direct naar inhoud van Artikel 10 Leiding - Water
Plan: Fort bij Vechten
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0312.bpBNKfortvechten-oh01

Artikel 10 Leiding - Water

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterleiding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming Leiding - Water voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

10.2.1 Verbod

Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor Leiding - Water mede bestemde gronden.

10.2.2 Uitzonderingen

Het onder 10.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bebouwing ten behoeve van de waterleiding met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 10.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de leiding en de betreffende leidingbeheerder daarover heeft geadviseerd.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.4.1 Verbod

Het is verboden om op de voor Leiding - Water aangewezen gronden zonder of in afwijking van een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' van het bevoegde gezag, de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het afgraven of ophogen van gronden;
  • b. het egaliseren van gronden;
  • c. het beplanten met diepwortelende beplanting;
  • d. het vellen, rooien van bomen en andere houtopstanden;
  • e. aanleggen van onder- en/of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en de daarmee verband houdende constructies en/of installaties.

10.4.2 Uitzonderingen

Het in 10.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden;
  • b. noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerking treding van dit plan.

10.4.3 Toetsingscriteria

De in 10.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:

  • a. de werken en/of werkzaamheden nodig zijn voor de realisering of handhaving van de aan de gronden gegeven bestemming, functies of waarden;
  • b. de werken en/of werkzaamheden verenigbaar zijn met de belangen van de leiding en de leidingbeheerder daarover heeft geadviseerd.