direct naar inhoud van Regels
Plan: Bilthoven-Noord, 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.23007BP0007-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 bestemmingsplan Bilthoven Noord 2013

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01 met bijbehorende regels en bijlage;

1.2 bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.23007BP0007-VG01 met bijbehorende regels en bijlage;

1.3 plan

bestemmingsplan 'Bilthoven-Noord, 1e herziening' van de gemeente De Bilt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Van toepassingverklaring bestemmingsplan Bilthoven Noord 2013

Het bestemmingsplan 'Bilthoven Noord 2013' is op dit plan van toepassing, behoudens de aanvullingen op, en wijzigingen in, hoofdstuk 1 'Inleidende regels' en in hoofdstuk 2 'Bestemmingsregels', zoals aangegeven in de artikelen 2.1, 2.2 en 2.3.

2.1 Begrippen

Aan artikel 1 Begrippen worden de volgende begrippen toegevoegd:

1.65 bestaande bouwperceelsbreedte:
de afstand in meters van de kortste rechte lijn tussen de beide zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten vanuit het midden van de naar de weg gekeerde bouwgrens;

1.66 te bebouwen ruimte:
de krachtens dit plan voor enig bouwperceel in meters uitgedrukte en rechtens maximaal toegestane breedte van hoofdgebouwen/woningen, aaneengebouwde woningen, met inbegrip van aan- en uitbouwen;

1.67 te bebouwen ruimte 1984:
de te bebouwen ruimte, uitgedrukt in meters, volgend uit de bestaande bouwperceelsbreedte, minus de som van de minimaal aan te houden afstanden tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen, zoals die zijn aangegeven in de Beheersverordening De Bilt als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0000BV13004-VG01 en die als Bijlage 1 Beheersverordening De Bilt deel uitmaakt van deze regels.

1.68 te bebouwen ruimte 2013:
de bestaande bouwperceelsbreedte, minus de som van de krachtens het bestemmingsplan Bilthoven Noord 2013 minimaal aan te houden afstanden;

1.69 strijdige zijde:
het deel van een bouwperceel waarop de bestaande bebouwing een minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens overschrijdt van een te bebouwen ruimte, al dan niet geconstrueerd op basis van lid 15.2.12 sub a onder 1a.

1.70 bouwperceel 1984:
Het bouwperceel krachtens het bestemmingsplan 1984, zoals aangegeven in de Beheersverordening De Bilt, als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0000BV13004-VG01 en die als Bijlage 1 Beheersverordening De Bilt deel uitmaakt van deze regels.

1.71 het samengevoegde bouwperceel:
Het bouwvlak dat ontstaat door de combinatie van de aanduidingen krachtens de artikelen 6 tot en met 10 van het bestemmingsplan 1984, zoals aangegeven in de Beheersverordening De Bilt, als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0000BV13004-VG01 en die als Bijlage 1 Beheersverordening De Bilt deel uitmaakt van deze regels, en het bouwvlak krachtens het bestemmingsplan Bilthoven Noord 2013 en met dien verstande dat ook de bestaande afwijkingen ten opzichte van die aanduidingen, respectievelijk dat bouwvlak daarvan deel uitmaken.

2.2 Artikelen 15.1, 15.2 en 15.4

De artikelen 15.1, 15.2 en 15.4 komen te luiden als volgt:

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1 t/m 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van:
    • 1. vrijstaande of twee-aaneengebouwde woningen;
    • 2. aaneengebouwde woningen, ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd';
    • 3. meergezinswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - meergezinswoning'.

met aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken;

  • b. de uitoefening van aan huis verbonden beroepen;

en verder voor:

  • c. kantoren, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • d. een bestaand loodgietersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loodgieter';
  • e. een bestaand garagebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • f. een bakker met de daarbij behorende ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • g. zorginstellingen, ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling';
  • h. praktijkruimte, ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
  • i. een gastenverblijf, met dien verstande dat:
    • 1. per bouwperceel maximaal 1 bijbehorend bouwwerk als gastenverblijf is toegestaan;
    • 2. het gastenverblijf uitsluitend voor niet-permanente bewoning wordt gebruikt;
    • 3. parkeren vanwege het gastenverblijf op eigen terrein plaatsvindt;
    • 4. de totale oppervlakte voor een gastenverblijf niet meer dan 40 m² bedraagt.

inclusief bijbehorende:

  • j. tuinen en erven;
  • k. parkeergelegenheid op eigen terrein.

