Inhoudopgave Toelichting Voorschriften
Artikel 6. Woonwagenstandplaats
Doeleindenomschrijving
1. De op de plankaart voor Woonwagenstandplaats
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bebouwingsvoorschriften
2. Op of in de in lid 1
bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden
gebouwd onder de volgende voorwaarden:
3.
Op deze
bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van
toepassing.
Artikel 7. Maatschappelijke
doeleinden
Doeleindenomschrijving
1. De op de plankaart voor Maatschappelijke doeleinden
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. maatschappelijke doeleinden;
b. parkeervoorzieningen en ontsluitingswegen;
c.
groenvoorzieningen,
verblijfsdoeleinden en water;
d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bebouwingsvoorschriften
2. Op of in de in lid 1
bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden
gebouwd onder de volgende voorwaarden:
a.
de gronden mogen
worden bebouwd tot ten hoogste het op de plankaart aangegeven
bebouwingspercentage, indien een bouwvlak is aangegeven mag de bebouwing
uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd tot het aangegeven
percentage, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mogen de gronden
volledig worden bebouwd;
b.
de hoogte van
gebouwen mag niet meer bedragen dan
c.
de hoogte van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
1.
2.
Nadere eisen
3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen
stellen met betrekking tot de situering van gebouwen, indien dit noodzakelijk
is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en
bouwwerken en/of de bebouwingskarakteristiek en parcellering
van de omgeving, alsmede aan de situering van en het
aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein.
Afstemming
4. Op deze bestemming is tevens het bepaalde in artikel
4 van deze voorschriften van toepassing.
Doeleindenomschrijving
1. De op de plankaart voor Bedrijfsdoeleinden aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
Bebouwingsvoorschriften
2. Op of in de in lid 1
bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden
gebouwd onder de volgende voorwaarden:
a. de gronden mogen worden bebouwd tot ten hoogste het
op de plankaart aangegeven bebouwingspercentage, indien geen
bebouwingspercentage is aangegeven mogen de gronden volledig worden bebouwd;
b. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan
c. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag
niet meer bedragen dan
d. het aantal, het oppervlak, en de bouw- en goothoogte
van bestaande bedrijfswoningen mag niet worden vergroot.
Nadere eisen
3.
Burgemeester en
wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering van
gebouwen, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende gronden en bouwwerken en/of de bebouwingskarakteristiek en parcellering van de omgeving, alsmede
aan de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein.
Vrijstelling
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor bedrijven, die niet
genoemd worden in de van deze voorschriften deel uitmakende Staat van
Bedrijfsactiviteiten en naar hun aard gelijk te stellen zijn met de
inrichtingen als bedoeld in deze categorieën zulks met uitzondering van
garagebedrijven.
Wijziging
Afstemming
6.
Op deze
bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van
toepassing.
Doeleindenomschrijving:
1. De op de plankaart voor Sportdoeleinden aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
Bebouwingsvoorschriften
2. Op of in de in lid 1
bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden
gebouwd onder de volgende voorwaarden:
a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een
bouwvlak, met uitzondering van tribunes en dug-outs;
b. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan
c. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag
niet meer bedragen dan:
1.
2.
3.
Nadere eisen
3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen
stellen met betrekking tot de situering van en het aantal parkeervoorzieningen
op eigen terrein.
Afstemming
4.
Op deze
bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van
toepassing.
Doeleindenomschrijving
1. De op de plankaart voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende
Bebouwingsvoorschriften
2. Op of in de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming
passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste
Aanlegvergunning
3. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
Burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen
bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
4. Het in lid 3 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en
werkzaamheden die:
5.
De in lid 3 genoemd vergunning
kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan
de natuurwaarden.
Artikel 11.
Verkeersdoeleinden
Doeleindenomschrijving
1.
De op de
plankaart voor Verkeersdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bebouwingsvoorschriften
2.
Op of in de in
lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de
bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan
de hoogte niet meer mag bedragen dan:
Afstemming
3.
Op deze
bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van
toepassing.
Artikel 12.
Verblijfsdoeleinden
Doeleindenomschrijving
1.
De op de
plankaart voor Verblijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bebouwingsvoorschriften
2.
Op of in de in
lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de
bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan
de hoogte niet meer mag bedragen dan:
a.
b.
c.
Afstemming
3.
Op deze
bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van
toepassing.
Doeleindenomschrijving
1. De op de plankaart voor Nutsdoeleinden aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
Bebouwingsvoorschriften
2.
Op of in de in
lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de
bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Afstemming
3.
Op deze bestemming
is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van toepassing.
Artikel 14.
Groenvoorzieningen
Doeleindenomschrijving
1.
De op de
plankaart voor Groenvoorzieningen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bebouwingsvoorschriften
2.
de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming
passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de hoogte
niet meer mag bedragen dan:
Afstemming
3.
Op deze
bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van
toepassing.
Doeleindenomschrijving
1.
De op de
plankaart voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bebouwingsvoorschriften
2. Op of in de in lid 1
bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan
Afstemming
3.
Op deze
bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van
toepassing.
Artikel 16.
Waterstaatsdoeleinden
Doeleindenomschrijving
1.
De op de plankaart voor waterstaatsdoeleinden aangewezen
gronden zijn op de eerste plaats bestemd voor de waterkering en
waterhuishouding en op de tweede plaats voor de overige aan deze gronden
toegekende bestemmingen.
Bebouwingsvoorschriften
2.
Op of in de in lid 1 bedoelde
gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten
behoeve van de bestemming waterstaatsdoeleinden, waarvan de hoogte niet meer
mag bedragen dan
Vrijstelling
3.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van
het bepaalde in lid 2 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de overige
aan deze gronden toegekende bestemmingen, overeenkomstig
de daarvoor geldende bebouwingsvoorschriften, gehoord de beheerder van de
waterkering en mits de belangen van de waterkering daardoor niet in
onevenredige mate worden of kunnen worden geschaad.
Aanlegvergunning
4.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke
vergunning van Burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende
werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
5.
Het in lid 4 genoemde verbod is niet toepassing op werken en
werkzaamheden die:
6. De werken en werkzaamheden,
als bedoeld in lid 4 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken of
werkzaamheden, danwel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect te
verwachten gevolgen, het huidige en/of het toekomstige functioneren van de
waterkering en de waterhuishouding niet onevenredig in gevaar brengen.
7. Alvorens te beslissen over
het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in lid 4 horen
burgemeester en wethouders de beheerder van de waterkering.
Afstemming
8. Op
deze bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van
toepassing.