de oppervlaktebepalingen ter zake in Artikel 8 (Wonen), als zodanig mogen worden aangemerkt.
  • b. het bepaalde in Artikel 8 (Wonen) van overeenkomstige toepassing wordt verklaard, met dien verstande dat in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.2, onder a, van dat artikel, de totale inhoud van de bestaande woonruimte plus de extra woningen zoveel mag bedragen als de totale inhoud van de hiervoor onder a bedoelde aaneengesloten bebouwing;
  • c. op geen van de gevels van de extra woningen bij voltooiing, de geluidsbelasting de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijdt;
  • d. wordt voldaan aan de bepalingen zoals genoemd in lid 20.1.1 onder a, b, d en f;
  • e. het deel van het bouwvlak dat niet gaat behoren tot het erf en/of tuin bij de woning(en) behoudt de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap', mits voor dit deel eveneens het bouwvlak verwijderd wordt.

20.1.3 Wijziging naar de bestemming Wonen: grotere inhoud woning in voormalige boerderij

Wijziging naar de bestemming 'Wonen' met een grotere inhoud van een woning in een voormalige boerderij, mits:

  • a. uitsluitend binnen de aaneengesloten bebouwing van een voormalige boerderij, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte, mag de inhoud van de woonruimte worden vergroot tot de totale inhoud van die aaneengesloten bebouwing, mits:
    • 1. één en ander duidelijk bijdraagt aan de instandhouding van de betreffende bebouwing, en
    • 2. vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak de overige voormalige bedrijfsgebouwen, niet zijnde monumenten, worden gesloopt, met uitzondering van voormalige bedrijfsgebouwen, die als bijbehorende bouwwerken bij de woning worden aangemerkt en, gezien de oppervlaktebepalingen ter zake in Artikel 8 (Wonen), als zodanig mogen worden aangemerkt.
  • b. wordt voldaan aan de bepalingen zoals genoemd in lid 20.1.1 onder a, b, c, d en f;
  • c. het deel van het bouwvlak dat niet gaat behoren tot het erf en/of tuin bij de woning(en) behoudt de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap', mits voor dit deel eveneens het bouwvlak verwijderd wordt.

20.1.4 Wijziging naar de bestemming Wonen: één extra vrijstaande woning toegestaan

Wijziging naar de bestemming 'Wonen' met de realisatie van één extra vrijstaande woning (Ruimte voor Ruimte-regeling), mits:

  • a. in afwijking van het bepaalde in lid 20.1.1 onder g, is op de gronden binnen een voormalig agrarisch bouwvlak één extra vrijstaande woning toegestaan, mits vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak de overige voormalige bedrijfsgebouwen, niet zijnde monumenten, worden gesloopt, met een minimum van 1000 m², met uitzondering van voormalige bedrijfsgebouwen, die als bijbehorende bouwwerken bij de woningen worden aangemerkt en, gezien de oppervlaktebepalingen ter zake in Artikel 8 (Wonen), als zodanig mogen worden aangemerkt;
  • b. ter plaatse van en aansluitend aan de bestaande woning en de extra woning de gronden worden aangewezen met de bestemming Wonen als bedoeld in Artikel 8;
  • c. wordt voldaan aan de bepalingen zoals genoemd in lid 20.1.1 onder b, c, d en f;
  • d. wordt voldaan aan de bepaling zoals genoemd in lid 20.1.2 onder c;
  • e. het deel van het bouwvlak dat niet gaat behoren tot het erf en/of tuin bij de woning(en) behoudt de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap', mits voor dit deel eveneens het bouwvlak verwijderd wordt.