15.2 Bouwregels

Op of in de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

15.2.1 Algemeen

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen de bouwvlakken;
  • b. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens mag niet minder bedragen dan de in onderstaande tabel aangegeven afstand, met dien verstande dat in geval van twee-aaneen- of aaneengebouwde hoofdgebouwen/woningen deze afstanden alleen van toepassing zijn tot de zijdelingse bouwperceelgrens van een ander blok twee-aaneen- of aaneengebouwde hoofdgebouwen/woningen of tot de zijdelingse bouwperceelsgrens van een vrijstaand hoofdgebouw/woning:
Bestemming   Afstand in meters  
Wonen - 1   2  
Wonen - 2   3  
Wonen - 3   5  
Wonen - 4   7,5  
Wonen - 5   10  

15.2.2 Hoofdgebouwen

  • a. per bouwperceel mogen niet meer hoofdgebouwen/woningen worden gerealiseerd dan ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestaan;
  • b. de goothoogte van hoofdgebouwen/woningen mag niet meer bedragen dan 7 meter, waarbij dakkapellen buiten beschouwing blijven;
  • c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen/woningen mag maximaal 4 meter meer bedragen dan de toegestane goothoogte van hoofdgebouwen/woningen;
  • d. de breedte van de voorgevel van een vrijstaand hoofdgebouw/woning of van de gezamenlijke voorgevel van twee twee-aaneengebouwde hoofdgebouwen/woningen mag niet minder en niet meer bedragen dan de in onderstaande tabel aangegeven afstanden:
Bestemming   Breedte in meters  
  Vrijstaand   Twee-aaneengebouwd  
  Minimaal   Maximaal   Minimaal   Maximaal  
Wonen - 1, 2 en 3   6   15   8   20  
Wonen - 4 en 5   8   24   12   32  

15.2.3 Aan- en uitbouwen aan de voorgevel

  • a. ondergeschikte uitbreidingen op de begane grond van de bestaande voorgevel van een hoofdgebouw/woning, zoals erkers en toegangen, zijn toegestaan, mits de volgende regels in acht worden genomen:
    • 1. de bestaande voorgevel van een hoofdgebouw/woning mag met niet meer dan 1 meter worden overschreden;
    • 2. de afstand van de aan- en uitbouw tot de zijdelingse bouwperceelsgrens(-zen) dient minimaal 2 meter te bedragen, tenzij bij een aangrenzende aaneengebouwd of twee-aaneengebouwd hoofdgebouw/woning tevens een aan- of uitbouw aanwezig is dan wel tegelijkertijd wordt gebouwd;
    • 3. de bouwhoogte van de aan- of uitbouw mag niet meer bedragen dan 3 meter.

15.2.4 Aan- en uitbouwen aan de achtergevel

  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen aan de oorspronkelijke achtergevel van een hoofdgebouw/woning mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van een woning, plus 30 centimeter;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen aan de oorspronkelijke achtergevel mag niet meer bedragen dan 2 meter boven de toegestane goothoogte voor aan- en uitbouwen aan woningen, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen;
  • c. in afwijking van het gestelde in sublid 15.2.1 sub a zijn aan- en uitbouwen aan de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw toegestaan, mits de diepte van deze aan- en uitbouwen niet meer bedraagt dan 3 meter en de afstand tot de achterste bouwperceelgrens niet minder bedraagt dan 1 meter.

