Plan: | Buitengebied De Bilt Noord-Oost, 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0310.17001BP0006-VG02 |
In deze regels wordt verstaan onder:
aea. hoofdverblijf:
de plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van
betrokkene en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is, die tenminste
bestaat uit een keuken, woon-, was- en slaapgelegenheid;
onder horeca wordt verstaan het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
een kleinschalig natuurelement of houtopstand in het landschap met een natuurwetenschappelijke, visuele en/of cultuurhistorische waarde, zoals (gerief)bosjes, weg- en erfbeplanting, houtsingels, houtwallen en boomgroepen en graslanden en heideveldjes met een minimale omvang van 0,5 ha en/of een lengte van 100 m;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;
az. permanente bewoning:
gebruik als woning, in de zin van het hebben van een hoofdverblijf op die plaats, door een persoon, gezin of andere groep van personen, op een wijze die ingevolge de Wet
basisadministratie noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in de gemeentelijke basisregistratie van
de gemeente De Bilt;
een gebouw met vaste fundering, niet zijnde een trekkershut en/of stacaravan en/of chalet, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende maximaal 46 weken per jaar, niet zijnde in de weken 4 tot
en met 6 en 48 tot en met 50, wordt bewoond voor uitsluitend recreatieve doeleinden;
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende maximaal
46 weken per jaar, niet zijnde in de weken 4 tot en met 6 en 48 tot en met 50;
een van gemeentewege afgegeven indicatie op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, met inbegrip van onzelfstandige horeca, en exclusief overnachtingen.
bk
l. zorgwoning:
een gebouw of zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven; verzorging kan voortdurend of nagenoeg voortdurend plaatsvinden en in het gebouw kan afzonderlijke ruimte ten behoeve van de verzorging aanwezig zijn.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij het meten worden ondergeschikte bouwonderdelen zoals overstekende daken, schoorstenen, lichtkoepels, windvanen en daksierelementen niet meegerekend.
Indien er dakoverstekken aanwezig zijn met een lengte van 70 cm of meer, dan wordt bij de bepaling van de oppervlakte van een bouwwerk het einde van de dakoverstek als buitenwerks gevelvlak aangemerkt.
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder het doel 'uitoefening van het grondgebonden agrarisch bedrijf':
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Het doel 'dagrecreatie' is beperkt tot het gebruik van bestaande voet-, fiets- en ruiterpaden, picknickplaatsen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Het doel 'wegen, paden en verhardingen' is beperkt tot:
Bouwwerken | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | ||||
Bedrijfsgebouwen | 5 m | 10 m | - | ||||
Bedrijfswoning | 6 m | 10 m | 100 m2 | ||||
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning | 3 m | 6 m | 70 m² | ||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak | - | 12 m | - | ||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak | - | 3 m | - | ||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'landschapsmonument' | - | 1,3 m | - |
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bedrijfswoningen, met dien verstande dat geen bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | ||||
Bedrijfsgebouwen | 6 m | 10 m |
- T.b.v. grond,- weg- en waterbouwkundigbedrijf en boomteelt: 2.665 m². | ||||
Bedrijfswoning | 6 m | 10 m | 100 m2 | ||||
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning | 3 m | 6 m | 70 m² | ||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | - |
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan bedrijfsmatige opslag buiten de bedrijfsgebouwen, voor zover deze aanwezig zijn.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder het doeleind 'drinkwatervoorziening' wordt begrepen:
In de bestemming zijn bedrijfswoningen niet toegestaan.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Bouwwerken | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | ||||
Bedrijfsgebouwen | 6 m | 9 m | 1.206 m² | ||||
Watertoren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - watertoren | - | 43 m | - | ||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 10 m | - |
Bouwwerken | Bouwhoogte |
Telecommunicatiemast | Bestaande bouwhoogte |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2 m |
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan bedrijfsmatige opslag buiten de bedrijfsgebouwen, voor zover deze aanwezig zijn.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat geen bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | ||||
Bedrijfsgebouwen | 6 m | 8 m |
- Maartendijkseweg 9: 525 m² - Soestdijkseweg Noord 492: 208 m² |
||||
Bedrijfswoning | 6 m | 10 m | 100 m2 | ||||