20.1.5 Wijziging naar de bestemming Bedrijf

Wijziging naar de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van niet-agrarische bedrijven, mits:

  • a. ten behoeve van elk bedrijf ten hoogste de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande bebouwing en de direct daaraan grenzende gronden binnen het betreffende, voormalige bouwvlak als 'Bedrijf' als bedoeld in Bijlage 2 worden aangewezen;
  • b. de onder a bedoelde gronden nader worden bestemd voor de hierna bedoelde functies en voorzieningen, met binnen de bestaande bebouwing ten hoogste de daarbij aangegeven vloeroppervlakte:
    • 1. zakelijke dienstverlening, zoals een adviesbureau, tot 500 m²;
    • 2. ambachtelijke landbouwproducten verwerkende bedrijven, zoals een palingrokerij, wijnmakerij, zuivelmakerij, slachterij, imkerij, tot 700 m²;
    • 3. ambachtelijke bedrijven, zoals een dakdekker, rietdekker, schildersbedrijf, meubelmaker, tot 500 m²;
    • 4. landbouw verwante bedrijven, tot 700 m²;
    • 5. opslag- en stallingsbedrijven, tot 1200 m²;
    • 6. dan wel bedrijven, die in ruimtelijk opzicht daarmee gelijk kunnen worden gesteld, tot 500 m².
  • c. het bepaalde in het artikel 'Bedrijf' in Bijlage 2 van overeenkomstige toepassing wordt verklaard;
  • d. de goothoogte en de bouwhoogte van gebouwen en het totaal aantal woningen binnen het voormalige bouwvlak niet meer bedragen dan de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande situatie, met dien verstande dat:
    • 1. van de gezamenlijke oppervlakte van de op dat tijdstip bestaande bedrijfsgebouwen ten minste 50% dient te worden gesloopt;
    • 2. het bepaalde onder 1 niet van toepassing is op bedrijfsgebouwen met aangetoonde cultuurhistorische waarden;
  • e. ten behoeve van het bedrijf wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein waarbij voldaan dient te worden aan de geldende Nota Parkeernormen;
  • f. de bedrijfsactiviteiten:
    • 1. de agrarische functie van omliggende, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing niet onevenredig aantasten,
    • 2. niet leiden tot een onevenredige aantasting van het landschap en het natuurlijk milieu van de omgeving, waarin het betreffende bedrijf voorkomt,
    • 3. geen wezenlijke wijziging van de uiterlijke verschijningsvorm van de betreffende bebouwing inhouden,
    • 4. geen opslag van goederen in de open lucht inhouden of met zich meebrengen, en
    • 5. in vergelijking met het voormalige, agrarische gebruik geen onevenredig grotere verkeersbelasting of onevenredige vermindering van de verkeersveiligheid op aangrenzende wegen en paden met zich meebrengen;
  • g. het deel van het bouwvlak dat niet gaat behoren tot het bedrijfsterrein behoudt de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap', mits voor dit deel eveneens het bouwvlak verwijderd wordt.

20.1.6 Wijziging naar de bestemming Recreatie

Wijziging naar de bestemming 'Recreatie' ten behoeve van recreatieve voorzieningen, mits:

  • a. ten behoeve van elke recreatieve voorziening ten hoogste de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande bebouwing en de direct daaraan grenzende gronden binnen het betreffende bouwvlak als 'Recreatie' als bedoeld in Bijlage 2 wordt aangewezen;
  • b. de onder a bedoelde bebouwing en gronden nader worden bestemd voor kampeerboerderij, vakantie-appartementen, kampeerterrein of daarmee gelijk te stellen recreatieve voorzieningen, met dien verstande dat vakantie-appartementen uitsluitend zijn toegestaan binnen de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande gebouwen.
  • c. het bepaalde in het artikel 'Recreatie' in Bijlage 2 van overeenkomstige toepassing wordt verklaard;
  • d. wordt voldaan aan het bepaalde in lid 20.1.5, onder d, e en f, waarbij in deze bepalingen in plaats van het woord “bedrijf” het woord “recreatieve voorziening” gelezen dient te worden;
  • e. het deel van het bouwvlak dat niet gaat behoren tot het terrein voor recreatieve voorzieningen behoudt de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap', mits voor dit deel eveneens het bouwvlak verwijderd wordt.