15.2.5 Uitbreidingen aan de achtergevel (vergroting van de bouwmassa)

  • a. in afwijking van het gestelde in sublid 15.2.4 sub a mag de goothoogte van een uitbreiding aan de oorspronkelijke achtergevel van een hoofdgebouw/woning niet meer bedragen dan 7 meter, dan wel de bestaande goothoogte indien deze lager is;
  • b. in afwijking van het gestelde in sublid 15.2.4 sub b mag de bouwhoogte van een uitbreiding aan de oorspronkelijke achtergevel maximaal 4 meter meer bedragen dan de toegestane goothoogte, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze lager is;
  • c. een uitbreiding aan de oorspronkelijke achtergevel mag niet breder zijn dan de oorspronkelijke achtergevel van de woning.

15.2.6 Aan- en uitbouwen aan de zijgevel

  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen aan de zijgevel van een hoofdgebouw/woning mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van een hoofdgebouw/woning, plus 30 centimeter, waarbij dakkapellen buiten beschouwing blijven;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen aan de zijgevel mag maximaal 2 meter meer bedragen dan de toegestane goothoogte voor aan- en uitbouwen, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen;
  • c. de afstand van aan- en uitbouwen aan de zijgevel tot de voorgevel van een hoofdgebouw/woning mag niet minder bedragen dan 4 meter.

15.2.7 Bijbehorende bouwwerken

  • a. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • b. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • c. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;
  • d. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  • e. bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel van het bestaande hoofdgebouw/woning zijn ongeacht het bepaalde in lid 15.2.1 onder a niet toegestaan;
  • f. buiten het bouwvlak mogen ongeacht het bepaalde in lid 15.2.1 onder a en b vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter.
  • g. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken binnen en buiten het bouwvlak mag per bouwperceel niet meer bedragen dan de in onderstaande tabel aangegeven oppervlakte:
    Bestemming   Oppervlakte in vierkante meters  
    Wonen - 1   50  
    Wonen - 2   50  
    Wonen - 3   50  
    Wonen - 4   60  
    Wonen - 5   70  
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gastenverblijf' is een gastenverblijf toegestaan met een oppervlakte van maximaal 109 m² en is in afwijking van het bepaalde in lid 15.2.7 op het betreffende bouwperceel een gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken binnen en buiten het bouwvlak toegestaan van 159 m².

15.2.8 Gastenverblijf

  • a. voor zover een gastenverblijf plaatsvindt in een bijgebouw, en geen sprake is van functionele ondergeschiktheid, zijn de regels in lid 15.2.7 van overeenkomstige toepassing.

15.2.9 Onderkeldering

  • a. onderkeldering van bebouwing is toegestaan onder het grondoppervlak van een hoofdgebouw/woning, aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken, mits wordt voldaan aan de volgende regels:
    • 1. de oppervlakte van onderkeldering mag niet meer bedragen dan de grondoppervlakte van de bebouwing die op grond van het bestemmingsplan bovengronds is toegestaan;
    • 2. in afwijking van het bepaalde in lid 15.2.9 sub a onder 1 zijn ondergeschikte bouwdelen, zoals koekoeken, wel toegestaan buiten de grondoppervlakte van de bovengrondse bebouwing;
    • 3. onderkeldering mag niet leiden tot een toename van het aantal hoofdgebouwen/woningen;
    • 4. onderkeldering mag niet leiden tot een extra (functionele) woonlaag, maar dient ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie.

15.2.10 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • a. per hoofdgebouw/woning is maximaal 1 vlaggenmast toegestaan;
  • b. overkappingen mogen worden gebouwd, voor zover:
    • 1. de afstand van overkappingen tot de voorgevel van een hoofdgebouw/woning niet minder bedraagt dan 4 meter;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt.
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 7 meter voor palen en masten;
    • 2. 2 meter voor erfafscheidingen;
    • 3. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • d. de afstand tot de zijdelingse of achterste bouwperceelgrens mag niet minder bedragen dan 5 meter, voor zover het gaat om bouwwerken behorende bij zwembaden en tennisbanen.

