Voorschriften
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 2. Wijze van meten
Artikel 3. Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 4. Beschrijving in
hoofdlijnen
2. Bestemmingsbepalingen
Artikel 5. Woondoeleinden
Artikel 6. Woonwagenstandplaats
Artikel 7. Maatschappelijke
doeleinden
Artikel 8. Bedrijfsdoeleinden
Artikel 9. Sportdoeleinden
Artikel 10. Natuur
Artikel 11. Verkeersdoeleinden
Artikel 12. Verblijfsdoeleinden
Artikel 13. Nutsdoeleinden
Artikel 14. Groenvoorzieningen
Artikel 15. Water
Artikel 16. Waterstaatsdoeleinden
Artikel 15. Algemene
vrijstellingsbepaling
Artikel 16. Procedureregels
Artikel 17. Gebruiksbepaling
Artikel 18. Overgangsbepalingen
Artikel 19. Strafbepaling
Artikel 20. Titel
Bijlage 1 Staat
van Bedrijfsactiviteiten
Artikel 13. Begripsomschrijvingen
1.
In deze voorschriften
wordt verstaan onder:
a.
aan huis
verbonden beroep |
:
|
de uitoefening aan huis
van bedrijvigheid op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch,
kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten; |
b.
antenne |
:
|
een constructie, bestaande
uit een mast, een ontvang- en zendmast of een stelsel van draden, dan wel een
schotel bestemd voor (tele)communicatiedoeleinden; |
c.
bebouwings-karakteristiek |
:
|
de hoogte van de
hoofdgebouwen, de situering daarvan ten opzichte van de openbare weg, de mate
van aaneenbouwen en/of de onderlinge afstanden tussen de hoofdgebouwen en de
bouwmassa van de hoofdgebouwen ten opzichte van het bouwperceel; |
d.
bedrijfswoning |
:
|
een woning in of bij een
gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor bewoning door (het
huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar
noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein; |
e.
bestaande
achtergevel |
:
|
de achtergevel zoals deze
bij de bouw van de betrokken woning is gerealiseerd; |
f.
bestaand
bouwwerk |
:
|
een bouwwerk, dat ten
tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan bestaat, dat of in
uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor
dat tijdstip is ingediend of krachtens een bouwvergunning die na dit
tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd; |
g.
bestemmingsgrens |
:
|
een op de plankaart
aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak; |
h.
bestemmingsvlak |
:
|
een op de plankaart door
bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met
eenzelfde bestemming; |
i.
bouwlaag |
:
|
een gedeelte van een
gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of
balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van
onderbouw en zolder; |
j.
bouwperceel |
:
|
een aangesloten stuk
grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige,
bij elkaar horende bebouwing is toegelaten; |
k.
bouwvlak |
:
|
een op de plankaart als
zodanig aangegeven vlak waarbinnen bebouwing is toegelaten; |
l.
bouwwerk |
:
|
elke constructie van enige
omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of
indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect
steun vindt in of op de grond; |
m.
buurtontsluitings- weg |
: |
een weg, welke blijkens aard, indeling en tracering bestemd is om te
worden gebruikt ten behoeve van de ontsluiting van een buurt; |
n.
bijgebouw |
:
|
een vrijstaand of
aangebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is
aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; |
o.
gebouw |
:
|
elk bouwwerk, dat een voor
mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten
ruimte vormt; |
p.
hoofdgebouw |
:
|
een gebouw, dat op een
bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste
bouwwerk valt aan te merken; |
q.
maatschappelijke
doeleinden |
:
|
het openbaar bestuur,
medische, sociale, culturele, educatieve, recreatieve en daarmee gelijk te
stellen diensten; |
r.
mast |
:
|
de draagconstructie van
een antenne; |
s.
nutsvoorzieningen |
:
|
nutsvoorzieningen ten
behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations,
schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties,
gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse)
afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie; |
t.
onderkomens |
:
|
voor verblijf geschikte –
al dan niet aan hun bestemming onttrokken – voer-, vaar- en vliegtuigen,
arken, caravans en livingvans alsook tenten; |
u.
parcellering |
:
|
de indeling van de
straatwand, bepaald door de breedte van de individuele panden c.q. de
perceelsbreedte; |
v.
peil |
:
|
de gemiddelde hoogte van
het aansluitende afgewerkte bouwperceel; |
w.