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning | 3 m | 6 m | 70 m² | ||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | - |
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de bestemming zijn bedrijfswoningen niet toegestaan.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Bouwwerken | Goothoogte | Bouwhoogte | ||||
Bedrijfsgebouwen | 7 m |
13 m | ||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 5 m |
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bedrijfswoningen, met dien verstande dat geen bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Ter plaatse van de aanduiding | Oppervlakte | Bouwhoogte | Oppervlakte | ||
specifieke bouwaanduiding - sectie A | 1.740 m² | 7,5 m | - | ||
specifieke bouwaanduiding - sectie B | 828 m² | 7,5 m | - | ||
specifieke bouwaanduiding - sectie C | 10.491 m² | 13 m | - | ||
specifieke bouwaanduiding - sectie D | 586 m² | bestaand | - | ||
Bedrijfswoning | - | 7,5 m | 100 m2 | ||
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning | bestaand | bestaand | - | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 6 m | - |
Bouwwerken | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | ||||
Gebouwen | bestaand | bestaand | bestaand | ||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 6 m | - |
Bouwwerken | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | ||||
Bedrijfswoning | 6 m | 8 m | 75 m2 | ||||
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning | bestaand | bestaand | bestaand | ||||
Gebouwen | 7 m | 11 m | 1.961 m² | ||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 10 m | - |
De voor 'Maatschappelijk - Berg en Bosch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de bestemming zijn geen geluidszoneringplichtige inrichtingen en/of risicovolle inrichtingen begrepen.
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bedrijfswoningen, met dien verstande dat geen bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'. Een bedrijfswoning mag voorts worden gebruikt als zorgwoning.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Voor de bebouwing gelden de volgende regels:
Aanduiding | Bebouwings- percentage | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | |||
specifieke bouwaanduiding - sectie A | 15,3% | aangegeven | aangegeven | - | |||
specifieke bouwaanduiding - sectie B | 0,4% | aangegeven | aangegeven | - | |||
specifieke bouwaanduiding - sectie C | 19% | aangegeven | aangegeven | - | |||
Bedrijfswoning | - | 5,5 m | 10 m | 100 m2 | |||
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning | - | 3 m | 4,5 m | 70 m² |
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan horeca, met uitzondering van onzelfstandige horeca zoals is bedoeld in lid 9.1 sub c.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - Lifescience', ten behoeve van lifescience bedrijven en instellingen en/of medische nazorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Het doel 'dagrecreatie' is beperkt tot het gebruik van bestaande voet- fiets- en ruiterpaden, picknickplaatsen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Het doel 'verkeer' is beperkt tot:
Het doel 'ecologische voorzieningen' is beperkt tot het aanbrengen van voorzieningen ter bevordering of instandhouding van ecologische verbindingen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2 voor het bouwen van:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Verblijfsrecre-atieterrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaandui- ding - sectie ab'. |
|
Verblijfsrecreatie- terrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - sectie c'. | Verblijfsrecre-atieterrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaandui- ding - sectie d'. | Verblijfsre- creatieter- rein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaan- duiding - sectie e'. | |
Recreatiewo- ningen |
91 |
|
max. 55% van de voor bebouwing bestemde terreinoppervlakte | 87 | 3 |
Stacaravans en Chalets |
|
- | 396 | ||
Standplaatsen mobiele kampeermid- delen |
|
- | - | - | 195 |
Blokhutten |
|
- | - | - | - |
Groepsaccom- modatie |
1 | - | - | - | - |
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat geen bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Voor de bebouwing gelden de volgende regels:
met dien verstande dat:
Onder een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval beschouwd het gebruik van
verblijfsrecreatieve voorzieningen:
a. ten behoeve van permanente bewoning.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bedrijfswoningen, met dien verstande dat geen bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | ||
Gebouwen ten behoeve van beheer en voorzieningen | 3,5 m, uitgezonderd Amersfoortseweg 1 waar 6 m geldt | 10 m, uitgezonderd Amersfoortseweg 1 waar 12 m geldt | - | ||
Bedrijfswoning | 6 m | 10 m | Burg. v.d. Borchlaan 11: 110 m² overige 100 m2 |
||
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning | 3 m | 6 m | 70 m² | ||
