Plan: | Bedrijventerrein De Raaphof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0312.bpBNKderaaphof-va01 |
het bestemmingsplan Bedrijventerrein De Raaphof met identificatienummer NL.IMRO.0312.bpBNKderaaphof-va01.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het uitoefenen van een beroep aan huis of de beroepsmatige verlening van diensten aan huis op administratief, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen terrein, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een bedrijf dat geheel of overwegend is gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van agrarische producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met dien verstande dat onder een agrarisch bedrijf geen productiegerichte of gebruiksgerichte paardenhouderij wordt begrepen.
bouwvlak voor de bedrijfsbebouwing van een agrarisch bedrijf.
de Agrarische Beoordelingscommissie dan wel een andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van land- en tuinbouw.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
onderzoek verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen en relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het deel van het maatvoeringsvlak dat bebouwd mag worden, uitgedrukt in procenten.
het in een woning op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of voorziening.
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zoals deze luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan.
de bouwlaag van een gebouw die ter hoogte van het maaiveld is gelegen, waarop in de meeste gevallen de hoofdtoegang van het gebouw is gesitueerd, en waaronder zich een kruipruimte, kelder of souterrain kunnen bevinden.
beperkt kwetsbare objecten volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
(bedrijfs)bebouwing, inhoud, [...], bouwhoogte, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, met uitzondering van bebouwing, inhoud, [...], bouwhoogte, die weliswaar bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar is gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
het aantal woningen dat op het tijdstip van inwerkingtreden van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, met uitzondering van de woningen die zijn gebouwd zonder een omgevingsvergunning voor bouwen en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder, onderbouw, dakopbouw en/of zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde verbonden is.
een horecabedrijf dat op basis van een contract horeca-activiteiten ontplooit binnen de vestiging van de horeca-exploitant.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
een gedeelte van een gebouw, gesitueerd op de bovenste bouwlaag van een gebouw, met een oppervlakte van maximaal 60% van de oppervlakte van de bovenste bouwlaag en een afstand van minimaal 2 meter tot de voorgevel.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren (danwel soortgelijke transacties) en/of leveren van goederen, aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover het bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
een uitbouw aan een woning, die zich bevindt aan de voor- en/of zijgevels daarvan, en welke ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: grondgebonden veehouderijen, akkerbouw-, fruitteelt- en vollegrondstuinbouwbedrijven, sedumteeltbedrijven en boomteeltbedrijven, waarvan de bomen rechtstreeks in de grond zijn geplant.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat van horeca-activiteiten, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of mee te nemen worden verstrekt, waar bedrijfsmatig zaalaccommodatie wordt geëxploiteerd en/of waar bedrijfsmatig nachtverblijf wordt verstrekt. Onder horeca is hier geen speelautomatenhal begrepen.
de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening en risico het horecabedrijf wordt uitgebaat.
het bedrijfsmatig houden van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen zonder of nagenoeg zonder weidegang, dat als zodanig niet afhankelijk is van agrarische grond als productiemiddel.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden.
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 80°.
een grond- of waterkerend kunstwerk.
kwetsbare objecten volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
waarden in landschappelijk-esthetische en geomorfologische zin.
voorzieningen op het gebied van zorg- en welzijn (waaronder mede huisvesting van zorgbehoevenden wordt begrepen), volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs, verenigingsleven, opvoeding, kinderopvang, openbaar bestuur en andere openbare en sociale voorzieningen.
geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid waar volgens de regels voor bepaalde bouwwerken een zelfde maatvoering geldt.
een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet hoofdzakelijk afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Niet-grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: intensieve veehouderijen, glastuinbouwbedrijven en gebouwgebonden teeltbedrijven en kwekerijen, zoals champignonteeltbedrijven, witlofkwekerijen, nertsenkwekerijen, viskwekerijen en wormenkwekerijen.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een wand.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
aan detailhandel verwante dienstverlening, zoals reis- en uitzendbureaus, videotheken, kap- en schoonheidssalons, zonnestudio's, hypotheekwinkels, baliefuncties van banken en van andere kantoren, en andere vormen van dienstverlening met overwegend een baliefunctie; onder dienstverlening is hier geen detailhandel en geen horeca begrepen.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een agrarisch bedrijf waarbij het hoofdberoep agrarisch is, de arbeidsbehoefte minimaal een halve arbeidskracht (0,5 fte) bedraagt en de continuïteit op langere termijn verzekerd is.