15.2.11 Dakterrassen

  • a. dakterrassen op aan- en uitbouwen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de afstand van het dakterras tot de zijdelingse bouwperceelgrens(-zen) dient minimaal 2 meter te bedragen, behalve indien bij de tot de bouwperceelgrens gebouwde aangrenzende woning - in geval het aaneengebouwde of halfvrijstaande woningen betreft - eveneens een dakterras aanwezig is;
    • 2. indien de afstand van het dakterras tot de zijdelingse bouwperceelgrens(-zen) 3 meter of minder bedraagt, mag de diepte van het dakterras, gemeten uit de bestaande achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer bedragen dan 2 meter;
    • 3. indien de afstand van het dakterras tot de zijdelingse bouwperceelgrens(-zen) meer dan 3 meter bedraagt, mag de diepte van het dakterras, gemeten uit de bestaande achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer bedragen dan 3 meter;
    • 4. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op een dakterras mag niet meer bedragen dan 1,50 meter.

15.2.12 Bestaande afwijkingen

  • a. bestaande hoofdgebouwen/woningen, aaneengebouwde woningen, aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken, die niet voldoen aan hetgeen in lid 15.2.1 tot en met 15.2.7 is bepaald, zijn rechtens toegestaan.
    • 1. Voor zover het bij de gevallen als bedoeld in lid 15.2.12 sub a gaat om bouwpercelen waarbij de som van de minimaal aan te houden afstanden van een hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen en de aan te houden minimale breedte van de voorgevel groter is dan de bestaande bouwperceelsbreedte geldt het volgende:

a. de bestaande hoofdgebouwen/woningen als bedoeld in lid 15.2.12 sub a  mogen binnen de 'te bebouwen ruimte' worden vergroot, herbouwd, dan wel worden aan- of uitgebouwd, waarbij de 'te bebouwen ruimte' wordt bepaald door de laagste waarde van getal 'x' of 'y', waarbij getal 'x' de 'te bebouwen ruimte 1984' is en getal 'y' wordt bepaald door vanaf de toepasselijke categorie uit de tabel van lid 15.2.1 sub b terug te zakken tot de categorie waarbij de som van de minimaal aan te houden afstanden tot de zijdelingse perceelsgrenzen en de minimale voorgevelbreedte kleiner of gelijk is dan de bestaande bouwperceelsbreedte; deze som is getal 'y';

b. binnen de 'te bebouwen ruimte', zoals bedoeld in lid 15.2.12 sub a onder 1, gelden de volgende bouwregels:

1. in geval van aan- of uitbouwen, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 15.2.4 tot en met 15.2.6 en voorts tot maximaal de 'te bebouwen ruimte';

2. in geval van sloop-/ nieuwbouw van een nieuwe woning, met inachtneming van het bepaalde in artikel 15.2.2 en voorts uitsluitend

a. op dezelfde locatie, dan wel;

b. binnen de 'te bebouwen ruimte' tussen de lijn van de bestaande strijdige zijdelingse afstand en de lijn van de zijdelingse afstand behorend bij de 'te bebouwen ruimte', dan wel;

c. gecentreerd binnen de 'te bebouwen ruimte 2013', mits aan de andere zijde geen strijdige zijde ontstaat, en met dien verstande dat de bouwactiviteit er niet toe mag leiden dat de strijdige zijde kleiner wordt;

c. vergroting van de bestaande goot- en/of bouwhoogte is toegestaan tot ten hoogste de gestelde maxima.