20.1.7 Wijziging naar de bestemming Maatschappelijk

Wijziging naar de bestemming 'Maatschappelijk' ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, mits:

  • a. ten behoeve van elke maatschappelijke voorziening ten hoogste de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande bebouwing en de direct daaraan grenzende gronden binnen het betreffende bouwvlak als 'Maatschappelijk' als bedoeld in Bijlage 2 wordt aangewezen;
  • b. de onder a bedoelde bebouwing en gronden nader worden bestemd als zorgboerderij, jeugdherberg, bezinningscentrum, sociale en medische dienstverlening, zoals een kinderdagverblijf, dierenkliniek, artsenpraktijk of daarmee gelijk te stellen maatschappelijke voorzieningen. Niet toegestaan is een wijziging naar de functies gemaal, molen of begraafplaats.
  • c. het bepaalde in het artikel 'Maatschappelijk' in Bijlage 2 van overeenkomstige toepassing wordt verklaard;
  • d. wordt voldaan aan het bepaalde in lid 20.1.5, onder d, e en f, waarbij in deze bepalingen in plaats van het woord “bedrijf” het woord “maatschappelijke voorziening” gelezen dient te worden;
  • e. het deel van het bouwvlak dat niet gaat behoren tot het terrein voor maatschappelijke voorzieningen behoudt de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschap', mits voor dit deel eveneens het bouwvlak verwijderd wordt.
20.2 Wijziging van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen naar bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen, indien is komen vast te staan dat in gebouwen die redelijkerwijs kunnen worden aangemerkt als voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, geen agrarische bedrijfsactiviteiten meer plaatsvinden en er sprake is van algehele bedrijfsbeëindiging, de bestemming van de gronden ter plaatse van die gebouwen wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' mits:

  • a. ten behoeve van elk bedrijf ten hoogste de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande voormalige agrarische bedrijfsgebouwen en de direct daaraan grenzende gronden als 'Bedrijf' als bedoeld in Bijlage 2 worden aangewezen;
  • b. de onder a bedoelde gronden nader worden bestemd voor de hierna bedoelde functies en voorzieningen, met binnen de bestaande bebouwing ten hoogste de daarbij aangegeven vloeroppervlakte:
    • 1. zakelijke dienstverlening, zoals een adviesbureau, tot 500 m²;
    • 2. ambachtelijke landbouwproducten verwerkende bedrijven, zoals een palingrokerij, wijnmakerij, zuivelmakerij, slachterij, imkerij, tot 700 m²;
    • 3. ambachtelijke bedrijven, zoals een dakdekker, rietdekker, schildersbedrijf, meubelmaker, tot 500 m²;
    • 4. landbouw verwante bedrijven, tot 700 m²;
    • 5. opslag- en stallingsbedrijven, tot 1200 m²;
    • 6. dan wel bedrijven, die in ruimtelijk opzicht daarmee gelijk kunnen worden gesteld, tot 500 m².
  • c. het bepaalde in het artikel 'Bedrijf' Bijlage 2 van overeenkomstige toepassing wordt verklaard, met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
  • d. de goothoogte en de bouwhoogte van gebouwen binnen het voormalige bouwvlak of bestemmingsvlak niet meer bedragen dan de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande situatie, met dien verstande dat:
    • 1. van de gezamenlijke oppervlakte van de op dat tijdstip bestaande bedrijfsgebouwen ten minste 50% dient te worden gesloopt;
    • 2. het bepaalde onder 1 niet van toepassing is op bedrijfsgebouwen met aangetoonde cultuurhistorische waarden;
  • e. ten behoeve van het bedrijf wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein waarbij voldaan dient te worden aan de geldende Nota Parkeernormen;
  • f. de bedrijfsactiviteiten:
    • 1. de agrarische functie van omliggende, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing niet onevenredig aantasten,
    • 2. niet leiden tot een onevenredige aantasting van het landschap en het natuurlijk milieu van de omgeving, waarin het betreffende bedrijf voorkomt,
    • 3. geen wezenlijke wijziging van de uiterlijke verschijningsvorm van de betreffende bebouwing inhouden,
    • 4. geen opslag van goederen in de open lucht inhouden of met zich meebrengen, en
    • 5. in vergelijking met het voormalige, agrarische gebruik geen onevenredig grotere verkeersbelasting of onevenredige vermindering van de verkeersveiligheid op aangrenzende wegen en paden met zich meebrengen.
20.3 Algemene wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de ligging van grenzen van bestemmingsvlakken en aanduidingen wijzigen zodanig dat:

  • a. de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot, en
  • b. geen van de grenzen met meer dan 10 meter wordt verschoven.