perceelsgrens |
:
|
de grens van een
bouwperceel; |
x.
het plan |
:
|
het bestemmingsplan
“Sportpark Weltevreden 2008"; |
y.
de plankaart |
:
|
de kaart met bijbehorende
verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn
aangegeven, tekeningnummer 9R2906/0-370-001 d.d. 29 januari 2009; |
z.
prostitutie |
:
|
het aanbieden van seksuele
diensten tegen een materiële vergoeding; |
aa. prostitutiebedrijf |
: |
een bedrijf waar
prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt, een erotische
massagesalon mede begrepen; |
bb. recreatief medegebruik |
: |
het krachtens
deze voorschriften toegestane medegebruik in de vorm van extensieve
dagrecreatie; |
cc. seksinrichting |
: |
een voor het publiek
toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof
zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. Onder een
seksinrichting wordt in elk geval verstaan een parenclub en een
prostitutiebedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar; |
dd. uitbouw |
: |
een aan een hoofdgebouw
aangebouwd bouwwerk dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw, maar in functioneel opzicht onderdeel uitmaakt van het
hoofdgebouw; |
gg. voorgevel |
: |
de (evenwijdig) aan een
weg gelegen en naar de weg toegekeerde gevel van een hoofdgebouw; |
hh.voorgevelrooilijn |
: |
een lijn, welke zoveel
mogelijk aansluit aan de ligging van de voorgevels van de bestaande
hoofdgebouwen en een zo gelijkmatig beloop overeenkomstig
de richting van de weg heeft; |
ii.
vrijstaand
hoofdgebouw |
: |
een hoofdgebouw zonder
gemeenschappelijke wand(en) met een ander hoofdgebouw; |
jj.
woning |
: |
een (gedeelte van een)
gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. |
1.
Bij het toepassen van de voorschriften wordt als volgt gemeten:
a.
oppervlakte
van een gebouw |
:
|
tussen (de buitenste
verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van
gemeenschappelijke scheidsmuren); |
b.
(bouw)hoogte
van een bouwwerk |
:
|
vanaf het peil tot het
hoogste punt van het bouwwerk; voor wat betreft gebouwen worden antennes,
schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte
dakopbouwen hierbij niet meegerekend; |
c.
goothoogte van
een gebouw |
:
|
vanaf het peil tot de
horizontale snijlijn van elk dakvlak met elk daaronder gelegen buitenwerks
verticaal gevelvlak; |
d.
afstand tot de
perceelsgrens |
:
|
tussen de grenzen van een
bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw waar
die afstand het kortst is; |
e.
bebouwings-percentage |
:
|
de op de plankaart of in de
voorschriften aangegeven bebouwingspercentages worden berekend over het
gehele terrein met de desbetreffende bestemming en gelden zowel voor elk
aaneengesloten gebied met een gelijkluidende bestemming als voor elk
afzonderlijk bouwperceel; |
f.
lengte, breedte
en diepte van een gebouw |
:
|
tussen (de lijnen,
getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van
gemeenschappelijke scheidsmuren); |
g.
vloeroppervlakte
van woningen |
:
|
de oppervlakte van de voor
bewoning bestemde vertrekken, waaronder mede wordt verstaan verblijfsruimten.
Niet meegerekend worden verkeersruimten, toiletten, douche- en badruimten, alsmede ingebouwde bergingen. |
2.
De in lid 1 sub
b genoemde antennes, schoorstenen, liftopbouwen en
andere ondergeschikte dakopbouwen mogen de maximumhoogte met niet meer dan
Artikel 15. Anti-dubbeltelbepaling
Grond, welke eenmaal in aanmerking is genomen bij de
verlening van een bouwvergunning, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden
gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 16. Beschrijving in
hoofdlijnen
In dit artikel wordt in
hoofdlijnen beschreven op welke wijze met het bestemmingsplan de in het plan
aangegeven doeleinden worden nagestreefd.
I.
Algemeen
Het beleid in dit plangebied
is gericht op:
1. Het behoud en de versterking van de ruimtelijke
karakteristiek, zoals deze tot uitdrukking komt in de aanwezige
stedenbouwkundige structuur en de verkeersstructuur.
2. Alle maatregelen en ontwikkelingen zullen moeten
bijdragen aan het behoud en/of de versterking van de aanwezige ruimtelijke
karakteristiek.