    • 1. Voor zover het bij de gevallen als bedoeld in lid 15.2.12 sub a gaat om bouwpercelen waarbij de som van de minimaal aan te houden afstanden van een hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen en de aan te houden minimale breedte van de voorgevel kleiner of gelijk is aan de bestaande bouwperceelsbreedte, geldt het volgende:

a. indien de afwijking van de bestaande hoofdgebouwen/woningen betrekking heeft op:

1. een tweezijdige overschrijding van de minimaal aan te houden zijdelingse bouwperceelsgrenzen, is uitsluitend vervangende nieuwbouw op dezelfde locatie, danwel kleiner bouwen toegestaan;
2. een eenzijdige overschrijding van de minimaal aan te houden zijdelingse bouwperceelsgrenzen, is het volgende toegestaan:

a. sloop en herbouw op dezelfde plaats en in dezelfde omvang, danwel kleiner;
b. sloop en herbouw met verschuiving in de richting van de niet-strijdige zijde, tot de toegestane minimale zijdelingse afstand krachtens het bestemmingsplan Bilthoven Noord 2013, met de maximaal toegestane omvang, bij recht;
c. aan- of uitbouw van de bestaande woning, met instandhouding van de bestaande afwijking, maar met dien verstande dat de metrage van de bestaande afwijking aan de andere zijde wordt afgetrokken van de 'te bebouwen ruimte'.

b. bouwactiviteiten krachtens lid 15.2.12 sub a onder 2 dienen plaats te vinden met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 15.2.2 tot en met 15.2.6.

c. vergroting van de bestaande goot- en/of bouwhoogte is toegestaan tot ten hoogste de gestelde maxima.

15.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 15.2.12 sub a onder 1, onder b en toestaan dat de strijdige zijde kleiner wordt, mits:
    • 1. er geen onaanvaardbare gevolgen zijn voor gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, onder andere voor wat betreft de bouwmogelijkheden, de privacy en lichttoetreding;
    • 2. er voldoende mogelijkheden blijven voor parkeren op eigen terrein.
  • b. lid 15.2.12 sub a, onder 1, onder b, onder 2, onder c en toestaan dat aan de andere zijde een strijdige zijde ontstaat, mits:
    • 1. er geen onaanvaardbare gevolgen zijn voor gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, onder andere voor wat betreft de bouwmogelijkheden, de privacy en lichttoetreding;
    • 2. er voldoende mogelijkheden blijven voor parkeren op eigen terrein.
  • c. lid 15.2.12 sub a, onder 2 onder a, onder 1 en toestaan dat centreren in, of verschuiven van, de 'te bebouwen ruimte' plaatsvindt, mits:
    • 1. er geen onaanvaardbare gevolgen zijn voor gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, onder andere voor wat betreft de bouwmogelijkheden, de privacy en lichttoetreding;
    • 2. er voldoende mogelijkheden blijven voor parkeren op eigen terrein.
  • d. lid 15.2.12 sub a, onder 2, onder a, onder 2, onder a en toestaan dat sloop/nieuwbouw gecentreerd op de 'te bebouwen ruimte' met de maximaal toegestane omvang of kleiner plaatsvindt, mits:
    • 1. er geen onaanvaardbare gevolgen zijn voor gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, onder andere voor wat betreft de bouwmogelijkheden, de privacy en lichttoetreding;
    • 2. er voldoende mogelijkheden blijven voor parkeren op eigen terrein.
2.3 Artikel 18.1 en 18.2

De artikelen 18.1 en 18.2 komen te luiden als volgt:

18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Hoekkavel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen met aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken;
  • b. de uitoefening van aan huis verbonden beroepen;
  • c. een gastenverblijf, met dien verstande dat:
    • 1. per bouwperceel maximaal 1 bijbehorend bouwwerk als gastenverblijf is toegestaan;
    • 2. het gastenverblijf uitsluitend voor niet-permanente bewoning wordt gebruikt;
    • 3. parkeren vanwege het gastenverblijf op eigen terrein plaatsvindt;
    • 4. de totale oppervlakte voor een gastenverblijf niet meer dan 40 m² bedraagt.

inclusief bijbehorende:

  • d. tuinen en erven;
  • e. parkeergelegenheid op eigen terrein.