een inrichting, bij welke volgens het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een lijst waarin bedrijven zijn gecategoriseerd op bedrijfstypen en milieubelasting, waarnaar in de regels wordt verwezen en die daarom deel uit maakt van deze regels.
een lijst waarin horecabedrijven zijn gecategoriseerd op bedrijfstypen en milieubelasting, waarnaar in de regels wordt verwezen en die daarom deel uit maakt van deze regels.
de bij of op de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals abri´s, afvalbakken, (ondergrondse) afvalcontainers, alarmeringsinstallaties met bijbehorende antennes, bloemen- of plantenbakken, brandkranen, draagconstructies voor reclame, fietsenrekken, gedenktekens, lichtmasten, parkeermeters, pinboxen, schakelkasten, speeltoestellen, straatverlichting, telefooncellen met bijbehorende antennes, urinoirs, verkeersborden, verkeersgeleiders, verkeerslichten, informatieborden, voorwerpen van beeldende kunst, wegbewijzering. Onder straatmeubilair worden niet begrepen verkooppunten voor motorbrandstoffen.
het vanaf een plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel (en waarvoor in afdeling 4 van de APV voorschriften zijn opgenomen).
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken op de begane grond.
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van een gebouw loopt tot aan de zijdelingse bouwperceelsgrenzen.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
iedere gevel grenzend aan de naar de openbare weg gekeerde gevel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de onderkant van de laagst gelegen vloer, de fundering niet meegerekend.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, liftschachten, hemelwaterafvoeren, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, lichtkappen/-koepels, balkons, bordessen, (brand)trappen, balkonhekken en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, met dien verstande dat overkappingen en bouwwerken voor mestopslag, sleufsilo's en andere aan een agrarisch bouwvlak gerelateerde voorzieningen niet zijn toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 en toestaan dat veldschuren en schuilgelegenheden ten behoeve van agrarische bedrijvigheid gebouwd mogen worden, mits:
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
De aanplant van fruitbomen is vanwege de spuitzone niet toegestaan binnen 30 meter rond woningen van derden in het buitengebied en terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie en binnen 50 meter rond woningen in de bebouwde kom, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het toestaan van een tijdelijke uitstalling voor de verkoop van ter plaatse voortgebrachte producten buiten bestaande gebouwen, mits:
Het is verboden om op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden de in het schema onder lid 3.6.3 benoemde werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'. De vergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de in het schema genoemde criteria.
Het in 3.6.1 genoemde verbod geldt niet voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Vergunningplichtige werken / werkzaamheden | Vergunning nodig ter plaatse van de aanduiding | Criteria voor verlening werkzaamheden | ||
'overige zone - landschapstype stroomgordel' | ||||
Bodem en water | ||||
1 | Verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van de gronden; | Nee | ||
2 | Diepploegen, zijnde het extra diep – circa 0,5 m of meer – omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd; | Nee | ||
3 | Vergraven van waterlopen, watergangen, sloten, greppels en andere waterpartijen; | Nee | ||
4 | Dempen van waterlopen, watergangen, sloten, greppels en andere waterpartijen; | Nee | ||
5 | Werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden zoals draineren, onderbemalen e.d.; | Nee | ||
Beplanting en grondgebruik | ||||
6 | Vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben; | Ja (n.v.t . op fruit -of boomteelt ) |
behoud landschapselementen | |
7 | Beplanten (met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.4.3 | Ja | behoud open landschapsbeeld | |
8 | Definitief omzetten van grasland in bouwland, anders dan ten behoeve van herinzaai, met uitzondering van de teelt van ruwvoedergewassen; | Nee | ||
9 | Aanleg kleine landschapselementen; | Ja | behoud open landschapsbeeld, erfbeplantingen toegestaan | |
10 | Bebossen | strijdig | ||
Infrastructuur en voorzieningen | ||||
11 | Aanleggen en verharden van wegen en paden en oppervlakteverhardingen groter dan 60 m² per verharding, met uitzondering van het aanleggen van kavelpaden en verhardingen ten behoeve van in- of uitritten; | Nee | ||
12 | Aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur | Nee | ||
13 | Aanleg oeverbeschoeiingen, kaden, aanlegplaatsen | Nee | ||
14 | Aanbrengen lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (voor zover het aanleggen betreft) | Nee | ||
15 | Aanbrengen hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen | strijdig |
Ja = vergunningplichtig
Nee = niet vergunningplichtig
