direct naar inhoud van Regels
Plan: De Leijen Zuid 2015
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.BP11080-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het uitwerkingsplan De Leijen Zuid 2015 met identificatienummer NL.IMRO.0310.BP11080-VG01 van de gemeente De Bilt;

1.2 uitwerkingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

 

Artikel 2 Van toepassing verklaring

Ten aanzien van dit plan geldt dat, tenzij in dit plan anders is geregeld, het ter zake gestelde in de regels van toepassing is, zoals weergegeven in het bestemmingsplan De Leijen Zuid, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente De Bilt bij besluit van 26 juni 2014 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0010BP12004-VG01.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Maatschappelijk

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van wonen in woon-zorgeenheden, welke vergezeld gaan van zorg afgestemd op de individuele behoeften van bewoners en de daar bij behorende ondersteunende voorzieningen;
  • b. wonen in maximaal 10 wooneenheden;
  • c. ondergeschikte dienstverlening en detailhandel, met dien verstande dat het totale bruto vloeroppervlakte van de functie binnen de bestemming niet meer mag bedragen dan 30 m2;

inclusief bijbehorende:

  • d. toegangswegen, paden en verblijfsgebied;
  • e. parkeer- en stallingsvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. ondergrondse afvalvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de totale bruto vloeroppervlakte bedraagt niet meer bedraagt dan 8.910 m2;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwgrens worden overschreden door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen, overhangende verdiepingen, toegangen, lifthuizen en dergelijke, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 3 meter;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a zijn gebouwen ook buiten het bouwvlak toegelaten, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer bedraagt dan 50 m2.
  • e. ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m)’ mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder e mag de maximum bouwhoogte worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-installaties, zonnepanelen, lichtkappen, schoorstenen en torens van gebouwen en soortgelijke ondergeschikte (bouw)onderdelen, mits:
    • 1. de maximale bouwhoogte van de (bouw)onderdelen met niet meer dan 3,5 meter wordt overschreden;
    • 2. de (bouw)onderdelen op een afstand van tenminste 5 meter uit de gevels geplaatst zijn;
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte van de hiervoor genoemde (bouw)onderdelen niet meer bedraagt dan 10% van het totale dakoppervlakte;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan:
    • 1. 7 meter voor palen en masten;
    • 2. 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. 5 meter voor speelvoorzieningen;
    • 4. 3 meter voor andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2, sub a en d ten behoeve van het toestaan van gebouwen buiten het bouwvlak met een maximale bouwhoogte van 8 m;
  • b. lid 3.2, sub e ten behoeve van het overschrijden van de regels inzake bouwhoogte met niet meer dan 15%.
3.3.2 Voorwaarden voor afwijking

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.3.1 kan alleen worden verleend voor zover:

  • a. de totale bruto vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 8.910 m²;
  • b. middels een akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat het geluidsniveau op de gevels van het gebouw aanvaardbaar is;
  • c. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 3.1, sub c ten behoeve van het toestaan van ondergeschikte dienstverlening en detailhandel tot een maximale totale bruto vloeroppervlakte van 100 m².

3.4.2 Voorwaarden voor afwijking

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 kan alleen worden verleend voor zover:

  • a. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid;
  • b. geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijking middels een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het uitwerkingsplan De Leijen Zuid 2015.