18.2 Bouwregels
Op of in de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

18.2.1 Algemeen
gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd.

18.2.2 Hoofdgebouwen
per bouwperceel mogen niet meer hoofdgebouwen/woningen worden gerealiseerd dan ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestaan;

  • a. de goothoogte van hoofdgebouwen/woningen mag niet meer bedragen dan 7 meter, waarbij dakkapellen buiten beschouwing blijven;
  • b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen/woningen mag maximaal 4 meter meer bedragen dan de toegestane goothoogte;
  • c. in afwijking van het gestelde in lid 18.2.2 sub c mag de bouwhoogte van hoofdgebouwen/woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • d. de breedte van tenminste één naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een vrijstaand hoofdgebouw/woning dient tenminste 8 meter te bedragen en de breedte van de gezamenlijke voorgevel van twee twee-aaneengebouwde hoofdgebouwen/woningen mag niet minder bedragen dan 12 meter;
  • e. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens mag niet minder bedragen dan 4 meter.

18.2.3 Aan- en uitbouwen aan de naar de openbaar gebied gekeerde gevel
Ondergeschikte uitbreidingen op de begane grond van de bestaande, naar het openbaar gebied gekeerde gevels van een hoofdgebouw/woning, zoals erkers en toegangen, zijn toegestaan, mits de volgende regels in acht worden genomen:

  • a. de diepte van de uitbreiding van de voorgevel van een hoofdgebouw/woning mag met niet meer dan 1 meter worden overschreden;
  • b. de afstand van de aan- en uitbouw tot de zijdelingse bouwperceelsgrens(-zen) dient minimaal 2 meter te bedragen, tenzij bij een aangrenzende aaneengebouwd of twee-aaneengebouwd hoofdgebouw/woning tevens een aan- of uitbouw aanwezig is dan wel tegelijkertijd wordt gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van de aan- of uitbouw mag niet meer bedragen dan 3 meter.

18.2.4 Aan- en uitbouwen aan de achtergevel
de goothoogte van aan- en uitbouwen aan de oorspronkelijke achtergevel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van een hoofdgebouw/woning, plus 30 centimeter, waarbij dakkapellen buiten beschouwing blijven;

  • a. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen aan de oorspronkelijke achtergevel mag maximaal 2 meter meer bedragen dan de toegestane goothoogte voor aan- en uitbouwen, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen;
  • b. aan- en uitbouwen aan de oorspronkelijke achtergevel mogen niet breder zijn dan de oorspronkelijke achtergevel van de woning.

18.2.5 Aan- en uitbouwen aan de niet naar de openbaar gebied gekeerde gevel(s)
de goothoogte van aan- en uitbouwen aan de niet naar de openbaar gebied gekeerde gevel(s) mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van een hoofdgebouw/woning, plus 30 centimeter, waarbij dakkapellen buiten beschouwing blijven;

  • a. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen aan de niet naar de openbaar gebied gekeerde gevel(s) mag maximaal 2 meter meer bedragen dan de toegestane goothoogte voor aan- en uitbouwen, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen;
  • b. de afstand van aan- en uitbouwen aan de niet naar de openbaar gebied gekeerde gevel(s) tot de naar het openbaar gebied gekeerde gevels van een hoofdgebouw/woning, mag niet minder bedragen dan 4 meter.

18.2.6 Bijbehorende bouwwerken
de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;

  • a. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 4 meter bedragen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 50 m², met een maximum van 15% van een bouwperceel dat door bijbehorende bouwwerken mag worden bebouwd;
  • c. vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor (het verlengde van) de naar het openbaar gebied gekeerde gevels van een hoofdgebouw/woning zijn ongeacht het bepaalde in lid 18.2.1 onder a niet toegestaan;
  • d. vrijstaande bijbehorende bouwwerken achter (het verlengde van) de voorgevel van naar het openbaar gebied gekeerde gevels van een hoofdgebouw/woning zijn ongeacht het bepaalde in lid 18.2.1 onder a toegestaan.

