Plan: | Tolakkerweg 254 te Maartensdijk |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0310.20005BP0005-ON01 |
behorende bij het bestemmingsplan Tolakkerweg 254 te Maartensdijk
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Tolakkerweg 254 te Maartensdijk met identificatienummer NL.IMRO.0310.20005BP0005-ON01 van de gemeente De Bilt.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een reëel en volwaardig bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waarbij houtteelt, een intensieve veehouderij en veredelingsactiviteiten zijn uitgesloten;
een constructie, bestaande uit een mast, een ontvang- en zendmast of een stelsel van draden, dan wel een schotel bestemd voor (tele)communicatiedoeleinden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de bouwhoogte van de hoofdgebouwen, de situering daarvan ten opzichte van de openbare weg, de mate van aaneenbouwen en/of de onderlinge afstanden tussen de hoofdgebouwen en de bouwmassa van de hoofdgebouwen ten opzichte van het bouwperceel;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;
het bedrijfsmatig vervaardigen of repareren van goederen, dan wel het verrichten van ambachtelijke diensten;
het aantal woningen, zoals dat op het moment van de inwerkingtreding van dit plan bestaat, of in uitvoering is of na dat tijdstip mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
de afmetingen (van gebouwen), zoals die op het moment van de inwerkingtreding van dit plan bestaan, of in uitvoering is of na dat tijdstip mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
een bouwwerk, dat op het moment van de inwerkingtreding van dit plan bestaat, of in uitvoering is of na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een met bomen beplant stuk grond waar vruchten of noten geteeld worden;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd, zulks met uitsluiting van een kelder voor zover gelegen onder gebouwen, dakopbouw en/of zolder, die gelet op de bouwtechnische eisen in het Bouwbesluit onbruikbaar zijn voor de woonfunctie;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een plat dak dat door de wijze van afwerking geschikt is gemaakt om te worden gebruikt als terras; een balkon (uitstekend of op een erker) wordt niet als een dakterras gezien;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of een bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen;
een begrensd stuk grond waarop de voormalige boerderij, de jongveestal, de hooiberg, halfverharding en een moes- en/of siertuin kan liggen voor algemeen gebruik van de woningen in de voormalige boerderij en jongveestal;
een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven; deze wegcategorie is in beginsel toegankelijk voor elke vervoerswijze;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een (deel van een) gevel waar de geluidbelasting gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde of lager;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een zodanige vormgeving en inpassing dat deze optimaal is afgestemd op bestaande danwel nog te ontwikkelen ruimtelijke, natuurlijke en cultuurhistorische landschapskwaliteiten;
zaken als bedoeld in artikel 1 sub b van de Monumentenwet 1988, als zodanig geplaatst in het register van beschermde monumenten evenals zaken die zijn geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst;
een toename van de stikstofdepositie groter dan 0 mol stikstof per hectare per jaar op de voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied ten opzichte van de stikstofdepositie op de genoemde referentiedatum voor het betreffende Natura 2000-gebied, blijkend uit de bijlage Referentiedatum Natura 2000-gebieden die deel uitmaakt van deze regels;
de oppervlakte van de voor bewoning bestemde vertrekken, waaronder mede wordt verstaan verblijfsruimten; niet meegerekend worden verkeersruimten, toiletten, douche- en badruimten, alsmede ingebouwde bergingen;
de achtergevel ten tijde van de oplevering van het gebouw/de woning dan wel – indien het gebouw/de woning nog gerealiseerd dient te worden – achtergevel van het gebouw/de woning, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd;
de woning ten tijde van de oplevering van de woning dan wel – indien de woning nog gerealiseerd dient te worden – de woning, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd;
de zijgevel ten tijde van de oplevering van het gebouw/de woning dan wel – indien het gebouw/de woning nog gerealiseerd dient te worden – de zijgevel van het gebouw/de woning, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
hieronder wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;
de verbeelding, met het nummer NL.IMRO.0310.20005BP0005-ON01, deel uitmakend van het bestemmingsplan;
de naar de wegzijde gekeerde gevel; in geval er meerdere gevels zijn aan te merken als voorgevel, is de gevel die meetelt in de huisnummering de voorgevel;
een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
elk bouwkundig ondergeschikte vergroting van de oorspronkelijke woning;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de grenzen van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenwerkse gevelvlakken (en/of het hart van de scheidingsmuren);
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
het deel van het aanduidingsvlak, bouwvlak of bestemmingsvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden.
de totale en buitenwerkse gemeten oppervlakte van alle bouwlagen die een gebouw telt, met inbegrip van beneden peil gelegen bouwdelen en bij dat gebouw behorende magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten.