3. Verdichting in de vorm van aanvullende bedrijvigheid
is toegestaan mits de zonering van de milieucategorieën in acht worden
gehouden.
II.
Ruimtelijk
In dit artikellid is
aangegeven welke elementen op het schaalniveau van het plangebied van belang
zijn voor de samenhang daarvan:
Veenontginningen
De
veenontginningen die in de late middeleeuwen in het
plangebied hebben plaatsgevonden hebben hun sporen in het plangebied
achtergelaten in de vorm van de verkavelingsstructuur.
Deze sporen zijn door de jaren heen gerespecteerd en hebben de indeling van het
plangebied bepaald. De sporen van de veenontginningen
(de Groenekanseweg, Voordorpsedijk
en Biltse Rading) dienen te
worden gerespecteerd en te worden gehandhaafd dan wel te worden versterkt.
Randen
a.
De noordrand
wordt gevormd door de Groenekanseweg. Deze rand dient
ruimtelijk benadrukt te worden door middel van:
-
het handhaven
van het groene karakter van de grens;
-
het behouden van
een duidelijk verschil tussen de bebouwde omgeving en het groene buitengebied.
b.
De westrand
wordt gevormd door het buitengebied van de polder Hooge
Kamp. Het groene karakter van deze rand dient te worden gehandhaafd dan wel
versterkt door middel van:
-
het handhaven
van het groene karakter van de grens met de polder Hooge
Kamp als groene buffer naar het achterliggende industrie gebied;
-
het intact laten
van de groenstructuur en de groene uitstraling van deze rand op de gebouwde
omgeving;
-
het behouden van
een duidelijk verschil tussen de bebouwde omgeving en het groene buitengebied;
-
het behouden van
natuurwetenschappelijke waarden van het gebied.
c.
De oostelijke
rand wordt gevormd door de Biltse Rading,
die zorgt voor de ontsluiting van de gehele gemeente. Het groene karakter van
deze rand dient te worden gehandhaafd dan wel versterkt door middel van:
-
het handhaven
van een duidelijk onderscheid tussen de woonbebouwing en de bebouwing van het
plangebied;
-
het handhaven
van het groene karakter van deze rand.
d.
De zuidrand
wordt begrensd door de Voordorpsedijk. Het karakter
van deze rand dient te worden gehandhaafd door:
-
het handhaven
van het groene karakter van de grens;
-
het behouden van
een duidelijk verschil tussen de bebouwde omgeving en het groene buitengebied.
Wegenstructuur
De wegenstructuur van het plangebied kan verdeeld worden in structuurwegen,
en buurtwegen. Deze onderverdeling van wegen dient gehandhaafd dan wel
versterkt worden door middel van:
-
het meer continu vormgeven van
de profielen van de wegen;
-
een duidelijke functie-onderscheiding door de indeling van diverse wegen
(drempels, versmallingen, 30 km/u zones, eenrichtingsverkeer, e.d.);
-
het aanbrengen van ruimtelijke
verbeteringen in de vorm van een consequente profielindeling van de wegen met
een ontsluitingsfunctie;
-
het benadrukken van de aanwezigheid
van bepaalde wegen middels beplanting.
Deelgebieden
Het
specifieke karakter van elk der deelgebieden, zoals dit ook is aangegeven in
hoofdstuk 3 van de toelichting van het plan, dient als volgt nader te worden
beschermd in het kader van het bestemmingsplan:
Deelgebied 1: west (sportpark)
-
het handhaven en versterken
van het groene karakter van dit deelgebied;
-
het handhaven van het
oppervlaktewater in het sportpark;
-
het handhaven en versterken
van ecologische verbindingen met het buitengebied.
Deelgebied 2: oost
(industrieterrein)
-
het versterken van de
grootschalige maatschappelijke functies in het gebied;
-
het versterken van de
functionele samenhang tussen de verschillende functies in het gebied door in
functioneel opzicht de omgeving helder in te richten;
-
het versterken van de
groenstructuur in het gebied.
III. Functioneel
1. Het beleid is er op gericht om de overwegende
bedrijfs- en maatschappelijke functies van het plangebied te handhaven en de
mate van functiemenging zoveel mogelijk te beperken.
2. Het aantal zelfstandige kantoren in het plangebied
mag toenemen mits de zonering van de milieucategorieën in acht worden gehouden.
3.