Strijdig = niet toegestaan
De voor ' Bedrijventerrein ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
bouwwerken geen gebouw zijnde | maximale bouwhoogte |
mestplaat | 4 m |
vlaggenmasten | 8 m |
hijs- en takelinrichtingen | 10 m |
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 m |
erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn | 2 m |
pergola's, luifels en overkappingen | 4 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
De voor ' Bedrijventerrein ' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - veeverzamelplaats' mogen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor ' Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Toegestaan zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, met een bouwhoogte van maximaal 3 m.
De voor 'Groen' aangewezen gronden mogen niet voor parkeren worden gebruikt.
De voor ' Tuin ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor Tuin aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 1 meter, met dien verstande dat:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt:
De voor ' Water ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Toegestaan zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming of ten dienste van aangrenzende wegen, in- en uitritten en paden met een bouwhoogte van maximaal 3 m.
De voor '
Leiding - Brandstof
' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - brandstof', een brandstofleiding met de daarbij behorende beschermingszone;
waarbij de bestemming '
Leiding - Brandstof
' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor ' Leiding - Brandstof ' mede bestemde gronden.
Het onder artikel 8.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de betreffende leiding(en) met een maximale bouwhoogte van 3 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in artikel 8.2.1 voor het bouwen krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de leiding en de betreffende leidingbeheerder daarover heeft geadviseerd.
Het is verboden om op de voor ' Leiding - Brandstof ' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden':
Het in 8.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De in 8.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:
De voor ' Waarde - Archeologie - 3 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van gronden met een hoge archeologische verwachting, waarbij de bestemming ' Waarde - Archeologie - 3 ' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor ' Waarde - Archeologie - 3 ' mede bestemde gronden.
Het onder 9.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing als aan één van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 9.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in 9.3.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in 9.3.1 wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Het is verboden om op de voor ' Waarde - Archeologie - 3 ' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag:
Het onder 9.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing als aan één van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 9.4.1 wordt slechts verleend indien:
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in 9.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in 9.4.1 wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige, omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ' Waarde - Archeologie - 3 ' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn, of als gronden ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ' Waarde - Archeologie - 3 ' geheel of gedeeltelijk veranderen in 'Waarde - Archeologie - 2' voor gronden die op basis van nader archeologisch onderzoek archeologische waarden blijken te bevatten die op grond van de gangbare waarderingssystematiek door burgemeester en wethouders als behoudenswaardig zijn bevonden (positief selectiebesluit).
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan deze gronden gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van deze gronden en bouwwerken bepaalde.
Een verboden gebruik als bedoeld in lid 12.1 is in ieder geval:
Het Landschappelijk inrichtingsplan, zoals opgenomen in bijlage 3 bij deze regels, moet binnen één jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan ten uitvoer worden gebracht en moet vervolgens duurzaam in stand worden gehouden.
Voor de aangeduide landschapstypen gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding ' specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument ', zijn de gronden mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van gemeentelijke monumenten en de aanwezige cultuurhistorische waarden en dient bij het bouwen, voor zover van toepassing, de gemeentelijke monumentenverordening in acht genomen te worden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels of de aanwijzingen op de verbeelding voor:
Burgemeester en wethouders kunnen de ligging van grenzen van bestemmingsvlakken, bouwvlakken en aanduidingen wijzigen zodanig dat:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein De Raaphof.