18.2.7 Gastenverblijf
voor zover een gastenverblijf plaatsvindt in een bijgebouw, en geen sprake is van functionele ondergeschiktheid, zijn de regels in lid 16.2.5 van overeenkomstige toepassing.

18.2.8 Onderkeldering
onderkeldering van bebouwing is toegestaan onder het grondoppervlak van een hoofdgebouw/woning, aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken, mits wordt voldaan aan de volgende regels:

    • 1. de oppervlakte van onderkeldering mag niet meer bedragen dan de grondoppervlakte van de bebouwing die op grond van het bestemmingsplan bovengronds is toegestaan;
    • 2. in afwijking van het bepaalde in lid 18.2.1 sub a onder 1 zijn ondergeschikte bouwdelen, zoals koekoeken ten behoeve van daglichttoetreding en ventilatie, wel toegestaan buiten de grondoppervlakte van de bovengrondse bebouwing;
    • 3. onderkeldering mag niet leiden tot een toename van het aantal hoofdgebouwen/woningen;
    • 4. onderkeldering mag niet leiden tot een extra (functionele) woonlaag, maar dient ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie.

18.2.9 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
per hoofdgebouw/woning is maximaal 1 vlaggenmast toegestaan;

  • a. overkappingen mogen worden gebouwd, voor zover:
    • 1. de afstand van overkappingen tot de voorgevel van een hoofdgebouw/woning niet minder bedraagt dan 4 meter;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt.
  • b. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
      • 7 meter voor palen en masten;
      • 2 meter voor erfafscheidingen;
      • 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
    • 2. de afstand tot de zijdelingse of achterste bouwperceelgrens mag niet minder bedragen dan 5 m, voor zover het gaat om bouwwerken behorende bij zwembaden en tennisbanen.

18.2.10 Dakterrassen
dakterrassen op aan- en uitbouwen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

    • a. de afstand van het dakterras tot de zijdelingse bouwperceelgrens(-zen) dient minimaal 2 meter te bedragen, behalve indien bij de tot de bouwperceelgrens gebouwde aangrenzende woning - in geval het aaneengebouwde of halfvrijstaande woningen betreft - eveneens een dakterras aanwezig is;
    • b. indien de afstand van het dakterras tot de zijdelingse bouwperceelgrens(-zen) 3 meter of minder bedraagt, mag de diepte van het dakterras, gemeten uit de bestaande achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer bedragen dan 2 meter;
    • c. indien de afstand van het dakterras tot de zijdelingse bouwperceelgrens(-zen) meer dan 3 meter bedraagt, mag de diepte van het dakterras, gemeten uit de bestaande achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer bedragen dan 3 meter;
    • d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op een dakterras mag niet meer bedragen dan 1,50 meter.

18.2.11 Bestaande afwijkingen
Bestaande hoofdgebouwen/woningen, aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken, die niet voldoen aan hetgeen in lid 18.2.1 tot en met 18.2.6 is bepaald, zijn rechtens toegestaan en mogen worden herbouwd en vergroot onder de volgende voorwaarden:

  • a. uitsluitend binnen het samengevoegde bouwperceel, met dien verstande dat de te bebouwen ruimte de maximale oppervlakte van het bouwvlak krachtens het bestemmingsplan Bilthoven Noord 2013 niet overschrijdt, bij recht, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 18.2.1 tot en met 18.2.6;
  • b. bij aan- of uitbouw van de bestaande woning, wordt de metrage van de bestaande afwijking in mindering gebracht op de bouwmogelijkheden binnen het samengevoegde bouwperceel.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 3 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Bilthoven Noord, 1e herziening".