Verkeer, parkeren en groen
a.
In de bestemming Groenvoorziening en binnen de bestemmingen, waarin
groenvoorzieningen zijn toegestaan, mogen speelvoorzieningen worden
gerealiseerd.
b.
Binnen de bestemming Verblijfsdoeleinden dienen, waar mogelijk,
groenvoorzieningen te worden gerealiseerd. Binnen deze groenvoorzieningen zijn
speelvoorzieningen toegestaan.
c.
Binnen de bestemming Verkeersdoeleinden dienen eveneens, waar mogelijk,
groenvoorzieningen te worden gerealiseerd.
d.
Parkeren dient, waar daartoe de ruimtelijke mogelijkheden aanwezig zijn,
te geschieden op eigen terrein. In de bestemmingen Maatschappelijke doeleinden
en Bedrijfsdoeleinden kunnen burgemeester en wethouders dan ook nadere eisen
stellen aan de situering van en het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein,
terwijl zij in de bestemming Woondoeleinden nadere eisen kunnen stellen aan het
handhaven van parkeergelegenheid op eigen terrein.
Artikel 15. Algemene vrijstellingsbepaling
Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de
bepalingen van het plan, indien het betreft:
a. het oprichten van bouwwerken ten
algemene nutte, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations,
telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten, schuilgelegenheden en
schaftlokalen, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer zal
bedragen dan
b. het overschrijden van de bepalingen inzake goothoogte, hoogte en oppervlakte van gebouwen met
niet meer dan 10%;
c. het overschrijden van de bepalingen inzake de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met
niet meer dan 20%;
d. het overschrijden van de in de voorschriften genoemde
maximum hoogte ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en
ventilatie-installaties, antennes, lichtkappen, schoorstenen en torens van
gebouwen, mits de hoogte met niet meer dan
e. overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen, zoals
aangegeven op de plankaart, met ten hoogste
f.
geringe
afwijkingen van de bepalingen opgenomen in deze voorschriften inzake de afmetingen van woningen, alsmede de afmetingen van
de bij de woningen toegestane bijgebouwen, voorzover zulks in het belang van
een goede huisvesting van minder valide personen noodzakelijk is en geen
vrijstelling van de desbetreffende bepalingen van het plan kan worden verleend
op basis van het bepaalde onder b van dit artikel;
g. geringe afwijkingen van het beloop van een weg,
groenstroken of de begrenzing van bestemmingen, indien bij definitieve
uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze geringe afwijkingen vanwege het
belang van een juiste verwerkelijking van het plan gewenst of noodzakelijk zijn
en mits de afwijkingen, ten opzichte van hetgeen op de
plankaart is aangegeven niet meer dan
h. het plaatsen van masten ten behoeve van mobiele
telecommunicatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
1. de hoogte van een vrijstaande mast mag niet meer
bedragen dan
2. de hoogte van een mast op een gebouw mag niet meer
bedragen dan
3. plaatsing van een mast op een gebouw is uitsluitend
mogelijk indien het betreffende gebouw
4. plaatsing op woongebouwen en/of een gemeentelijk
monument is slechts toegestaan, indien kan worden aangetoond, dat plaatsing elders niet mogelijk is en geen gevaar voor de
volksgezondheid bestaat.
Bij toepassing van de in deze voorschriften genoemde vrijstellings- en
wijzigingsbevoegdheden wordt afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in
acht genomen.
1.
Het is verboden
de gronden en bouwwerken in strijd met de bestemming of in strijd met een
gebruik waarvoor ingevolge de bepalingen van dit plan
vrijstelling is verleend te (laten) gebruiken.
2.
Onder een
strijdig gebruik, als bedoeld in lid 1, wordt in ieder geval verstaan een
gebruik van de onbebouwde gronden als:
3.
Onder een
strijdig gebruik, als bedoeld in lid 1 wordt tevens verstaan:
a.
een gebruik van
woningen voor enige vorm van detailhandel;
b.
een gebruik van
vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of
voor bewoning;
c.
een gebruik van
gebouwen en/of bijgebouwen ten behoeve van seksinrichtingen;
d.
het uitoefenen
van bedrijfsactiviteiten, die behoren tot inrichtingen, zoals opgenomen in
artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.
4.