Lichtmasten | - | 15 m | - | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | - |
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, ten behoeve van het verbouwen van het gebouw voor onzelfstandige horeca op het perceel aan de Amersfoortseweg 1, zoals bedoeld in lid 12.2 dient een aanvullend onderzoek naar vleermuizen te zijn uitgevoerd en dienen noodzakelijke maatregelen te zijn getroffen.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor de bebouwing gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder lid 13.2 sub a, voor het bouwen van bijgebouwen per afzonderlijk bestemmingsvlak, onder de voorwaarde van voorafgaande sloop van de bestaande bouwwerken op het bestemmingsvlak waartoe het bijgebouw behoort, met uitzondering van bestaande erf- en terreinafscheidingen en met dien verstande dat de oppervlakte, goot- en bouwhoogte van een bijgebouw niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 50 m², 3 m en 6 m.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het doel 'wegen' mag het aantal rijstroken ten hoogste het bestaande aantal bedragen.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
De bebouwing is beperkt tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 m.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het doel 'wonen' is beperkt tot 1 woning per bestemmingsvlak dan wel niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal woningen. Ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn twee aaneengebouwde woningen toegestaan.
Onder het doel 'wonen' is mede begrepen de uitoefening van met het wonen verenigbare functies, met dien verstande dat niet meer dan 225 m³ aan gebouwen per bouwperceel voor de met het wonen verenigbare functie mag worden benut, dan wel de bestaande inhoud indien het gebruik meer bedraagt.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bestaande bebouwing' is de opslag van goederen ten behoeve van met het wonen verenigbare functies toegestaan, met dien verstande dat de opslag binnen de bijgebouwen plaatsvindt en wel tot ten hoogste 450 m³.
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Voor de bebouwing gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | ||
Woningen met daarbij behorende aan- en uitbouwen | 3,5 m, met dien verstande dat, indien aangegeven, de goothoogte niet meer mag bedragen dan aangegeven | - | 100 m² per bouwperceel dan wel de bestaande oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bestaande bebouwing'. | ||
Bijgebouwen | 3 m | 6 m | 40% van de oppervlakte van het onbebouwde erf per bouwperceel, tot een maximum van 70 m² gezamenlijk, met dien verstande dat ter plaatse van de Koudelaan 3 – 5 400 m2 is toegestaan. |
||
Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel | - | 1 m | - | ||
Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel | - | 2 m | - | ||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | - |
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een (bovengrondse) hoogspanningsleiding.
Op de in lid 17.1 bedoelde gronden mag in afwijking van het bepaalde in de voorgaande artikelen niet worden gebouwd, met uitzondering van bebouwing ten behoeve van het leidingenbeheer, met, indien het een gebouw betreft, een maximale bebouwde oppervlakte van 30 m².
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een (ondergrondse) watertransportleiding.
Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mag in afwijking van het bepaalde in de voorgaande artikelen niet worden gebouwd, met uitzondering van bebouwing ten behoeve van het leidingenbeheer, met, indien het een gebouw betreft, een maximale bebouwde oppervlakte van 30 m².
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende
bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische
waarden.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de andere daar voorkomende
bestemming worden gebouwd. Voor zover het oprichten van een bouwwerk kan leiden tot een
verstoring van de archeologische resten, worden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen de
volgende voorwaarden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan zodanig te wijzigen dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de bouw van één of meerdere bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van 50 m² of groter en dieper dan 0,5 meter -mv of meer een rapport overlegt, waaruit blijkt dat de ingreep niet zal leiden tot aantasting van de archeologische waarde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 20.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van 50 m² of meer en dieper dan 0,5 meter - mv de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 20.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 20.4.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 20.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 20.1 genoemde doeleinden ontstaat.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden (hoge archeologische verwachting).