De in lid 2.1.2 genoemde ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mogen de maximale bouwhoogte met niet meer dan 3 meter overschrijden.
Indien er dakoverstekken aanwezig zijn met een lengte van 70 cm of meer, dan wordt bij de bepaling van de oppervlakte van een bouwwerk het einde van de dakoverstek als buitenwerks gevelvlak aangemerkt.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen en/ of bouwwerken worden gebouwd.
Het is verboden om per perceel meer dan 25% van de gronden met de bestemming 'Tuin' te voorzien van oppervlakteverharding zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk,geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 4.3.1 wordt slechts verleend als er zonder de oppervlakteverharding onevenredig nadelige gevolgen zijn voor de gebruiksmogelijkheden van het perceel of aangrenzende gronden.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Het bebouwen van een bouwperceel met bijgebouwen bij woningen is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Onderkeldering van bebouwing is toegestaan onder het grondoppervlak van de hoofdgebouwen en de bijbehorende bouwwerken, mits wordt voldaan aan de volgende regels:
Dakterrassen op aan- en uitbouwen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Bestaande hoofdgebouwen/woningen, aaneengebouwde woningen, bijbehorende bouwwerken en dakterrassen, waarvan de situering, de goothoogte en/of de bouwhoogte niet voldoet aan hetgeen hier is bepaald, zijn wel toegestaan en mogen worden gehandhaafd en herbouwd, maar niet vergroot.
De bouwwerken dienen te passen binnen het als bijlage bij deze Regels behorende Inrichtingsplan Tolakker 254 Maartensdijk (bijlage 2 en 3 ).
Gronden ter plaatse van de bestemming Wonen moeten worden ingericht en in stand gehouden conform het als bijlage bij deze Regels behorende Inrichtingsplan (bijlage 2 en 3).
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Voor het bouwen van de woningen geldt dat bij de aanvraag van een omgevingsvergunning dient te worden aangetoond:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het oppervlak en de locatie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover dit noodzakelijk is om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
In een woning zijn aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteiten toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Voordat de nieuw te realiseren woning in gebruik mag worden conform de bestemming Wonen moet de voormalige bedrijfsbebouwing zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de toelichting gesloopt zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
Op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in 6.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits het gaat om:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Het in 6.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Indien sprake is van een activiteit waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, wint de aanvrager vooraf archeologisch advies in bij de door Burgemeester en Wethouders aangewezen archeologisch deskundige.
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in 6.2.3 sub a en 6.3.1 sub a te verlenen, vragen Burgemeester en Wethouders advies aan een archeologisch deskundige.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde Archeologie 3' de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat op de dag van de inwerkingtreding van het plan de bestaande goothoogten, bouwhoogten, oppervlakten en inhoud groter zijn en de bestaande afstanden tot de bouwperceelsgrens of overige gebouwen kleiner zijn dan is bepaald in het plan, zijn deze bestaande goothoogten, bouwhoogten, oppervlakten, inhoud en afstanden toegestaan, mits deze afwijkende maatvoering op legale wijze tot stand is gekomen.
Bestaande bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan waarvan de situering, de afmeting, de goothoogte en/of de bouwhoogte niet voldoet aan hetgeen hier is bepaald in 'Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels' zijn wel toegestaan en mogen worden gehandhaafd en herbouwd, maar niet vergroot.
Als een strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde – zichtlijn slagenlandschap' mag ten behoeve van een zichtlijn op het slagenlandschap geen opgaande beplanting dan wel bomen worden opgericht of in stand gehouden.
Gronden ter plaatse van de aanduiding 'voorwaardelijke verplichting - inrichtingsplan' moeten worden ingericht en in stand gehouden conform het als bijlage bij deze Regels behorende Inrichtingsplan (bijlage 2 en 3)
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het plan, indien het betreft:
In de afweging worden in ieder geval de volgende belangen in acht genomen:
Met het oog daarop dienen de in elk geval de volgende criteria in acht te worden genomen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld mondeling of bij voorkeur schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eis bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan.
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Tolakkerweg 254 te Maartensdijk' van de gemeente De Bilt.