Onder strijdig
gebruik als bedoeld in lid 2 valt niet het opslaan van nieuwe bouwmaterialen en
puin en andere oude bouwmaterialen op gronden waarop of waarin onderhouds-, herstel- of sloopwerkzaamheden worden
uitgeoefend, mits deze zaken voor de uit te voeren werkzaamheden nodig of van
het bouwwerk dat hersteld of gesloopt wordt, afkomstig zijn.
5.
Burgemeester en
wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte
toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige
gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt.
Artikel 18.
Overgangsbepalingen
Bouwen
1a. Een bouwwerk, dat op het
tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van dit plan
bestond of in uitvoering was, dan wel is of kan worden gebouwd
krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend,
en dat afwijkt van het in dit plan - behoudens in dit artikellid - bepaalde ten
aanzien van de toelaatbaarheid van bebouwing, mag, mits de bestaande
afwijkingen ook naar hun aard niet worden vergroot en behoudens onteigening,
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits dit geen algehele vernieuwing
of verandering van het in de aanhef bedoelde bouwwerk tot gevolg heeft.
1b. Uitsluitend indien het
bouwwerk door een calamiteit teniet is gedaan, mag geheel worden vernieuwd, met
inachtneming van de grenzen welke ten aanzien van het bouwen ter plaatse bij
het plan – behoudens dit artikellid - zijn bepaald tenzij herbouw hierdoor niet
zou zijn toegestaan, en mits de aanvraag tot bouwvergunning is ingediend binnen
18 maanden nadat het bouwwerk is teniet gegaan.
1c. Tot niet meer dan 115% van
de oppervlakte van het in de aanhef bedoelde bouwwerk mag worden uitgebreid,
met inachtneming van de grenzen welke ten aanzien van het bouwen ter plaatse
bij het plan - behoudens in dit artikellid - zijn bepaald.
Gebruik
2. Het gebruik van gronden, anders dan voor bebouwing, alsmede
het gebruik van zich op die gronden bevindende bouwwerken, dat in strijd is met
het in dit plan - behoudens in dit artikellid - bepaalde en dat bestaat op het
tijdstip, waarop het plan voor zover betrekking hebbend op de strijdigheid van
dat gebruik van kracht wordt, mag worden voortgezet en/of gewijzigd, mits door
die wijziging de strijdigheid met het plan niet wordt vergroot.
Overtreding van de bepaling
vervat in artikel 10 lid 3, artikel 16 lid 4 en artikel 19 lid 1 t/m 3 is een
economisch delict als bedoeld in artikel 1a sub 2 van de Wet op de Economische
Delicten.
Deze voorschriften kunnen
worden aangehaald onder de titel:
Voorschriften,
deeluitmakende van het bestemmingsplan “Sportpark Weltevreden
Aldus vastgesteld in de
raadsvergadering van 29 januari 2009.
Bijlage 1
Staat van Bedrijfsactiviteiten
Categorie 1: activiteiten,
welke door hun aard toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen in
een rustige woonwijk;
Categorie 2: activiteiten, welke door hun aard slechts
toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen in een rustige woonwijk,
indien geconcentreerd in een centrum;
Categorie 3A: activiteiten, welke door hun aard
toelaatbaar zijn aan de rand van rustige woonwijken (
Categorie 3B: activiteiten, welke door hun aard
toelaatbaar zijn aan de rand van rustige woonwijken (
Categorie 4A: activiteiten,
welke door hun aard gescheiden dienen te zijn van woonwijken (min.
Categorie 4B: activiteiten,
welke door hun aard gescheiden dienen te zijn van woonwijken (min.
Categorie 5: welke
door hun aard behoorlijk ver (min.
Categorie 6: activiteiten,
welke door hun aard uitsluitend op grote afstand (min.
De gebruikte afkortingen
zijn:
-
cat. : categorie -
grth : groothandel -
kW : kiloWatt -
MW: MegaWatt -
n.e.g.: niet elders
genoemd |
-
opp.: oppervlakte -
p.c. : productiecapaciteit -
p.o. : productie oppervlakte -
SBI: standaardbedrijfsindeling -
v.c. : verwerkingscapaciteit |
De volgende Categorieën zijn
geselecteerd:
- 1, 2 en 3A
De volgende SBI-codes zijn geselecteerd:
- 1, 15, 17-22, 24-26, 28-36, 45, 50, 51, 60, 63, 71, 74,
90, 91
SBI |
OMSCHRIJVING |
CATEGORIE |
01 |
LANDBOUW EN
DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW |
|
0141.1 |
hoveniersbedrijven |
1 |
15 |
VERVAARDIGING VAN
VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN |
|
151 |
Slachterijen en overige
vleesverwerking: |
|
151 |
- loonslachterijen |
3A |
1581 |
Broodfabrieken, brood- en
banketbakkerijen: |
|
1581 |
- v.c.