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de bouw van één of meerdere bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van 100 m² of groter en dieper dan 0,5 meter -mv een rapport overlegt, waaruit blijkt dat de ingreep niet zal leiden tot aantasting van de archeologische waarde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 21.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van 100 m² of meer en dieper dan 0,5 meter -mv de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 21.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 21.4.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 21.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 21.1 genoemde doeleinden ontstaat.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden (middelhoge archeologische verwachting).
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de bouw van één of meerdere bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van 500 m² of groter en dieper dan 0,5 meter -mv een rapport overlegt, waaruit blijkt dat de ingreep niet zal leiden tot aantasting van de archeologische waarde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 22.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van 500 m² of meer en dieper dan 0,5 meter -mv de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 22.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 22.4.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 22.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 22.1 genoemde doeleinden ontstaat.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden (middelhoge archeologische verwachting).
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de bouw van één of meerdere bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van 5.000 m² of groter en dieper dan 0,5 meter -mv een rapport overlegt, waaruit blijkt dat de ingreep niet zal leiden tot aantasting van de archeologische waarde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 23.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van 5.000 m² of meer en dieper dan 0,5 meter -mv de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 23.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 23.4.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 23.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 23.1 genoemde doeleinden ontstaat.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onderkeldering is uitsluitend toegestaan onder (bedrijfs)woningen en de daarbij behorende aan- en uitbouwen, niet zijnde recreatiewoningen, en in maximaal één laag waarvan de diepte niet meer dan 3 m mag bedragen, uitgezonderd van de gronden die in gebruik zijn ten behoeve van mantelzorg.
Onder gebruik in strijd met het plan wordt in ieder geval verstaan:
Niet overdekte zwembaden, niet overdekte jacuzzi's en (zwem)vijvers zijn toegestaan binnen de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'landgoedpark' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemmingen, in het bijzonder bestemd voor de bescherming van de waardevolle visuele samenhang tussen landhuizen, boscomplexen, houtwallen, boomgaarden, grienden, waterpartijen en grasvelden.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemmingen, in het bijzonder bestemd voor de waterwinning en de bescherming van de kwaliteit van het grondwater.
Ter plaatse van de aanduiding 'open ruimte' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemmingen, in het bijzonder bestemd voor het open houden van de akkers, heide, stuifzandgebieden en vennen.
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapsmonument' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemmingen, in het bijzonder bestemd voor het behoud, de bescherming en ontwikkeling van De Biltse Duinen, bestaande uit samenhangende, karakteristieke onderdelen, met grote wetenschappelijk en cultuurhistorisch landschappelijke en natuurlijke waarden, waaronder begrepen aardkundige waarden, te typeren als:
De toepassing van het afwijken bij een omgevingsvergunning is beperkt tot incidentele gevallen. In de afweging worden in ieder geval de volgende belangen in acht genomen:
Sloop bebouwing | Extra woninginhoud |
400 m³ | 100 m³ |
800 m³ | 200 m³ |
In de afweging voor wijziging worden in ieder geval de volgende belangen in acht genomen:
Als gebruik in strijd met het bestemmingsplan geldt het (veranderen van het) gebruik van gronden of bouwwerken, indien niet in voldoende mate parkeergelegenheid op eigen terrein wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden, een en ander volgens de nota 'Wat beweegt De Bilt, Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan' van de gemeente De Bilt zoals opgenomen in Bijlage 7 bij de planregels.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 30.1.1 indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit en mits wordt voldaan aan de nota 'Wat beweegt De Bilt, Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan' van de gemeente De Bilt, met dien verstande dat indien voornoemde beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, voldaan moet worden aan die nieuwe beleidsregels.
Het bestemmingsplan Buitengebied De Bilt Noord-Oost van de gemeente De Bilt, vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2013, blijft van toepassing, met dien verstande dat:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied De Bilt Noord-Oost, 1e herziening.