< |
2 |
1585 |
Deegwarenfabrieken |
3A |
1593 t/m 1595 |
Vervaardiging van wijn,
cider e.d. |
2 |
173 |
Textielveredelingsbedrijven |
3A |
174, 175 |
Vervaardiging van
textielwaren |
3A |
176, 177 |
Vervaardiging van gebreide
en gehaakte stoffen en artikelen |
3A |
18 |
VERVAARDIGING VAN KLEDING;
BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT |
|
181 |
Vervaardiging kleding van
leer |
3A |
182 |
Vervaardiging van kleding
en -toebehoren (excl. van leer) |
2 |
183 |
Bereiden en verven van
bont; vervaardiging van artikelen van bont |
3A |
19 |
VERVAARDIGING VAN LEER EN
LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) |
|
192 |
Lederwarenfabrieken (excl.
kleding en schoeisel) |
3A |
193 |
Schoenenfabrieken |
3A |
20 |
HOUTINDUSTRIE EN
VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. |
|
2010.2 |
Houtconserveringsbedrijven: |
|
2010.2 |
- met zoutoplossingen |
3A |
205 |
Kurkwaren-, riet- en
vlechtwerkfabrieken |
2 |
21 |
VERVAARDIGING VAN PAPIER,
KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN |
|
2112 |
Papier- en
kartonfabrieken: |
|
2112 |
- p.c. < 3 t/u |
3A |
22 |
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN
EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA |
|
221 |
Uitgeverijen (kantoren) |
1 |
2222.6 |
Kleine drukkerijen en
kopieerinrichtingen |
2 |
2223 |
Grafische afwerking |
1 |
2223 |
Binderijen |
2 |
2224 |
Grafische reproductie en
zetten |
2 |
2225 |
Overige grafische
activiteiten |
2 |
223 |
Reproductiebedrijven
opgenomen media |
1 |
24 |
VERVAARDIGING VAN
CHEMISCHE PRODUKTEN |
|
2442 |
Farmaceutische
productenfabrieken: |
|
2442 |
- formulering en afvullen
geneesmiddelen |
3A |
2442 |
- verbandmiddelenfabrieken |
2 |
2466 |
Chemische
kantoorbenodigdhedenfabrieken |
3A |
25 |
VERVAARDIGING VAN
PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF |
|
2512 |
Loopvlakvernieuwingsbedrijven: |
|
2512 |
- vloeropp.
< |
3A |
26 |
VERVAARDIGING VAN GLAS,
AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN |
|
2615 |
Glasbewerkingsbedrijven |
3A |
262, 263 |
Aardewerkfabrieken: |
|
262, 263 |
- vermogen elektrische
ovens totaal < 40 kW |
3A |
2681 |
Slijp- en polijstmiddelen
fabrieken |
3A |
30 |
VERVAARDIGING VAN
KANTOORMACHINES EN COMPUTERS |
|
30 |
Kantoormachines- en
computerfabrieken |
3A |
31 |
VERVAARDIGING VAN OVER.
ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. |
|
316 |
Elektrotechnische
industrie n.e.g. |
3A |
32 |
VERVAARDIGING VAN AUDIO-,
VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. |
|
321 t/m 323 |
Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur
e.d. |
3A |
3210 |
Fabrieken voor gedrukte
bedrading |
3A |
33 |
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE
EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN |
|
33 |
Fabrieken voor medische en
optische apparaten en instrumenten e.d. |
2 |
35 |
VERVAARDIGING VAN
TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) |
|
351 |
Scheepsbouw- en
reparatiebedrijven: |
|
351 |
- houten schepen |
3A |
36 |
VERVAARDIGING VAN MEUBELS
EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. |
|
362 |
Fabricage van munten,
sieraden e.d. |
2 |
363 |
Muziekinstrumentenfabrieken |
2 |
364 |
Sportartikelenfabrieken |
3A |
365 |
Speelgoedartikelenfabrieken |
3A |
366 |
Vervaardiging van overige
goederen n.e.g. |
3A |
45 |
BOUWNIJVERHEID |
|
45 |
Bouwbedrijven en
aannemersbedrijven met werkplaats |
3A |
50 |
HANDEL/REPARATIE VAN
AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS |
|
501, 502, 504 |
Handel in auto's en
motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven |
2 |
5020.4 |
Autobeklederijen |
1 |
5020.4 |
Autospuitinrichtingen |
3A |
5020.5 |
Autowasserijen |
2 |
503, 504 |
Handel in auto- en
motorfietsonderdelen en -accessoires |
2 |
505 |
Benzineservisestations: |
|
505 |
- zonder LPG |
2 |
51 |
GROOTHANDEL EN
HANDELSBEMIDDELING |
|
511 |
Handelsbemiddeling
(kantoren) |
1 |
5121 |
Grth in akkerbouwproducten en veevoeders |
2 |
5122 |
Grth in bloemen en planten |
2 |
5124 |
Grth in huiden, vellen en leder |
3A |
5125, 5131 |
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen |
2 |
5132, 5133 |
Grth in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren,
spijsoliën |
2 |
5134 |
Grth in dranken |
2 |
5135 |
Grth in tabaksproducten |
2 |
5136 |
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk |
2 |
5137 |
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen |
2 |
5138, 5139 |
Grth in overige voedings- en
genotmiddelen |
2 |
514 |
Grth in overige consumentenartikelen |
2 |
5148.7 |
Grth in vuurwerk: |
|
5148.7 |
- consumentenvuurwerk,
verpakt, opslag tot 50 ton |
2 |
5148.7 |
- consumentenvuurwerk,
onverpakt, opslag tot 2 ton |
2 |
5148.7 |
- consumentenvuurwerk,
onverpakt, opslag 2 - 5 ton |
3A |
5153 |
Grth in hout en bouwmaterialen |
3A |
5154 |
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur |
3A |
5156 |
Grth in overige intermediaire goederen |
2 |
5162 |
Grth in machines en apparaten |
2 |
517 |
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. |
2 |
60 |
VERVOER OVER LAND |
|
6022 |
Taxibedrijven,
taxistandplaatsen |
2 |
603 |
Pomp- en
compressorstations van pijpleidingen |
3A |
63 |
DIENSTVERLENING T.B.V. HET
VERVOER |
|
6312 |
Veem- en pakhuisbedrijven,
koelhuizen |
3A |
6321 |
Autoparkeerterreinen,
parkeergarages |
2 |
6322, 6323 |
Overige dienstverlening
t.b.v. vervoer (kantoren) |
1 |
633 |
Reisorganisaties |
1 |
634 |
Expediteurs, cargadoors
(kantoren) |
1 |
71 |
VERHUUR VAN
TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN |
|
711 |
Personenautoverhuurbedrijven |
2 |
712 |
Verhuurbedrijven voor
transportmiddelen (excl. personenauto's) |
3A |
713 |
Verhuurbedrijven voor
machines en werktuigen |
3A |
714 |
Verhuurbedrijven voor
roerende goederen n.e.g. |
2 |
74 |
OVERIGE ZAKELIJKE
DIENSTVERLENING |
|
74 |
Overige zakelijke
dienstverlening: kantoren |
1 |
747 |
Reinigingsbedrijven voor
gebouwen |
3A |
7481.3 |
Foto- en
filmontwikkelcentrales |
2 |
7484.4 |
Veilingen voor huisraad,
kunst e.d. |
1 |
90 |
MILIEUDIENSTVERLENING |
|
9000.2 |
Vuilophaal-,
straatreinigingsbedrijven e.d. |
3A |
9000.2 |
Gemeentewerven (afval-inzameldepots) |
3A |
9000.3 |
Afvalverwerkingsbedrijven: |
|
9000.3 |
- pathogeen
afvalverbranding (voor ziekenhuizen) |
3A |
9000.3 |
- verwerking fotochemisch
en galvano-afval |
2 |
9000.3 |
Composteerbedrijven: |
|
91 |
DIVERSE ORGANISATIES |
|
9111 |
Bedrijfs- en
werknemersorganisaties (kantoren) |
2 |
9131 |
Kerkgebouwen e.d. |
2 |
9133.1 |
Buurt- en clubhuizen |
3A |
9133.1 |
Hondendressuurterreinen |
3A |